zondag 11 december 2016

Saturdaynight

We gaan op verjaarvisite aan een woonerf. Het is in een kamer met vijftien à twintig pubers en jongvolwassenen en tien volwassenen die allemaal zwagers en schoonzussen zijn van de jarige en tevens de ouders van al die pubers en jongvolwassenen. Opa en oma zijn er ook. En de Ethiopische hulp en haar West-Afrikaanse man en zoontje. 

De pubers zitten in een rondje en spelen luidruchtige kaartspelletjes. De volwassenen voeren gesprekjes over het werk en de politiek. De jarige draaft efficiënt heen en weer met gebak en vorkjes en worstjes en glaasje, ze kookt en ruimt weer af... Het lukt me niet zo goed te mengen. Ik probeer een conversatie met de Ethiopische hulp, een hele mooie aardige vrouw, die al zeventien jaar in Nederland woont maar nog steeds geen paspoort heeft. Ze vertelt hoe fijn ze Nederland vindt en dat in Nederland iedereen alles op tijd doet en op afspraak. Bobby converseert met een zwager die ingenieur is, die aanbestedingen doet voor de BAM. En nu bezig met een nieuwe trambaan van Utrecht Centraal naar de Uithof via de Galgenwaard. Dat valt niet mee.

Nee, het wil niet echt lukken vandaag. Wát doen júllie met Kérst? Wát doen júllie met Oud en Níeuw? Gewoon thuis, zeg ik dan. 

Er is één recalcitrante schoonzus en die kiest mij uit om buiten mee te gaan roken. Dat doe ik graag, ondanks dat ik al jaren niet meer rook en ondanks dat het motregent. Haar kinderen vinden het maar niets dat moeder rookt. Die steken dat niet onder stoelen of banken terwijl ze erbij staan. De oudste zoon van 20 vindt mijn Toyota Celica een auto voor scholieren. Zij heeft voor zichzelf een Fiat Pinda. Ik vind jou een mooi mens, zegt ze, en noemt me Mieke. En: 'Word jij volgend jaar zéstig!?! Wat zíe je er nog góed uit! Ik zou er wat voor dóen om zó als jíj zéstig te worden!' Verder is ze best leuk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten