donderdag 4 juni 2009

Izola

Terwijl Bobby bij pension Dino tussen de kabouters een beetje in zijn sop gaat gaarkoken, ben ik op stap. Naar Izola, want dat zag er gisteravond vanaf de klif zo lekker uit. Izola is zo op het eerste gezicht leuker dan Piran. Gewoner. Meer van de mensen zelf. Bijzonder dat alles hier Istrie heet. De grens met het Kroatische Istrie ligt 10 km verderop. Het fascineert allemaal wel, die gevolgen van de wereldgeschiedenis op dit hele kleine stukje aarde. De steden in dit stukje Slovenie hebben twee namen, ook een Italiaanse. De stad Koper heet bijvoorbeeld in het Italiaans Capodistria - en in het Duits Gafers.

In Izola wordt voornamelijk Sloveens gesproken, maar een minderheid van circa 5% spreekt ook Italiaans. De Sloveense wetgeving zorgt voor onderwijs in het Italiaans, Italiaanstalige radio en televisie, tweetaligheid van ambtelijke instellingen, alle officiële documenten, alsook de verplichting tot tweetalige commerciële mededelingen voor bedrijven. Deze ongeëvenaarde rechtspositie van deze kleine Italiaanse minderheid in Slovenië heeft onder andere tot doel de Italiaanse staat te bewegen tot het respecteren van aangegane verdragsrechtelijke verplichtingen jegens de ca 100.000 etnische autochtone Slovenen in Italië.

Zoals dat gaat op vakantie: hoe langer je hier bent, hoe meer je wilt weten over de achtergronden. Over waarom Slovenië zo graag bij Europa wil horen en niet bij de Balkan. Ze horen nu bij de EU en bij de Schengen-landen, maar het gevolg is dat de grens gesloten is voor de bewoners van hun voormalige landgenoten zoals Serven. Dat kost hen nogal wat toerisme en andere economisch verkeer. En dat daarom in de Bohinj de mensen zo kloegen over dat niemand Slovenië kent. Vroeger hadden ze een welvarende toeristenindustrie. Die is nu helemaal naar god. Wat het er voor natuur-, cultuur- en rust genieters erg prettig verkeren maakt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten