Zaterdag einde dag was ik toch nog even naar de plantjesmarkt gefietst. 10 bietjes gekocht, twee venkels. En vier blauwe, 'baardloze' irissen. Nog lang niet in bloei, maar alvast veelbelovend. Die staan me dan zo aan te staren op het werkblad achter in de tuin. Wat wordt onze bestemming? De tuin achter? De volkstuin?
Het leven is momenteel zo dat ik veel thuis ben, dus ik besluit het hopeloze tuintje achter ons huis een boost(je) te gunnen. Het is een simpel nieuwbouwtuintje, een beetje een kooi, door de schuttingen staat de helft in een eeuwige schaduw, waar maar weinig tot bloei komt. Zelfs de varen doet het er niet. De clematis niet, de kamperfoelie matig. Alleen de Vlinderstruik bloeit. En er is veel ragfijn mos. Het vijvertje in een grote tobbe zit vol algen. Over een maand komen de geraniums weer op en dan wordt het weer een gezellige wildernis.
Er groeien trouwens ook spontaan nieuwe bloemetjes. En er komt hier en daar wat op wat ik er ooit in gezet heb, maar straal vergeten ben. Dus met mijn Plant-app determineren en gele kaartjes erbij zetten, alsof het een rijke botanische tuin is. Conclusie: dit tuintje verdient de irissen.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten