Ik ging naar het Centraal Museum vanwege de zestigste verjaardag van een slaapbank en wel de BR02 van ontwerper Martijn Visser. Die bank is in productie gegaan in 1960 en sindsdien nooit meer uit productie geweest. Hij is heel simpel en licht en strak, en hij zit geweldig. Wijlen mijn vriendin Marg had die bank. Hij paste heel erg bij haar: sober en comfortabel. Ik kan me niet (meer) herinneren hoe ze aan die bank kwam, ze zijn niet goedkoop, heden ten dage bijna 4000 euro, dat kon ze nooit betalen. Misschien uit haar ouderlijk huis?
Een tentoonstelling over Margs slaapbank, dat is toch wel bijzonder. Die wil ik zien. Vanwege de Corona-maatregelen moeten de bezoekers eerst alle trappen op, boven in het museum beginnen en langzaam afdalen. Het rare is je dan eenmaal boven aan het eínd van deze expositie begint, in een zaaltje met stoelen van ontwerpers die zich geïnspireerd weten door deze slaapbank. En er hangen wat schilderijen. Maar er staat nergens dat de tentoonstelling zeven zalen eerder begint, als je deze route volgt zeven zalen verderop dus. Dus ik sta er in verwarring in dat zaaltje. Is dat alles? Waar is die bank?
Na zeven zalen kom ik bij de mooie hoge openingszaal die alles verklaart en bekijk ik de expositie nog een keer, nu in de goede volgorde. Als ik mijn ervaring deel met de garderobejuffrouw - verder zie ik niemand - zegt zij dat dat komt van de Corona-regels. De bezoekers van et museum mogen maar in één richting lopen. ‘U zou een bordje op kunnen hangen dat dat de laatste ruimte is. En waar de eerste ruimte is.’ Eerst sputtert ze nog wat verdedigends, maar het slaat nergens op. Ze verbetert zich. ‘Dank u voor uw reactie, ik zal de suggestie doorgeven.’
Martijn Visser (1922-2009) was een belangrijk persoon in de wereld van het design. En de kunst. Hij begon zijn carrière als bouwkundig tekenaar bij Rijkswaterstaat in Middelburg, maar maakte in zijn vrije tijd ook meubels, die hij aan meubel Aken probeerde te slijten. De Amsterdamse Bijenkorf was meteen geïnteresseerd en vroeg hem als inkoper voor de meubel afdeling. Daar viel hij meteen op met zijn spraakmakende interieurpresentaties. In 1954 vroeg Het Spectrum in Bergeijk of hij hun hoofdontwerper wilde worden, wat hij tot 1974 deed.
De tentoonstelling is samengesteld door diezelfde fabrikant van het bankje. Er is ook een prachtige catalogus. En de ontwerpers van de andere meubels staan allemaal even glamorous op de meer dan manshoge foto’s. Er draait een glamorous filmpje. Ongetwijfeld gefinancierd door de fabrikant. Waarom struikel ik daar over?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten