dinsdag 3 juni 2008

Sucuraj

Het was een geweldige ervaring om de vuurtoren te vinden die ik daags voor de vakantie getekend had. Op de foto in de reisgids leek het me al een bijzondere plek, eenzaam, ruig, de elementen trotserend, qua sfeer een beetje Edward Hopper, en ik was een hele tijd bezig geweest om de stucturen in de indrukwekkende bergwand van het Kroatische vasteland te bestuderen.

Sucuraj ligt op het uiterste oostpunt van het eiland Hvar. Zo gezellig en levendig als Hvar en Stari Grad zijn, zo leeg en niksig is Sucuraj. Vier a zes keer per dag een veerpont. Van en naar Drvenik. Kwartiertje varen. Drie winkels, twee restaurants, een ijssalon, dat is het. Weinig mensen.

De mensen bij wie we een apartmani huurden waren bijzonder aardig en toeschietelijk. Oma ontving ons, maar kon geen woord over de grens, ze ging ze met haar mobiele telefoon bellen en de kleinzoon kwam ons installeren.

's Avonds kregen we wijn uit een twee liter colafles van Maria, de schoondochter des huizes. Onze leeftijd denk ik. In zwarte treuroutfit. Opa was 15 dagen dood. Het leven was Dreck. Altijd moest ze maar werken. Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat. Ze hadden een slagerij, de ijssalon, een wijngaard, een imkerij en de appartementen. En sinds de oorlog was alles alleen maar slechter en duurder geworden. Er woonden nog maar 200 mensen in het dorp en drie winkels was te veel. De bakkerij hadden ze al opgegeven. Ze vond dat alle kinderen in Split moesten gaan wonen voor een gemakkelijker leven.

We hebben uren langs de noorkust gelopen, prachtig, naaldbomen, maquis, kale rotsen, die blauwe zee en die bergwand aan de overkant... We liepen richting een camping die op de kaart stond, waarbij we een strandje en een grill fantaseerden. Het kwam nooit. Maar toch: Sucuraj was prachtig.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten