maandag 17 juni 2019

Schotse nachten


Helemaal moegestreden en opgesoupeerd van het reizen en tent opzetten gaan we tegen half elf naar het stadje (Stromness) naar de pub. Hoogste tijd voor een grote locale bier. Scapa Special heet die hier. We kibbelen wat ovet de camping. Bobby vindt het schitterend, ik vind het behoorlijk stom. Dat heeft te maken met de interpretatie en verwachtingspatroon naar aanleiding van de tekst in de Rough Guide. Ik had wat meer lieflijke natuur verwacht. Het is een camping aan het water met houten hekjes en met gravel en gras afgepaalde perceeltjes met daarop vooral campers. ‘t Is maar wat je mooi vindt, mopper ik, tussen de Hymers door naar zee kijken.

Naar de camping (Ness) toe (heen) werden we buitenom Stromness geleid. Nu rijden we stapvoets door het oude plaatsje. Hele smalle straatjes zonder stoepen, maar je mag er wel rijden. In het hotel hangen foto’s van deze binnenstad ruim een eeuw geleden. Dit plaatsje was heel welvarend vanwege de haringvangst. Nu is het welvarend vanwege de duikers. Na de WO-I lag hier een hele Duitse marinevloot, die in deze baai tot zinken is gebracht. Daarmee hoort het tot de hotspots der wrakduikers. 

Er staat een Duitser op de camping die net 1000 km hier naar toe heeft gereden om te gaan wrakduiken maar nu kan hij niet mee omdat het vandaag precies 100 jaar geleden is dat die schepen tot zinken zijn gebracht en daar zijn wereldwijd vele duikers op af gekomen en er is voor hem de komende week geen plaats op een boot.

In het kantoor van de camping hangt een lijst met de cruiseschepen die per dag aanmeren en het aantal passagiers dat daarbij hoort. Tot 1200 aan toe. Dus de attracties kunnen overloaded zijn, waarschuwt de mevrouw van de camping. Vooralsnog staan wij op een rustig plekje aan een rustige baai. Beetje lelijk, maar dat went gauw.

We komen om 00.30 terug bij de tent en de lucht is nog helemaal licht. Noorderlicht.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten