Gelezen: Vogel van de Koreaanse schrijfster Oh Jung-hee (1947). Ik vond het in het minibiebje in ons plantsoen. Het verscheen in 1996. Het is een uitgave uit 2007 van de toen nog Bredase uitgeverij DeGeus in samenwerking met Oxfam Novib, die hoopten dat meer westerse lezers zouden lezen uit verre landen teneinde onderling begrip te vergroten. Tja. Een wonderlijk niet helemaal begrepen boek dat raakt. Hoofdrol wordt gespeeld door twee kinderen die in de steek worden gelaten door de ouders, maar over de beweegredenen van de volwassenen hoor je niet. Het boek begint met de moeder die verdwenen is en de vader die zijn twee kinderen naar hun oma brengt, waar ze wonen tot zij aan een beroerte sterft. Dan gaan ze naar een oom en tante. Slechts heel af en toe komt vader langs, met geld en kleren. In de uitleiding valt te lezen dat dit een novelle is over de periode in Zuid-Korea toen het land in moordend tempo werd omgevormd van straatarme agrarische samenleving tot ultramoderne industriƫle macht. Dat nieuwe Korea stond er niet zomaar, onder de ontwikkeling daar naar toe heeft de arbeidersklasse sterk geleden. Mensen konden het en der in het land aan het werk, in de bouw, vaak ver van huis. Daardoor waren ze bijna nooit thuis. Doet denken aan de arbeidsmigranten van nu uit Oost Europa.
De twee kinderen in dit verhaal raken totaal verwaarloosd. Op een gegeven moment vindt hun vader een nieuwe vrouw om voor hen te zorgen, maar die mept hij af en toe. Die vrouw loopt ook weer weg en uiteindelijk moeten de kinderen maar voor zichzelf zorgen, zelf naar school, zelf voor eten zorgen. Hun realiteit wordt heel sober beschreven, geen verklaringen, geen grote emoties. Het dappere meisje dat haar broertje moet opvoeden, die helemaal tv-verslaafd raakt en niet meer naar school wil. Hemel wat een narigheid. Mooi geschreven. De auteur heeft niet veel boeken geschreven, maar wel belangrijke, en literaire prijzen gewonnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten