donderdag 19 februari 2009

Middeleeuwse letteren

Marlies vertelt dat ze tegenwoordig een cursus geeft aan de HoVo, de Hogeschool voor Ouderen aan de VU. Tien colleges op dinsdagochtend over de Nederlandse canon - op het gebied van literatuur. Een klas vol vijftigplussers luistert ademloos naar haar betogen over Karel ende Elegast, Van den vos Reynaerde, Lanseloet van Denemerken, Marieke van Nimwegen. Dat blijkt veel leuker lesgeven dan aan middelbare scholieren, die nog geen vijf minuten kunnen luisteren.

Ik wil zo wel achterin bij haar de klas gaan zitten. Zien en horen hoe zij samen met die mensen in die teksten gaat zitten. Hoe ze ze lezen, genieten, interpreteren, en naar het heden trekken. Zelf weer meegesleept worden. Die middeleeuwse letteren, die hebben alle opruimwoedes in mijn boekenkasten overleefd. Niet de zeventiende en achttiende eeuw, die waren niet om door te komen, maar die middeleeuwers - in Spectrum-pocketjes - die heb ik allemaal nog in de kast staan.

Van den vos Reynaerde was het onbetwiste hoogtepunt van onze middeleeuwse literatuur. Het is een satire: het verhaal over de rebelse Reinaert, die door list en bedrog het feodale dierenrijk waarvan hij deel uitmaakt volledig op zijn kop zet. Adel, geestelijkheid als burgerij krijgen er duchtig van langs, en tussen de regels door wordt ook de middeleeuwse ridder-epiek met zijn lachwekkende queesten niet gespaard. Voor mij persoonlijk heeft dat boek nog een extra dimensie, omdat Wijlen mijn Goede Vader, die Reinder heette, er erg dol op was. Wij hadden er diverse versies van in de kast staan. Misschien was het zijn droom om rebel te zijn.

Helaas geeft Marlies geen college over de Twee Koningskinderen. Vele jaren woonde ik in de Twee Koningskinderenstraat in Bos & Lommer en debiteerde ik graag het gedicht over de onmogelijke liefde 'Het waren twee koninghs kindren, / Sy hadden malkander soo lief; / Sy konden by malkander niet komen, / Het water was veel te diep. Etcetera.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten