We hebben discussie over wat vakantie is. Ik vind het verplaatsen van onszelf en de tent een heel gedoe. Is dat vakantie? Twee uur afbreken en inpakken, zeven uur rijden, dan twee uur uitpakken en precies dezelfde tent weet opzetten op een andere lap gras. Onderweg en 's avonds eten in de pub. De volgende ochtend moet je een winkel zoeken, voor brood, kaas en melk. De campings die wij uitzoeken hebben dat niet altijd. Het is gewoon hard werken. Houd jij wel van vakantie? Vraagt Bobby. Jazeker wel, maar ik verlang vooral naar lezen, tekenen, muziekjes luisteren en een beetje rondscharrelen. En daar kom ik zo trekkend en kamperend door Engeland nauwelijks aan toe.
In de pub raken we aan het eind van de avond in gesprek met een heel aardige oudere man die Engelse les geeft als tweede taal. Aan immigranten, maar ook wel ver weg. Hij was in Albaniƫ, Polen, China en gaat misschien ook les geven in Noord-Korea. Hij praat heel zacht, je moet je oren spitsen om hem te verstaan. Echt doorvragen komt er niet van. Fascinerend. Kamperen in augustus, zegt hij, dat is toch veel te koud!
Dergelijke onverwachte ontmoetingen en gesprekken: dat vind ik wel vakantie. Daar zijn we het helemaal over eens. Ook de adembenemende sterrenhemel boven het immense weiland is prachtig. En kruipen dan maar weer gezellig tegen elkaar aan in de koude tent.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten