dinsdag 16 augustus 2011

Møns Klint zèlf




Ons eerste uitje gaat naar - u raadt het al - Møns Klint, ofwel de klippen van Møn. Ik krijg wel even een aha-Erlebnis, want al zeggen ze hier dat het natuurgebied volstrekt uniek is op de hele wereld, het is eigenlijk net als de kalkrotsen van Rügen, waar ik ooit met Zus4 wandelde. Eerst een wandeling door de oerbossen bovenaan de kliffen, dan honderden treden steile trappen af, een wandeling langs een smal reepje strand. Been there, seen it, etcetera.

Nou mooi niet. Ten eerste krijg je van een multifocale bril hele wonderlijke sensaties als je 469 treden al moet. De trappen zigzaggen door het oerbos en doen op den duur sterk aan tekeningen van Escher denken, dat je niet meer weet of je naar beneden of naar boven loopt. Bobby heeft die sensatie trouwens niet, dus het kan aan de bril liggen.





Tenslotte is er halverwege het strand een stuk krijtwand naar beneden gestort. Dat moet met die zeven dagen en nachten regen gebeurd zijn, wat resulteert in een lawine grijze blubber waar we hoe dan ook doorheen moeten. Het is blubber met takken en struiken, er wordt veel van je doorzettingsvermogen en evenwichtskunst gevraagd. Een enkele misstap maakt dat je tot je knieën in de blubber wegzakt en zie daar maar weer eens uit te komen. En dat eenmaal gebeurd is, ach... Dan ben je ook weer deze schaamte voorbij.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten