donderdag 9 oktober 2014

Frankfurt


Héén ben ik in de ochtend wezen lopen, dat was ruim 5 kilometer, iets meer dan een uur door een slingerend park.

Dit jaar ben ik niet op de elegante laarsjes, maar op de wandelschoenen. Vorig jaar had ik bloedende kleine tenen in die laarsjes, herinner ik me ineens. Ik houd ervan om niet louter in het hotel, de S-Bahn en op de Messegelände te verkeren, maar even ook deel uit te maken van de hele stad, tussen de mensen met de hondjes, de fietsers die naar hun werk gaan, de joggers. Dat geeft een heel anders beleving van deze week.

Terug ga ik wel met de taxi. Het is 23 uur en genoeg is genoeg. De taxichauffeur is een oudere moslim, hij vertelt dat hij overdag in het ziekenhuis werkt en 's avonds voor zijn zwager in de taxi rijdt. Ik denk Marokkaan. Hij vraagt naar Nederland, naar Geert Wilders. Ik relativeer dat wat, Nederland is geen Wilders, zeg ik, wij leven vreedzaam samen, maar terwijl ik dat beweer denk ik: Klopt dat wel? zouden Nederlandse moslims dat ook antwoorden? Ik vrees het niet.

Voor het hotel staat een Berlijnse kunstboekenuitgeefster op straat een sigaretje te roken. Ik doe er eentje mee. Zij heeft wel last van de stakingen gehad, vertelt ze, maar dan was een half uur. We ginnegappen wat over de staat van het hotel en hoeveel we betalen. Wat is in je eentje op reis zijn en met jan en alleman kletsen toch een genoegen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten