Al maanden werk ik aan een boek(je) over het Park. Het idee is om een portrettenbundel samen te stellen uit de interviews die ik de afgelopen jaren geschreven heb voor de website van het Park. 'Mensen-maken-het-Park', is tot nu toe de werktitel. Er komen vrijwilligers, ondernemers en ambtenaren aan het woord. Veel foto's ook. De verhalen staan al een tijd op internet, maar die zie je ze niet. Ik heb lange tijd gepleit voor een boekje, en nu werk ik daar aan. Het wordt denk ik heel leuk. Maar nu moeten alle stukken opnieuw bekeken worden en geredigeerd en er moeten keuzes worden gemaakt. De ambtenares voor wie ik werk heeft weinig tijd, maar vandaag hebben we er eindelijk een afspraak over.
Het Park wordt geleid door een Parkberaad met daarin vijf koppels van een ambtenaar & een vrijwilliger. De ambtenares met wie ik werk werkt op de afdeling Communicatie. Veel uitvoerend werk voor het Park wordt gedaan door vrijwilligers, verzameld in diverse Werkgroepen. Dat is heel bijzonder, zoveel betrokken en actieve mensen. Ik zit dus in de Werkgroep Communicatie. Die wordt geleid door de ambtenares, die er helaas maar een paar uur per week voor heeft. We hebben in de werkgroep drie, vier, vijf vrijwilligers. Soms komen er nieuwe vrijwilligers bij en die gaan naar verloop van tijd ook weer weg. Echt tempo of richting heeft de werkgroep niet. Vind ik. Ik doe er mijn ding. Dd anderen ook.
Sinds een paar maanden zit er ook een nieuwe jonge vrouw bij, die de 'socials' doet. Beeldschoon. Zelfbewust. Zij schiet foto's voor Instagram en zet daar korte tekstjes bij. Stilistisch vind ik haar niet erg sterk, maar wie ben ik. Deze vrouw zit vanmorgen onverwacht ook bij mijn overleg met de ambtenares. Ze weet niet waar het over gaat, heeft geen van de stukken gelezen en gooit er allemaal vragen in over de verschijningsdatum, de drukker, het pr-plan. Zover zijn we nog niet, omdat de ambtenares er eigenlijk geen tijd voor heeft. En het leidt nogal af van de inhoudelijke knopen die ik wil doorhakken.
Dus ik ploeg me door het overleg heen. Ik kan alleen maar concluderen dat ik de besluiten toch maar zelf moet nemen, en dan komt aan het eind de jonge vrouw met de suggestie om alle verhalen door een AI-programma te halen. Artificial Intelligence. Dat doet ze zelf ook altijd, zegt ze. Alsof je een klap in je gezicht krijgt. Moet ik die suggestie weer beleefd afslaan. Ze geeft me het gevoel dat ik een bejaarde taart ben die niet met haar tijd meegaat. 'Ik beschouw schrijven en samenstellen en redigeren als werk dat door mensen gedaan wordt. Ik weet dat het tegenwoordig anders gebeurt, maar ik doe het graag op de oude manier', zeg ik.
Ik moet er uren van bijkomen.