dinsdag 27 oktober 2020

De eerste nacht

Het bureaulampje op de kloosterkamer is te zwak om bij te tekenen. Gelukkig heb ik voor vertrek nog wat mandala’s geprint voor hier. Je hoeft alleen maar vakjes te kleuren en er komt iets moois uit. Ik begon met een herfstmandala met de ecoline-stiften. Dat werd - door de felle kleuren van die stiften - zó hysterisch vrolijk dat het niet helemaal klopt.

De gastenbroeder vertelt dat Corona dit klooster nog niet binnen is geweest. Wel is alles zo ingericht dat het virus hopelijk buiten blijft. Wij gasten doen alles op afstand. Iedereen eet in de refter aan een eigen tafel. Eén persoon ruimt op en zet de boel klaar voor de volgende maaltijd. Om de beurt. Niet samen afwassen. Je gaat niet naar een algemeen toilet, alleen naar het toilet op je eigen kamer. In de kapel zitten we drie meter van elkaar. 


Raar dat je hier ‘s avonds niet kan goed lezen. Ik heb vijf boeken mee, veel te veel, en ben begonnen in een boek dat hier op tafel ligt: Eerste Hulp Bij Kloosterbezoek door Jan-Willem Wits. Bijzonder informatief en prettig geschreven voor de leek. Maar dat kan ik dus alleen overdag lezen. 

Een mandala gaat ‘s avonds bij dat lampje nog wel. Een Corona-mandala dan maar. Bij het gevaar om ons heen passen deze kleuren meer. Als ik de volgende nou met kleurpotlood ga doen dan wordt-ie wat gedempter.

Op vakantie download ik ook altijd e-boeken van de bibliotheek, want dan kan je ook zonder koplamp lekker lezen. Maar ook dát heb ik dit keer niet gedaan. Als ik dat nu wil moet ik op zoek naar sterke Wifi.  

In de nacht onweert het hard. Het voelt veilig en geborgen in een klooster. Ook de vaste structuur van de dag met vijf gebedsdiensten van een half uur en drie maaltijden maakt dat je je vrije lege tijd extra waardeert koestert. Dat vaste schema, die discipline, is een van de peilers van het kloosterleven. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten