vrijdag 28 februari 2014

De laatste roos

Na het werk ga ik naar de herdenkingsbijeenkomst in De Nieuwe Liefde over Leo Vroman. Het is er bomvol. Er worden gedichten voorgedragen en een paar fragmenten uit documentaires vertoond. En een violist improviseert op een viool. Het leukst is, die twee bijzondere en stokoude levendige liefdevolle mensen langs het strand te zien scharrelen. Alles zien, en daar dan gedichten over schrijven. 

Ik denk dat hun grootse liefde hun grootste aantrekkingskracht is, zijn lichtvoetigheid, humor, de aandacht voor de kleinste zaken.  Hij tekende ontzettend leuk. 

Naast mij zit een mevrouw van 85. Hoe komt u hier terecht, vraag ik. Ze vertelt dat Leo Vroman haar hele leven in haar leven is geweest. En dat ze het zo mooi vindt dat er zo maar een welkome openbare afscheidsbijeenkomst  is. En dat er zoveel mensen doodgaan. Zelf heeft veel jongere vriendinnen van rond de zestig. Ze speelt piano met ze, en cello. Ze vindt het moeilijk uit te spreken dat ze 85 is,vertelt  ze, ze voelt zich nog altijd jong, zegt ze, dat verandert niet.

Vromans gedicht over de laatste roos, dat vindt ze het mooist.

De roos en haar blaadjes
 
Een laatste roos bloeide, omdat
zij daartoe nog zes blaadjes had.
Die zaten samen, bol en bloot
en van de koude donkerrood.
 
De platte bladeren der platanen
hingen reed neer om los te gaan en
gingen los, en zwierden neer.
Ook reeds in zonnig windstil weer.
 
Nu ook moesten na een poos
twee blaadjes van de late roos.
Zo bloeide zij geluidloos door,
daar had zij nog vier blaadjes voor.
 
Zo gestorven als maar kon
stond hoog, diep gras nog in de zon.
Toen knakte het en raakte langzaam
de aarde aan als met een wang.
 
De roos raakte tegelijkertijd
twee blaadjes, een, twee blaadjes kwijt.
Ze lagen plotseling gezond
maar dood beneden op de grond.
 
De dagen werden kort, vergeeld.
Slechts in de huizen werd gespeeld.
De roos, nu bijna menselijk oud,
bloeide nog, maar innig koud.
 
Twee vlerkjes rood en een buikje groen
daar kon zij het blijkbaar ook mee doen.
De sneeuw viel. In de verte snel;
vlakbij zweefde hij evenwel.
 
De roos ook sneeuwde levensgroot
met haar twee blaadjes. Een. Twee. Rood.
Ach, dacht zij, nu heb ik dus niets.
Toen bloeide zij maar zonder iets.
 
Moraal:
Wie het bloeien heeft verleerd
doet zeer waarschijnlijk iets verkeerd!

Leo Vroman

Geen opmerkingen:

Een reactie posten