donderdag 1 juni 2017

Power

Vijf jaar geleden alweer kocht Bobby een oranje Power Station bij het Zaans IJzerhuis, een van zijn lievelingswinkels bij de Hornbach bij Zaandam toen ik nog in Amsterdam woonde. Het is een compact loodzwaar dingetje, waar we af en toe wat woorden over hebben. Het is een van de thema's, zeg maar. Het ding staat in de achterbak van de auto, naast nogal veel andere ook heel nuttige danwel handige dingen. Met enige regelmaat wil ik de meeste van die nuttige danwel handige dingen er uit, want er past nauwelijks iets meer meer bij. 'Als mijn accu leeg is, om maar wat te noemen, zeg ik dan, 'dan bel ik mijn vrienden van de Wegenwacht.' Maar voor de lieve vrede blijven de handige dingen toch in de auto staan.

Vanochtend vroeg in haast probeer ik de auto te starten, is de accu leeg. Prrt prrt stil. 'Eh... Bobby ... eh...' Binnen een minuut heeft hij / hebben we de wagen weer aan de praat. Dat is nog eens andere koek dan anderhalf uur op je vrienden van de Wegenwacht wachten. Ik glimlach wat bête. 'Kijk', doceert Bobby, 'zwart op zwart, rood op rood. Hij moet contact maken met het metaal.' 

Vanmiddag op het werk moet ik - wederom in haast - op pad: prrt prrt stil. Wéér de accu leeg. En niemand om me te redden. Dus moet ik zelf de Power Station uit de achterbak pakken, klemmen op de accu en hop! Zo weer onderweg. Soms moet men haar ongelijk bekennen. Het geeft wel een machtig gevoel, moet ik zeggen. Frau und Power Station.

'Zo dood als een pier', zegt garage-Dirk over mijn accu. Ik vertel van 'mijn' Power Station. 'Heb je een Power Station achterin de auto?' reageert Dirk vol bewondering. 'Wat goed! Dat heb zelfs ik niet.' En dan mag ik anderhalf uur bij Dirk op het stoepje wachten tot de juiste accu bezorgd wordt. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten