zaterdag 31 oktober 2020
vrijdag 30 oktober 2020
Waterschade
Tot slot wil ik nog wat sfeerfoto’s maken van de abdij, ten afscheid en ter herinnering, maar die foto’s zijn wazig en onscherp, niet zoals u van mij gewend bent. Eenmaal thuis constateer ik condens op de lens, ìn de telefoon. Shit.
Wij hebben diverse telefoonwinkels aan de Amsterdamsestraatweg, maar die vertrouw ik niet. Rare winkels zijn het met veel toeters en bellen en blingbling. Ik heb een adresje in de Tolsteegwijk, Hoograven, winkelcentrum Smaragdplein, en dat vertrouw ik wel. Het begint net te regenen als ik ga fietsen, het is wel een half uur fietsen. Ik passeer al die telefoonwinkels aan de Amsterdamsestraatweg, dus ik zou toch daar heen kunnen gaan, maar ik vertrouw ze nog steeds niet. Kletsnat kom ik in Hoograven aan.
De jongens zeggen meteen: ‘Waterschade!’ en gaan ervan uit dat de telefoon in het water heeft gelegen. Dat is niet zo, zeg ik, maar ja, wie moet ik waar van overtuigen. Dat vocht zit niet alleen op de lens van de camera, zeggen ze, dat zit overal in de telefoon. Uw telefoon doet het nu misschien nog wel, maar die kan any moment uitvallen.
‘Wat kunt u voor mij doen?’ piep ik. ‘Een waterschadebehandeling. Kost 25 euro en duurt 48 uur.‘ Dan maken ze je telefoon open en weer droog. Maar geen garantie.
Het is te erg, 48 uur zonder telefoon. Die is mijn draadje naar de buitenwereld. Appen. Ik fiets weer naar huis en kijk naar binnen bij de telefoonwinkels aan de Amsterdamsestraatweg. Waterschade lijkt me een veelvoorkomend probleem. Dat kunnen die winkels vast ook wel. Ik bel er eentje op en die zegt dat de waterschadebehandeling bij hem anderhalf uur duurt en 35 euro kost. Huh?
Bobby heeft een kennis die reparaties verricht in de electronica, die bij ons in de buurt woont. Die is betrouwbaar en niet duur. Hij doet geen telefoons, reageert hij desgevraagd, en hij adviseert de telefoon 48 uur luchtdicht in een bak droge rijst te leggen. Dat gaan we nu eerst maar proberen.
Early bird
Dit zijn de ramen van de kapel bij de kerk. Mooi. Om half zes ben ik klaarwakker geklingeld door de kerkklokken voor de eerste ochtenddienst. Gelukkig ben ik daar de eerste dagen doorheen geslapen. Gisteren hebben we na het avond-broodmaaltijd een hele tijd gekletst met de dunne gluten-jongen. Het is zijn eerste keer in een klooster. Hij gaat ook vandaag weer weg. Ships that pass in the night.
We vinden jammer dat er niet even plek was voor kennismaken met de gastenbroeders en de andere gasten, zodat je in elk geval hun namen kent. Deels komt dat door de Corona, anders zou dat bij het eventueel gezamenlijk koffiedrinken gebeuren. Maar het gaat zoals het gaat. Er zijn natuurlijk ook gasten die puur voor zichzelf en de stilte komen en die geen behoefte aan praatjes hebben.
We vinden ons verblijf hier alle drie heel heilzaam. Deze jongen heeft álle diensten gevolgd, ook die van 06u. Verder wandelde, sliep en las hij. Bij mij is de creatieve ader die verstopt zat weer open gesprongen. Dat is een goed teken.
Ook nog nieuwe tekening gemaakt van Schoonzusje. Een waarop ze lacht. Ze zit aan de kust van Turkije in de buurt van Efeze, weekendje weg vanuit Istanbul. Ze is er heel blij mee, want ze vindt dat ze op het eerste portret op Tante Mies uit Den Haag lijkt.
donderdag 29 oktober 2020
De Zee de Zee
Op zo’n laatste dag heb je altijd keuzestress. Wat ga ik doen? Blijf ik in en om het klooster? Ga ik naar Bergen naar Museum Kranenburgh? Ga ik tekenen? Ga ik lezen?
Er liggen wat aardige boeken hier over het kloosterleven voor buitenstaanders. Een ervan heet Uit het hoofd in het hart en is van televisiemaker Leo Fijen die bij kloosterlingen in de leer ging om van hen te weten te komen hoe hij trager zou kunnen leven. Ik lees er een dertig bladzijden in. Maar ik heb wel vaker bij spiriboeken dat ik het zoveel tekst vind over minder-via-tekst-te-leven. Minder in-je-hoofd. Ik praktiseer dat dan graag en leef hier vooral zonder tekst. Bij de psalmen in de getijdendiensten tune ik een beetje uit.
Het wordt de zee. Zo vaak verlang ik naar de zee en vind ik het te ver weg. Nu is het drie kwartier lopen van de zee. ‘De Zee de Zee klotst voort in eindeloze deining / de Zee waarin mijn Ziel zichzelf weerspiegeld ziet...’ (Willem Kloos)
'De Zee de Zee':
IJl
We hebben gevraagd of we een nachtje langer mogen blijven en dat mag. Helaas ben ik bijna door mijn creabea-materialen heen, want omdat het weer nogal onstuimig is is er van lange wandelingen is weinig sprake. Op mijn kamer is eigenlijk het enige wat ik wil doen tekenen en kleuren. Ik had vooraf wat ‘herfstmandala’s’ geprint. Nu met mijn aquarelverf wordt het veel mooier dan met die ecolinestiften. Die waren duur en wel de miskoop van het jaar.
Er zijn nu maar vijf gasten, twee zijn vertrokken. Omdat we niet handen geven, onder het eten niet praten en überhaupt afstand houden is kennismaken er niet van gekomen en nu weten we elkaars namen niet. Je ziet wel van alles. Een van de gasten, een magere jongen, krijgt steeds apart eten en lekkere hapjes, hij heeft ook zelf van alles mee aan kwark en granen, hij blijkt ernstige gluten allergie te hebben.
Dan heb je van die kleine belevenissen. De eerste dag was er te weinig warm eten. We zouden allemaal een eigen schaaltje pasta krijgen om het heen en weer lopen te vermijden (we zitten immer allemaal aan aparte tafels) maar er waren maar vier schaaltjes in plaats van zes dus ging iedereen Heen en weer lopen om eerlijk te verdelen. Ondertussen ging eentje naar de broeders om te zeggen dat er niet genoeg was. Daar concludeerden ze dat wij enorme hongerlappen zijn en gisteren hadden we én dikke soep, én vier schalen machtige ovenschotel met veel aardappelen en kaas, en toen iedereen twéé pannenkoeken toe. Toen bleef de helft staan.
Vanmiddag na het eten zijn de broeders een middagje vrij. Ze mogen uitwaaien. ‘De jongeren, onder de zestig,’ grapt de gastenbroeder. Monnikenhumor. Ze moeten ook altijd wat, ze hebben een strikte dagorde en honderden taakjes en verantwoordelijkheden.
De buienradar voorspelt dat het vanmiddag weer regent, dus dan moet ik maar gauw voor de eucharistie van 09.30u een herfstwandelingetje maken.
woensdag 28 oktober 2020
Helden
Gelezen: Kleine helden zijn wij door Stijn van der Loo. Wie zoekt die vindt. Stijn van der Loo (liedjesschrijver, zie vorige blog) heeft vier romans geschreven, waarvan deze de meest recente is. Mooi boek. Over de teloorgang van een vijftiger. Ik vond het in de e-bibliotheek, dus kan ik het ook in het logeerbed zonder leeslampje lezen.
Zeer herkenbaar hedendaags, al is het van 2018, dus nog pre-Corona. Nu staat álle teloorgang (van creatieve beroepen, horeca verzin het maar) in het teken van Corona, en alles van daarvoor valt bijna in in het niet. De journalistiek en fotografie als vakgebied waren al vóór Corona ingestort.
Hoofdpersoon heet Smolder, maar verder komt het allemaal zeer autobiografisch over. Hij is een voormalige liedjesschrijver die journalist werd en hoe de journalistiek teloor ging. En toen ging zijn huwelijk met zijn vijftien jaar jongere vrouw stuk, werd zijn moeder in Brabant steeds dementer, en liepen journalistieke werkzaamheden af. Het leven zelf. Hij schrijft er mooi over, eerlijk en toch ook nog soort van luchtig.
Over dementerende moeders schrijven: het wordt veel gedaan. Een belangrijk thema in de hedendaagse literatuur. Het is ook zo’n ingrijpend proces. Enerzijds bijna eerloos, die teloorgang, anderzijds een groeiende liefde en zorgzaamheid. De dementie van de moeders in de diverse romans is trouwens steeds anders, de ziekte heeft niet één verloop.
Deze Smolder schrijft meer over de druk van de zorg op afstand dan over een grote verdiepende liefde voor zijn moeder. Zij met haar chaos in huis, ze kan geen apparaat meer bedienen, ze propt haar hondje vol eten, ze vervuilt, ze zwerft door het dorp en de buren spreken schande. Hij beschrijft het allemaal gelukkig luchtig, anders was het onverdraaglijk. Zijn zus en hij moeten het oplossen, en ze komen al ongeveer om de dag en de thuiszorg. Och hemel ja. Zo herkenbaar al die dingen.
Van de Dom
Ha! Ik heb mijn iPod weer aan de praat. Dat is mijn muziekapparaat van rond 2008, van vóór de iPhone en het streamen. Wat was dat toen een innovatie. En nu al lang hopeloos achterhaald. Ik neem het mee op reis naar WiFi-loze plekken. Al mijn oude lievelings-cd’s staan erop. Die heb ik er toen allemaal op gekopieerd, weken zo niet maanden werk was dat. Ik vrees dat de accu op is. Maar aan een stopcontact gehangen doet hij het.
Een van de oude lievelingszus-cd’s is ‘Still Crazy’ van Intermezzo. Nederlandse liedjes. De schrijver van de liedjes heet(te) Stijn van de Loo. Ik vond zijn liedjes allemaal even briljant, de muziek en de teksten. Ik zong ze liefst elke dag. Veel melancholie en liefdesverdriet.
Later deed hij dingen met Huub Oosterhuis. Bij de opening van het muziekhistorisch ‘De Liefde’ in Amsterdam zong hij het prachtige ‘Ken je mij? Wie ken je dan...’ Later zong Trijntje Oosterhuis het ook.
Wat zou er van deze Stijn geworden zijn?
- ‘Er is een duif gevallen van de Dom‘
- ‘Ken je mij’, samen met Claire Porter in Coronatijd:
Heilig
Eerdere jaren, misschien wel tien jaar geleden, ging ik om in een spirituele mood te komen heiligen tekenen. Iconen. Vrouwelijke heiligen, want op mannen met baarden heb ik het niet zo. Of engelen. Of Maria’s.
Er zijn hele mooie vrouwelijke heiligen te vinden bij de Oosters Orthodoxen. Ook koninginnentypes, kleurig getooid, rijk gedecoreerd, vorstinnen. De heilige Agia Theodora was zo’n type. Ze zijn te vinden op Pinterest, daar zoek ik dan eenvoudig naar ‘female saints’, en er zijn er héél veel.
Maar welke heilige spreekt mij aan en waarom? De naam? De datum? De tooi? De attributen? Nu zocht ik een heilige zonder hoofddoeken. En ook nog graag met grijs haar. Dat had ik laatst ook al bij het zoeken naar een nieuwe serie op Netflix, dat ik series zocht over vrouwen met grijs haar. Die zijn er ook niet veel. En dan nu een vrouwelijke heilige zonder sluier en/of met grijs haar en zo kwam ik uit op Heilige Maria van Egypte. En op Jeanne d’Arc.
Het klooster
Het mooie van in een klooster logeren is het ‘herbronnen’, zoals dat geloof ik genoemd wordt. Het is een beetje een Vlaamse term, wij zeggen eerder ‘bijtanken’. Herbronnen is je weer bij je ‘bron’ komt.
Doordat je in een sobere maar liefdevol verzorgde gastvrije omgeving vertoeft en je verder zelf in je eentje voor je eigen geestelijk en lichamelijk welzijn zorgt, en entertainment en commerciële uitjes Even blokt, word je rustig en raak je (als het goed gaat) geïnspireerd. Je eet in stilte, wat als voordeel heeft dat je niet naar al dan ge-ouwebep hoeft te luisteren. Natuurlijk ben je ook wel nieuwsgierig naar sommige andere gasten, maar de weldaad van de stilte is groot. Veel glimlachen is het devies. En bedenken: waar heb ik nu behoefte aan / zin in? Echt?
Bij de gebedsdiensten zitten is fijn. Er zijn tien monniken die een riedel psalmen zingen. Ik volg die van 07.30u, 09.30u, 12.30u, en 20.u. 06u en 17u sla ik over. Het is mooi om te kijken en te luisteren naar die toewijding. Er een beetje deel van uit te maken.
Er zijn hier nu acht gasten, normaal komen er tot zestien gasten. Kloosters zijn zelfvoorzienend en het gastenverblijf is het grootste deel van de inkomsten van dit klooster. Mensen logeren hier graag. Ze zijn vrijwel altijd volgeboekt. Andere bronnen van inkomsten zijn de kaarsenmakerij en de boek-en cadeauwinkel. En zaaltjes voor spirituele cursussen.
Er komen ook mensen uit het dorp naar de diensten. Telkens aan het begin en eind van de dienst klinken klokken. Het is denk ik helemaal onderdeel van het dorp, dit klooster. Een dorp verderop is nog een klooster, een vrouwenklooster: Leoba. Er zijn altijd bezoekers, maar het is niet zo commercieel als de kloosters in België en Duitsland die wij bezocht hebben die er vaak een mega restaurant bij hebben.
Er werkt hier al jaren een heel aardige jongen/man als coördinator van het gastenverblijf. Hij doet dat erg goed, hij is een prettige charmante aanwezigheid. Gisteren zong hij mee in de eucharistie, hij had een hoofdrol in de zang en een prachtige professionele stem. Normaal loopt hij in burgerkleding maar in de dienst droeg hij ook een zwarte pij en hij had een stemvork om zijn hals. Dus ik maar eens googelen. Hij heeft eerst Engels gestudeerd In Nijmegen en vervolgens oude vocale muziek aan het conservatorium van Tilburg. Hij vindt dit geweldig werk in het klooster. Daarnaast geeft hij concerten en cursussen.
Verder lezen:
https://nos.nl/l/2177628
dinsdag 27 oktober 2020
Open plek
De weer-app beweert dat het regent, maar de buienradar geeft nog een paar uur respijt. De zon gaat om 17.27u onder, dus om half vier besluit ik dat ik nog wel op en neer naar de zee kan: twee keer 3,5 km. Mooie lege duinen. Noord-Hollandse Duinen, 3 km breed.
Wel mis ik het ‘avondgebed’ van 17u, maar ooit zei Arthur iets over waar je de hemel ziet daar is je kerk. Nee, zo zei hij het niet, maar ik weet het niet meer. (Nagezocht. Het was bij de retraite in Ranst. ‘De open plek in het bos is de puurste vorm van tempel’, zo zei hij het. 2015 was dat. http://lucietheodora.blogspot.com/2015/10/ohne-worte.html?m=1)
Bij het avondeten wordt een van ons gasten geacht het eindgebed uit te spreken, maar niemand neemt het initiatief. We zitten maar en zitten maar. Ik wil wel weg, maar dat kan niet want eerst moet er gebeden worden. Na lang wachten zeg ik: ‘’Wil iemand het gebed uitspreken? Ik liever niet.’ En dan doet de kale jongen het. Iedereen opgelucht.
We kunnen ons verblijf hier met een nacht verlengen. We gaan dat doen, want anders is het morgen alweer de laatste dag. Ik moet misschien iets minder doen. Want ik heb nu al twee portretten, één heilige en twee mandala’s gemaakt, en een 7 km wandeling naar zee. En vier gebedsdiensten. Geen wonder dat ik gevloerd ben.
Schoonzus
Eerste ochtend in het klooster. Schoonzusje was jarig eerder deze week en ik heb haar een portret beloofd. Omdat zij ‘n groot fan van mij is slaat de faalangst me dan om het hart, maar het is weer aardig gelukt, al zeg ik het zelf.
De vorige Corona-periode ben ik eerst de vriendinnen, toen de nichtjes, en tot slot de neven gaan schilderen. Ik moet maar nieuwe reeksen bedenken. Buren. Collega’s. Koorgenotes. De gymjuf. De Geschwister.
De eerste nacht
Het bureaulampje op de kloosterkamer is te zwak om bij te tekenen. Gelukkig heb ik voor vertrek nog wat mandala’s geprint voor hier. Je hoeft alleen maar vakjes te kleuren en er komt iets moois uit. Ik begon met een herfstmandala met de ecoline-stiften. Dat werd - door de felle kleuren van die stiften - zó hysterisch vrolijk dat het niet helemaal klopt.
De gastenbroeder vertelt dat Corona dit klooster nog niet binnen is geweest. Wel is alles zo ingericht dat het virus hopelijk buiten blijft. Wij gasten doen alles op afstand. Iedereen eet in de refter aan een eigen tafel. Eén persoon ruimt op en zet de boel klaar voor de volgende maaltijd. Om de beurt. Niet samen afwassen. Je gaat niet naar een algemeen toilet, alleen naar het toilet op je eigen kamer. In de kapel zitten we drie meter van elkaar.
Raar dat je hier ‘s avonds niet kan goed lezen. Ik heb vijf boeken mee, veel te veel, en ben begonnen in een boek dat hier op tafel ligt: Eerste Hulp Bij Kloosterbezoek door Jan-Willem Wits. Bijzonder informatief en prettig geschreven voor de leek. Maar dat kan ik dus alleen overdag lezen.
Een mandala gaat ‘s avonds bij dat lampje nog wel. Een Corona-mandala dan maar. Bij het gevaar om ons heen passen deze kleuren meer. Als ik de volgende nou met kleurpotlood ga doen dan wordt-ie wat gedempter.
Op vakantie download ik ook altijd e-boeken van de bibliotheek, want dan kan je ook zonder koplamp lekker lezen. Maar ook dát heb ik dit keer niet gedaan. Als ik dat nu wil moet ik op zoek naar sterke Wifi.
In de nacht onweert het hard. Het voelt veilig en geborgen in een klooster. Ook de vaste structuur van de dag met vijf gebedsdiensten van een half uur en drie maaltijden maakt dat je je vrije lege tijd extra waardeert koestert. Dat vaste schema, die discipline, is een van de peilers van het kloosterleven.
maandag 26 oktober 2020
Thuiskomen
Ik ben er nog maar twee uur, maar het is nu al fijn in het klooster. Dat je universum beperkt is tot 12 m2. In een mooie omgeving waar goed voor de mensen gezorgd wordt. Kletsen en gezelligheid is niet het concept, iedereen komt hier voor zijn/haar eigen proces. Ik heb best veel boeken en tekenspullen mee, maar dan heb je wat keuze. En zo begin ik mijn bezoek hier maar met een mandala in de kleuren van het seizoen.
Tot nu toe deed ik kloosterretraites altijd in een (zwijgende) groep. Die had dan een licht programma met een thema om over te peinzen, een beeldmeditatie en loopmeditatie. Die groep is er niet meer dus nu doen we het individueel. Vanwege Corona zijn er nu max 8 gasten. Elk van de gasten eet aan een eigen tafel in de gastenrefter - normaliter eten de gasten tussen de middag in de refter van de monniken.
Ik moet nog wel even wennen, want er is bijvoorbeeld geen goed licht. Een plafonnière voor het algemene licht en een bureaulampje met zwak geel licht. Daar kan ik niet bij schilderen. Geen bedlampje. We hebben thuis van die koplampen met sterk wit licht, voor in de tent. Heel goed voor halve blinden als ik. Waarom heb ik die niet meegenomen?
Bij het eten is een gastenpater aanwezig die het Onze Vader opzegt en een muziekje opzet voor tijdens het zwijgen. Heel gezellige sociabele man. Hij moet nu ook de afwas doen wegens Corona, opdat wij gasten niet hulpvaardig in elkaars aura gaan ronddrentelen. De muziek die hij draait is van de ‘Zusters van Minsk’, Erg mooi ijl, die ik vanwege geen WiFi hier pas thuis zal kunnen beluisteren.
Please Like Me (2)
Vanmorgen las ik een column van de schrijfster Saskia Noort in de Linda die zich in deze coronatijden helemaal in tv-series verliest. Zij is nu verslaafd aan The Real Housewives of Beverly Hills en koppelt dat aan haar single-zijn en alleen wonen, maar samenwonenden hebben het ook hoor.
Het is wel fijn om te lezen over het thuisleven in coronatijden. Zo volg ik ook Gerbrand Bakker over hoe hij zijn dagen doorkomt met zijn huis tuin buren en hondje en sinds een tijd ook weer een man. In de Vogezen. Gerbrand heeft geen column meer in Trouw, maar zijn blog volg ik nog steeds. Hij heeft neem ik aan zijn werk als schrijver, maar daar gaat het niet over. Gerbrand en zijn man kijken samen tv, onder andere de praatprogramma’s en becommentariëren dan alles en iedereen. Niet dat ik het zo op praatprogramma’s heb, maar ze becommentariëren lijkt me erg gezellig voor af en toe.
Enfin, ik was blij met Saskia’s column. Gelukkig, ik ben niet de enige. Want ik heb nu drie dagen naar de serie ‘Please Like me’ gekeken, helemaal verslaafd, en nu is het boek uit. Het was geweldig als die mensen met hun verweven levens en al hun gedoe. Ik ga ze missen, allemaal. De serie is net zo leuk en verslavend als ‘Grace & Frankie’. Nu nog leren dat ik Dat leuk vind en dat ‘mag’ van mijzelf. Misschien heeft iemand nog een tip voor mij?
zondag 25 oktober 2020
Negatief
Voor wie nieuwsgierig is naar de uitslag, de test is (weer) negatief. Je hoeft niet te wachten op een telefoontje: je kunt de uitslag ook zelf opzoeken op een website. Met de DiGiD. We dachten het al, maar ja, je weet het niet.
Nu hoef ik niet meer tegen de mensen te zeggen: ‘Eh... mijn huisgenoot heeft een Corona-test gedaan, eh... mag ik nog wel komen? Officieel volgens de regels van het RIVM mag het wel, maar jij mag het zeggen!’ Dat is voorlopig weer voorbij.
De sportvereniging blijft nog even dicht, melden ze. Morgen zal er ook wel een vergelijkbaar mailtje van het koor komen. En dan wachten op nog strengere maatregelen.
zaterdag 24 oktober 2020
Please Like Me (1)
Om het leven wat luchtiger te ervaren kijk ik naar de Australische comedyserie ‘Please Like Me’. Ook Netflix. Hoofdrolspeler en regisseur is komiek Josh Thomas. ‘Iedereen in de serie is een ongemakkelijke eikel’, schreef de Volkskrant indertijd complimenteus toen die serie gelanceerd werd. ‘Net vaak genoeg lief en een beetje kwetsbaar.’ 2013 was dat. Het is een beetje 'Seinfeld', een beetje 'Friends', een beetje 'Will&Grace'. Maar die waren jaren 80, dit is nu.
Ik kijk op de iPad met de koptelefoon op terwijl Bobby leest. Af en toe grinnikend. Wij zijn in deze ontregelende tijden ook maar steeds met ons tweeën, leg ik uit, met al die gedoetjes van slechts the both of us, in zo’n sitcom lopen wel tientallen personages hun wonderlijke zelf te zijn. Dat is wel ontspannend.
Bobby weet wel een paar logés te bedenken die mij van mijzelf zouden afleiden.
Zou er al een sitcom bedacht zijn over mensen in Coronatijd?
Baarn
Ik had Will niet goed gegrepen, ze wil toch wel wandelen. Gelukkig. De herfst is nu wel ongeveer op haar mooist. We doen een ‘FrankWandelt‘ rond Baarn. Starten bij het station. Het is een wandeling in de categorie ‘groene Wissel’ en dat zijn veel kleine paadjes zonder markering. Dus verdwalen. ‘Na 100 meter een klein bospaadje naar links’, is het soort instructies waarbij zo’n route mis gaat. Verdwalen deden we tot nu toe bijna nooit, maar we liepen begin dit jaar vooral in het open veld, dan heb je toch minder keus aan kleine-paadjes-naar-links dan in een bos. Maar mooi!
vrijdag 23 oktober 2020
De teststraat
Vanmorgen (toeval?) komt er op Facebook een filmpje langs van het Rode Kruis 'Hoe werkt een teststraat? Vlog#1'. Wij hadden al de ervaring met de commerciële coronatest twee weken geleden op het dak van het Shopping Mall aan de A2. Maar nu mag ik denk ik niet mee. Kijken bij de teststraat in Woerden. Voor meekijken hebben we tegenwoordig vlog(st)ers. Meisjes die het hartstikke tof vinden om daar te werken.
Comedy
Gezien: de Netflix-film The land of steady habits.Een comedy heet het, het gaat over de midlifecrisis van een man in de vijftig, die vrouw en huis en haard en werk - het goede leven - verlaat omdat hij het allemaal niet meer ziet zitten, maar hij slaagt er vooralsnog niet in om er weer wat van te maken. Hij heeft een nieuwe flat die maar niet gezelliger wordt en hij heeft eigenlijk ook geen vrienden meer nu hij zijn oude leven achter zich heeft gelaten. Hij pikt af en toe een vrouw op in een woonwinkel, maar als het tot seks komt dan bakt hij er niks van.
Zijn ex-vrouw gaat verder met een rijke oud-collega. Hun zoon (twintiger) bakt er voorlopig ook weinig van. Dan is er ook nog de beste vriendin van de ex en haar zoon, die striptekenaar wil worden maar ook nogal aan de drugs is. Het is allemaal heel uitzichtloos, maar ik geloof dat er aan het eind toch lichtpuntjes aan de horizon gloren.
Comedy? Dat weet ik niet. Ik moest af en toe wel innerlijk glimlachen om zoveel treurigheid, maar niet uitbundig. Het is een aardige onderhoudende sfeertekening van het leven van de pas gescheiden man. Regie: Nicole Holofcener, die ook de Netflix-serie over een vrouwengevangenis serie Orange is the New Black maakte.
donderdag 22 oktober 2020
Nu even niet
Bobby heeft keelpijn. Iedereen heeft wel eens keelpijn, elke herfst, maar nu is het opeens een ding. Het zal wel gewoon verkoudheid zijn, maar laten we toch maar testen, zeggen we. Het zijn vriendelijke telefoontjes met de GGD, moet ik zeggen. Ze nemen de tijd. In Utrecht is pas zaterdag plek om te testen, maar in Woerden kan hij vrijdag al terecht. Dus niet naar Auntie, bezoek van vanavond afzeggen, morgen geen Buurttaxi, mijn afspraak met Mirjam op de Veluwe afzeggen...
Bobby moet meteen in quarantaine tot de uitslag er is. Als ik de voorschriften erop nalees mag ik mij nog gewoon vrij bewegen zolang Bobby geen koorts of benauwdheid heeft. Maar niemand wil mij meer zien. Doe maar even niet. Nu even niet.
Dan ben je zielsgelukkig met je Niftarlake- en Vechtplantsoen voor de deur. Er worden weer veel wandelingetjes gemaakt. Ik ben niet de enige.
Feilbaar
Op de een of andere manier wordt wat zich in de media afspeelt ook weer belangrijker naarmate er minder input van buiten komt. Normaal kijk ik vooral naar het Acht Uur Journaal en Arjen Lubach en volg ik diverse nieuws-apps, maar nu laat ik mij toch ook weer af en toe verleiden tot ‘Op1’ en ‘Eva Jinek’. Dus de Griekse tragedie met de Koning heb ik ook in alle toonaarden meegekregen. Deze cartoon vanochtend in Trouw wil ik u daarom niet onthouden.
‘Wij zijn niet onfeilbaar’, zegt de Koning in het filmpje. Cultuurhistoricus Herman Pleij bij Jinek aan tafel vindt dat een rare uitdrukking, omdat die alleen voor de Paus gebruikt zou worden.
woensdag 21 oktober 2020
O en voorgoed voorbij
Will is jarig en ik ga op de verjaardagskoffie. Parkeren in hartje Amsterdam kost €7,50 per uur dus ik ga toch maar met bus, trein, metro en tram. Ik heb het zo bedacht dat ik op het Leidseplein bloemen kan kopen, maar de bloemenstal op het Leidseplein is weg, evenals de bloemenstal op de kop van de Elandsgracht, én de bloemenwinkel op de Elandsgracht. En zo kuier ik onverwacht door mijn oude buurtje, waar ik van 2000 tot 2010 woonde. De lijstenmakerij is niet meer, die is nu een ‘Jordanese’ kapsalon en in de werkplaats onder voorheen ons huis zit nu een ‘barbershop’.
Herinneringen aan de wandelingetjes met hond Dino door de buurt, de uitgaansavondjes met Will naar de film en de afzakkertjes bij café Eylders. De Boekenbals in de Stadsschouwburg en dan diep in de nacht een beetje aangeschoten naar huis terug lopen. Het Turkse restaurant Divan. Mary Lindeman en haar Albert Heyn. De bloemen koop ik maar daar.
1982-1994 Amsterdam West (Bos & Lommer), 1994-2000 Amsterdam-Noord (bij Oostzaan), 2000-2010 Amsterdam centrum (Jordaan), 2010-2015 Amsterdam-Oost (Zeeburgerdijk). ‘Voorbij, voorbij o en voorgoed voorbij’, dichtte de dichter JC Bloem.
dinsdag 20 oktober 2020
Art in America
Op naar Kunsthal KAdE in Amersfoort waar een tentoonstelling is ‘This is America / Art USA Today‘ als opmaat naar de aanstaande verkiezingen aldaar. Het is niet een gemakkelijke esthetische tentoonstelling, de chaos van dat land wordt weerspiegeld in de kunst die er bijeenhangt. Het reflecteert niet alleen op de Black Lives Matter-beweging van nu, maar ook op de Civil Rights Movement in de jaren zestig en het feminisme en de homobeweging in de jaren zeventig en tachtig. Kunst van inheemse Amerikanen en van Mexicanen. Alles wat buiten het discours van de gevestigde witte-mannen-orde valt.
Het lijkt me niet eenvoudig om een tentoonstelling samen te stellen onder de noemer Art in Amerika Today. Hoe te kiezen uit de vele duizenden kunstenaars? Welke insteek? Deze samensteller heeft gekozen voor kunst met een politieke boodschap, kunst die laat zien hoe Amerikaanse burgers die niet tot de mainstream horen erbij zitten. En hoe lang hun strijd om rechtvaardigheid al duurt.
De Amerikaanse maatschappij staat helemaal op zijn kop, denken wij nu, sinds Trump, maar als je deze tentoonstelling bekijkt is dat voor heel veel Amerikanen niet alleen nu, maar al decennia, eeuwen. Alleen Trump heeft het nog erger gemaakt.
Insert
Er komt een siliconen insert-mondmasker langs in de social media, waarmee je wat ruimte kunt creëren tussen je neus en je mondmasker. Omdat met het nieuwe pakjes wegwerpmondmaskers (van de Hema) alsmede ook met mijn stoffen wasbare maskertje steeds mijn bril beslaat heb ik grote behoefte aan wat zij mij hier beloven. Zeker sinds die 465 trappen gisteren.
Het is voorlopig nog niet voorbij met die maskers, vrees ik, dus dan maar een extra hulpstuk erbij. Maar nadat ik op de eerste advertentie geklikt heb en vervolgens bij Bol.com equivalenten zoek komen er voortdurend weer nieuwe siliconmaskers langs. O ja, die algoritmen. Wat een handel!
En natuulijk beloven ze eerst levering binnen 24 uur, maar als je betaald hebt volgt er een mailtje dat wegens grote drukte de levering wat langer op zich zal laten wachten. Ben ik er weer ingestonken.
maandag 19 oktober 2020
Herfstvakantie
Het is herfstvakantie en ja, daar zijn Colet en Liesje weer. Het is een traditie aan het worden: een toeristisch uitje in Utrecht. Twee jaar geleden deden we Museum Speelklok, vorig jaar het Nijntje Museum en nu dan de Domtoren. Nog nooit was ik op de Domtoren, het is nogal nauw en hoog, maar als zij gaan wil ik het echt niet missen.
De Domtoren staat in de steigers. Er wordt gewerkt aan een grondige restauratie. Maar we mogen er toch in en op. Op de gele stippen staan en vijf treden afstand houden. We doen de Kids-tour, de rondleiding voor kinderen. Liesje heeft haar huiswerk heel goed gedaan en op alles wat de gids aan de kinderen vraagt weet zij het antwoord. ‘Hoe kregen in de Middeleeuwen de bouwlieden die stenen naar boven?’ ‘Met een katrol!’
Het is wel benauwd klimmen met mondkapjes op. Ik was al wat benauwenis gewend vorige week in de kopermijn in Düppenweiler, maar dit is ook erg. Hijgend achter een mondkapje. Pff.
Het is dan wel een klere-eind naar boven, 465 treden, maar het uitzicht is fantastisch. We zijn er jammer genoeg veel te kort.
zondag 18 oktober 2020
Paula
Gelezen: Hier zijn is heerlijk. Het leven van kunstschilder Paula Modersohn-Becker door de Franse schrijfster Marie Darrieussecq. Dat komt zo: ik kreeg een uitnodiging voor een tentoonstelling(kje) rond een schilderij van Paula Modersohn-Becker in het Kunstmuseum in Den Haag. Onmiddellijk spijt dat ik in 2018 niet naar de overzichtstentoonstelling over haar werk in het Rijksmuseum Twente gegaan ben. Ik vond dat toen te ver weg.
Ik ga plaatjes googelen. Wikipedia lezen, trailers van films kijken. Er is heel veel materiaal over haar. Ze leefde van 1876-1907, werd maar 31 jaar. Ze is best beroemd nu, ze heeft 750 schilderijen gemaakt, in slechts een paar jaar tijd, maar tijdens haar leven verkocht ze niets. Ze werd maar 31, stierf vrij kort na de geboorte van haar eerste dochtertje.
Ik vind het prachtig werk. Ze hoorde tot de vroege expressionisten, begin 20e eeuw. Veel van haar werk is later door de nazi’s als entartet bestempeld en vernietigd. Ze schilderde vooral vrouwen. Meisjes. Moeders. Baby’s. Onopgesmukt. Heel treffend. Niet geromantiseerd of geërotiseerd. Niet als symbool. Gewoon een mens. Heel nabij. Indrukwekkend. Niemand had dat ooit zo gedaan.
In de bibliotheek vind ik dit boek. Ook 2018. Bij de uitgeverij zie ik dat de catalogus bij de tentoonstelling in Enschede helemaal is uitverkocht. Die bestel ik via Boekwinkeltjes. Deze Marie weet kort maar krachtig zeer begeesterd en betrokken een portret van Paula Becker te maken, die wilde schilderen, in Parijs, maar ook een gezinsleven wilde met haar man de landschapsschilder Otto Modersohn in de kunstenaarskolonie op het platteland. Marie raakte zo involved met Paula na het zien van een schilderij van moeder en baby, waarbij de baby naast de moeder op bed ligt, dat was nooit zo afgebeeld.
In het bos
Wat doen Nederlanders liefst op zondagmiddag? Liefst uit winkelen of naar het bos. Nu we echt weer afstand moeten houden gaan de meeste mensen gelukkig niet meer de stad in, en gaan ze weer naar het bos.
Was ik even vergeten, We doen een nieuwe poging tot een mooie herfstwandeling en rijden naar Lage Vuursche. Ook hier is het weer idioot druk. Zoals trouwens altijd. Normaal is het daar pannenkoekenrestaurant na pannenkoekenrestaurant, en die zijn nu dicht. Minstens de helft van de restaurants heeft echter afhaalvarianten bedacht, zodat de mensen buiten pannenkoeken op kartonnen borden staan te eten. Het afval laten ze staan.
Ook hier zijn de parkeerplaatsen en de bospaden vol auto’s. De grote parkeerplaats De Stulp is zelfs afgesloten, maar de mensen vinden daar wel wat op. En als je 500 meter van je parkeerplek weggewandeld bent is de drukte weer nagenoeg opgelost.
Leersumse Veld
Zus3 en ik willen graag naar het Leersumse Veld. De combinatie bos, hei en water spreekt tot de verbeelding, zeker in de herfst. Op en een of andere manier ben ik er nog nooit geweest want het is net te ver. Toen ik laatst met Line en haar grote herdershond naar Leersum ging om te wandelen bleek het Leersumse Veld zelf geen hondenlosloopgebied. Dus gingen we een eindje verderop in het bos.
Het mag geloof ik niet zo zijn. Vandaag staat eerst het verkeer muurvast op de provinciale weg tussen Maarn en Leersum. Wie doet er nu asfalteren op zaterdagmiddag? Komen we na een half uur stilstaan eindelijk op de parkeerplaats van Staatsbosbeheer aan, blijken we bepaald niet de enigen te zijn. Het is een gekrioel van auto’s en er zijn geen parkeerplekken meer. Auto’s die op een bospad geparkeerd staan hebben een bon. Dus uitwijken naar elders. Komt het door de nieuwe Corona-beperkingen dat het hier zo krankzinnig druk is?
Als we eindelijk lopend bij het startpunt van de wandelroutes aankomen is er een plattegrond met een gele paaltjesroutes om het meer heen, 6 km, maar wij zien nergens gele paaltjes. Alleen geel-groene. Dan volgen we die maar, maar die route blijkt helemaal niet om het meer heen te lopen maar recht zuidelijk naar Leersum door het bos, en wel naar de parkeerplaats waar ik met Line geparkeerd stond een paar weken geleden. Grr.
Laten we genieten van het bos en het beschouwen als uitnodiging om nóg een keer te gaan, zeggen we wijs tegen elkaar.
zaterdag 17 oktober 2020
Pasteten
In onze kookboekenkast vind ik een Duits kookboek met recepten uit het regime van de Weight Watchers. Ik weet nog dat ik het kocht in Travemünde. Er staan punten bij de recepten, maar ik ben de systematiek van hun puntensysteem kwijt. Maar ik vind wel een grappig oerduits recept met voor Pasteten (ik denk dat een pasteitjes zijn) op basis van een deeg van griesmeel, maizena, aardappel en ei. Huh? Die Duitse gutbürgerliche Küche.
Er moeten wel even wat woorden opgezocht. Speisenstärke is maizena. Een Prise is een snufje.
Het deeg is enorm plakkerig: griesmeel, maizena, ei en geprakte aardappel. Krijg dat maar eens netjes op je bakplaat. En dan de vulling (rauwe ham, ui, spinazie) erin frotten en tenslotte de zijkanten met een mes ophogen. Erg avontuurlijk en lekker bovendien. Bobby krijgt vier Pasteten, in het kader van de matiging ik slechts twee. En dat is meer dan genoeg.
Het recept heeft 12 punten in de Weight Watchers-telling. Dat is geloof ik wel veel.
Hunebed
In de weekendbijlage van Trouw staat een artikel over hunebedden en het opent met een foto waarvan ik meteen weet: Dat is óns hunebed. Het ligt in de Emmerdennen, het was een tijdje doel van onze wekelijkse zondagmiddagfamiliewandeling toen wij nog in ‘het dorp‘ woonden. ‘Het dorp’ heette dat wat je tegenwoordig ‘het centrum’ of ‘de stad’ zou noemen. Ik ben al zo lang uit Emmen weg, dat ik niet weet of dat nog ‘het dorp’ heet.
Wij woonden tot 1965 aan de Allee, vlakbij het spoor en het station. Niet ver voorbij de overweg begon het bos, de Emmerdennen. Bij die spoorwegovergang had je de bakker en café-restaurant het Boshuis. Daar begon de Boslaan. Evenwijdig aan de Boslaan liep het bospad naar het hunebed, wat we natuurlijk van alle kanten beklauterden. Ik weet alle stenen nog, waar de steen ruw was en waar gevaarlijk glad.
Ik voel me nu net Auntie als ze wéér ‘En langs het tuinpad van mijn vader’ gaat zingen.
Het is ongeveer het beroemdste hunebed van Drenthe. Maar wie niet opgegroeid is mer hunebedden kan ze vast niet onderscheiden.
vrijdag 16 oktober 2020
Een koning en zijn halfzusje
Dit vind ik nu een mooie foto. Járenlang heeft de ‘buitenechtelijke’ dochter van de Belgische koning Albert gestreden voor erkenning. Na een dna-test krijgt ze die eindelijk. Ze wordt zelfs prinses, maar in de berichten staat erbij - vorige week - dat ze er niet op hoeft te rekenen dat ze welkom is bij het Koninklijk Kerstdiner.
En nu dan dit. Koning Filip en zijn halfzus de kunstenares Delphine Boël zijn zeer geïnteresseerd in elkaar. Ze is welkom geheten. Wie ben jij? Wat lijken we op elkaar? Hoe was papa vroeger? Hoe vaak was papa dan bij jullie?
En dan zo’n licht schutterige foto speciaal voor de social media. Ze willen het volk laten weten dat ze blij verrast zijn met elkaar. Wat een toestand zal dat zijn in die familie.
En wat te denken van het gezin van Delphine, want ze heeft een man en twee dochters. Mijn mama is de dochter van de koning, maar hij wil dat niet weten. Mama is naar de rechtbank voor erkenning. Mama heeft erkenning. Mama is prinses! Mama heeft haar broer de koning ontmoet!
En ónze koning gaat even op vakantie naar Griekenland terwijl iedereen gemaand wordt thuis te blijven.
Virtual Lab
We gaan op kraamvisite en Nichtjes Man die biochemicus is werkt thuis. Hij komt naar beneden, verzorgt de beschuit-met-muisjes, en we zijn helemaal verrukt van alles en iedereen. We doen knuffelen met de kleine jongen en kwartetten met de meisjes.
Op een gegeven moment gaat het even weer over het gewone leven en Nichtjes man vertelt dat hij een virtueel laboratorium ontwikkelt en of we dat willen zien. Ik heb geen idee, maar dat wil ik wel. Als we niet al naar huis moeten omdat de kraamvisite lang geduurd heeft. Zo lang duurt het niet, zegt Nichtje. Nog nooit deed ik virtual reality.
Op een gegeven moment gaat het even weer over het gewone leven en Nichtjes man vertelt dat hij een virtueel laboratorium ontwikkelt en of we dat willen zien. Ik heb geen idee, maar dat wil ik wel. Als we niet al naar huis moeten omdat de kraamvisite lang geduurd heeft. Zo lang duurt het niet, zegt Nichtje. Nog nooit deed ik virtual reality.
Het is héél fascinerend. Je staat gewoon in de woonkamer, dat weet je. Je krijgt een grote 'bril' op. Je waant je in een groot leeg laboratorium. Je ziet kasten vol trechters en flessen en pipetten en die kun je ook (virtueel) pakken. Je kunt helemaal om je heen kijken, voor achter, links rechts, boven, onder.
donderdag 15 oktober 2020
Naar de wolven
Tot mijn verbazing is de openbare bibliotheek aan de Neude ook in deze nieuwe corona-lock down ‘s avonds nog open. Ik fiets er naar toe om een prentenboek over een wolf te halen. Dat komt: ik had aan Nichtje over ons bezoek aan het Duitse wolvenpark verteld en volgens haar zijn haar dochters van 4 en 2 daar erg in geïnteresseerd. Ze vinden dat griezelig. Dus ik googelen op peuterboeken over wolven en vind er een paar.
Maar in de grote hoofdbibliotheek is maar één servicebalie geopend, op de tweede etage, met slechts één mevrouw, en klanten helpen met andere vragen dan hun pasje en boetes zit er niet in. Dan doen ze alleen tussen 12 en 18 uur, zegt ze. Op de begane grond staat een beveiliger die uitlegt dat ze wel open zijn, maar ‘service-luw’.
Ik mag mijn eigen weg zoeken. Ik ben niet goed in zoeken in kasten die ik niet zelf ingedeeld heb. In geen decennia ben ik in een prentenboekenkast geweest. Prentenboeken vind ik prachtig, maar niet zo’n kast vol. Die zien er altijd vreselijk chaotisch uit. Onbekende namen en formaten, veel kleur, schreeuwerig. De kasten zijn ingedeeld in thema’s als ‘echtscheiding’, ‘dierentuin’, ‘emoties’, ‘slapen’... en misschien het binnen die thema’s alfabetisch op auteur moeten staan maar dat staat het niet. Het boek ‘Naar de wolven’ zou aanwezig zijn en onder [Samen Lezen / Emoties / Wolt] moeten staan (een vak van twee meter rommelige boeken) maar staat er niet.
Bobby’s vriend Candido werkt in de bibliotheek in Amstelveen en zoals hij het vertelt is het opruimen van de kasten (alles weer in de juiste kast en op alfabet zetten) niet een lievelingsbezigheid van de medewerkers. De meesten laten dat sloffen. Ze krijgen niet taak als jij-moet dagelijks tien kasten opruimen.
Ook erg is het zoeken van titels die in een andere bibliotheek gereserveerd zijn. Want die staan natuurlijk ook nooit waar ze moeten staan. Wat ik nu kan doen is het boek reserveren via de app en dan moet een van de medewerkers het zoeken en naar Zuilen brengen. Maar dat duurt het een paar dagen. Dan heeft Nichtje het sneller zelf in de bibliotheek van Oosterbeek gevonden. Misschien hebben ze het al gelezen.
Als ik het pand verlaat vraagt de service-luwe servicebalie-medewerkster of het gelukt is. Nee zeg ik vanachter mijn mondkapje, ‘het moet er wel zijn maar ik zie het niet’. Ze verstaat me niet goed en ik doe het mondkapje even omlaag - ik sta drie meter bij haar vandaan - en ze verijst helemaal. ‘Doe dat mondkapje voor!‘
Nou ja, het was een leuk idee.
Auntie (8)
Vrijwilliger Hugo had van de week groot succes bij Auntie met een portie kibbeling, dus wij nemen een saucijzenbroodje mee. Héérlijk vindt ze het. O, die ongebreidelde vreugde over lekkernijen. Wat zij dan lekkernijen vindt. Want ze doet zoetjes in de bouillon en bouillon in de koffie. Is dat nou lekker, vraag ik haar. Jazeker! zegt ze. Vandaag zingen we weer ‘Het tuinpad van mijn vader’, ‘Stand By your Man’, ze praat veel Engels, heeft verhalen over reizen naar Canada en Oostenrijk. Een rijk gevulde middag.
woensdag 14 oktober 2020
Stoppen
Het is even nasudderen na de Persconferentie. Hoe hard gaat het met de besmettingen? Kunnen ze/we het aan? Wat betekent het voor mij en voor de mensen om mij heen?
De Buurttaxi gaat vooralsnog door. Mondkapjes op en alle regels in acht. Het koor gaat even stoppen, even als de gym. Niet dat het volgens de regels per se móet, die zijn voor deze terreinen niet helemaal duidelijk, maar de moed is de meesten in de schoenen gezakt.
Weer niet met het OV. Weer niet buiten een kopje koffie drinken. Verschil met de eerst keer is dat de scholen open blijven, en ook de kappers en de ‘contactberoepen’. Vakantie-in-eigen-land mag nog wel. Verschil met maart-april is dat we nu een beetje weten wat ons te wachten staat. Verschil is ook dat niet-besmette mensen hun (groot)ouders nu wel mogen bezoeken.
De centrale van de Buurt Taxi vertelt dat een mevrouw van 91 huilend opbelde, omdat het allemaal weer begint.
Met verbijstering kijk ik naar weer die honderden protesters in Den Haag. En daarna de feesten. Wat bezielt die mensen?
Táxi!
De Jumbo laat ons als Buurt Taxi oude kwetsbare mensen op hún kosten (van de Jumbo dus) naar het ‘ouderenuurtje’ rijden. Ik heb nog niet zo’n ritje gehad maar ik vertel het aan elke passagier. Twee keer twee euro is toch vier euro. Tel uit je winst.
Een mevrouw moet naar de fysiotherapie. Ik vertel van de Jumbo maar zij woont t op het pleintje bij de Plus. Niet dat ze daar naar toe kan, ze laat haar boodschappen bezorgen.
Als ik haar een uur terugbreng tikt een oude man op mijn raampje. Niet voor mij hoor, zegt hij, maar voor mijn vrouw. Wij zijn al tachtig en mijn vrouw is niet goed ter been. Ik hoop dat ik er nog een tijdje ben, maar zo niet... Dan heeft hij ons foldertje alvast.
Een mevrouw vermoedt blaasontsteking en moet haar plas naar de huisarts brengen. Heen en terug, of het op één strip kan. Ja dat is goed. Pas na 5 minuten doet er iemand open bij de huisarts.
Een oude meneer moet naar het ziekenhuis. Hij is heel traag, de drempel over gaan en de deur op slot draaien kost al vijf minuten tijd. Hij heeft een heel oude rollator met een onduidelijk mechaniek. Mijn duim komt ertussen en klem. Au au. Nu is die nagel blauw. Het lukt hem niet om zich op de achterbank te wurmen, wat eigenlijk voorschrift is, dus hij er weer uit en op de passagiersstoel voor. Gelukkig heb ik direct na hem geen ritje.
Zorgt u voor zichzelf, vraag ik een beetje geschrokken. Nou ja er komt ‘s morgens thuiszorg om hem te douchen en aan te kleden. En ‘s avonds weer naar bed te brengen. Hij is twee weken geleden geopereerd. Ik vraag maar niet waar aan. Maar als hij eenmaal zit maakt hij wel grapjes. Zijn kinderen doen de boodschappen. Gelukkig maar. Ik was bereid de zorg voor hem op me te nemen.
Er lopen drie kippen in het gras voor zijn huis. Die zijn van een Iraniër uit de flat verderop, weet hij. De oude meneer woont hier al 51 jaar.
Mooi hoe zo’n wijk zich langzaam voor je geestesoog inkleurt.
dinsdag 13 oktober 2020
Baby
Wat zijn baby’s toch leuk om te tekenen. De trotse en verliefde moeder laat weten dat zijn zusjes hem almaar aaien omdat-ie zo zacht is. Nu maar hopen dat ik gauw op bezoek kan in deze barre corona-tijden.
Heerlijke winter
Het waren de titel en de foto die me twee weken geleden overhaalden om dit boek te bestellen en de eeuwige strijd tegen de kilo’s maar weer eens aan te gaan. Winterkostjes zijn zo lekker en als ze beloven dat dat mag... Het systeem is dat je dagelijks 500 kcal minder nuttigt dan je nodig hebt gezien je leeftijd, gewicht en sportactiviteiten. Ik kan mij voegen in het 1500 kcal-regime.
De kunst van deze aanpak: je mag zes keer per dag (wat) eten, maar de porties zijn klein. Het ontbijt: 150 gr yoghurt, 25 granola en een banaan. Vooral van die 150 gr yoghurt schrik ik: dat is niet meer dan een bodempje in een klein schaaltje.
Vanavond (dag 1 van week 1 van het 1500 kcal-regime) eten we ‘romige pasta met spruitjes en kip’. Heel weinig pasta: 125 gr met zijn tweeën. En ook maar 150 gr spruitjes. ‘Dat doe ik niet hoor’, zegt Bobby, ‘dat is echt niet genoeg voor mij.’ Ja, dat is dus ook de bedoeling.
maandag 12 oktober 2020
Back home
We gaan nog even langs de Rewe waar Bobby een tas lekkere dingen haalt, en dan is het bijna 5 uur rijden naar huis. Met pauze zes uur. Onderweg nuttigen we een verrukkelijk rijk gevulde Gulaschsuppe in een wonderlijke onderneming Metzgerei Forstwalder Stube die èn slagerij èn snackbar èn café is.
En we tanken in Kaldenkirchen bij Venlo waar de benzine slechts €1,19 per liter kost (langs de snelweg in Nederland €1,68!). Dat even over de grens tanken mag geloof ik niet nu, wegens corona. Maar ons is niets gevraagd.
En dan thuis de tassen uitpakken, een eerste was draaien, en blij zijn met het eigen huisje. Daar gaan we weer veel doorbrengen. Want wat mogen we straks allemaal niet meer? Het Journaal speculeert alvast. Horeca. Amateursport. Treinreizen. Heel beperkt bezoek.
zondag 11 oktober 2020
Kupferbergwerk
Vandaag bezoeken we de kopermijnen van Düppenweiler. Het is het slotakkoord van deze herfstvakantie. Eigenlijk zijn deze kopermijnen alleen van 1725 tot 1735 heel lucratief geweest, daarna ging het mis. Vooral omdat er in die berg zoveel water is.
We gaan met de rondleiding mee. Een heel prettige aardige gids (v) leidt ons rond, ik fantaseer dat zij nog niet zo lang met pensioen is en geschiedenislerares is geweest, of hoogleraar mijnbouw. Erover vertellen is haar lust en haar leven.
We moeten niet alleen een mondkapje om maar ook helm op en een stofjas aan. Pff. Het is een hele krappe mijn, nauwe lage donkere gangen. Wel een beetje benauwd af en toe. Als je je voorstelt dat ooit die mijnwerkers 12 uur per dag werkten, loodzwaar werk met nooit een glimp daglicht, van kindsbeen af tot ze versleten waren..., Afschuwelijk!
Het is echt wel interessant. Van tevoren heb ik mij een beetje ingelezen, dat vergemakkelijkt het luisteren naar een Duitse gids.
Niet zover hier vandaan zijn de Kupferbergwerke in Fischbach, daar waren we ooit ook, die waren heel anders, veel ruimer.
Mijn iPhone valt op de grond en nu is het glas stuk. Maar dit terzijde.
zaterdag 10 oktober 2020
Zoli
Gelezen: de roman Zoli van de Iers-Amerikaanse schrijver Colum McCann. Verhaalt over Zoli, een Roma-vrouw uit Slowakije, geboren in de jaren twintig. Haar familie wordt als zij nog klein is uitgemoord door fascistische Hlinka’s in de jaren dertig en met haar grootvader vindt zij een onderkomen bij een andere Roma-familie die de Tweede Wereldoorlog overleeft. Onder het communistisch regime wordt zij volwassen. Eerst worden de Roma vlak na de oorlog als helden bij de ‘arbeiders’ betrokken, maar vervolgens worden ze met geweld gedwongen te ‘integreren’ en in flats te gaan wonen.
Zoli heeft als een van de weinige zigeuners/vrouwen leren lezen van haar opa, ze leert een schrijver kennen en ze wordt populair als zangeres en dichteres. Een Slowaaks-Britse journalist vat een grote liefde voor haar op, een liefde die wederzijds is maar bijna niet beleefd kan worden omdat een Roma-vrouw alleen binnen haar eigen volk mag leven. Toch draait ze aantal jaren mee in het literaire leven en ze publiceert zelfs een dichtbundel. De communistische regering probeert haar te gebruiken voor die integratie, wat haar door haar eigen Roma-mensen niet in dank wordt afgenomen. Ze wordt geëxcommuniceerd.
Uitgebreid wordt haar drie jaar durende vlucht van Slowakije via Hongarije en Oostenrijk naar Italië beschreven, eenzaam en arm tot op het bot. Heel indrukwekkend. Uiteindelijk is er een Italiaanse man met wie ze een dochter krijgt en oud wordt.
Het verhaal is geïnspireerd op het leven van de Poolse Roma-dichteres Papusza.
Wikipedia over Papusza:
https://en.m.wikipedia.org/wiki/Bronisława_Wajs
Saarschleife
Zo mooi weer kan het ineens dan ook weer zijn. We kiezen de Saarschleife als doel, een ‘lus’ in de rivier, waar een Baumgipfelpfad neergelegd is en een uitzichttoren die eruit ziet als een flatgebouw. Maar als we er aankomen vinden we het een beetje er tourist trap, te beginnen met een enorme en volle betaald-parkeren-parkeerplaats, diverse snack-horeca en te veel mensen en te hoge entreeprijzen.
Dus lopen we maar gewoon een gemarkeerde wandelroute op de grond. Daar zijn er heel veel van: bijna om de boom zijn er bordjes gespijkerd. En boven onze hoofden slingert dat Baumgipfelpfad. En onderweg nog wat avonturenspeelplaatsen voor kinderen - met snacks.
Het is een mooi bos, heus, maar te geëxploiteerd.
In de tourist shop kopen we een knuffel-everzwijntje voor de kleine Tije. Nichtje heeft haar derde Bébé!
vrijdag 9 oktober 2020
Trauerwetter
Dit is wel de allertreurigste dag van ons vakantietje. Regen, regen en nog eens regen. We doen een uitstapje met de bolide naar het toeristenwinkeltje in Saarburg-City voor de metalen sierobjecten in de tuin, en dan wachten we tot de regen over is en de buienradar voorspelt dat het gedurende twee uur droog zal zijn. Ik probeer een nat bos te tekenen, waar toch een beetje licht doorheen breekt.
Als het droog lijkt te worden lopen we door bos en wijn hellingen naar het nabijgelegen dorpje Ayl, maar daar in Ayl begin het weer te regenen en zo komen we tot op het bot doorweekt en verkleumd weer thuis.
Das Wetter in Saarburg
Het valt niet mee steeds het goede humeur te bewaren bij deze weersomstandigheden. Daarbij: de weerapps en buienradars kloppen ook vaak niet. Gisteren zou het de hele dag regenen... was het droog. Vandaag zou het grotendeels droog zijn: regent het. En de ene app zegt wat anders dan de andere. Gelukkig heb ik veel boeken mee.
donderdag 8 oktober 2020
Violetta
In Saarburg ga ik even langs bij Violetta Mode, een winkel voor vanaf maat 40 waar ze truien, jurken, colberts hebben voor dames groter dan maat 36 en 38. In de hoop dat er wat aardigs voor me hangt. Deze eigenares is 68, vertelt ze, Na haar pensioen kon ze niet tegen thuiszitten en heeft ze deze winkel van een vriendin overgenomen.
Ik pas een paar mooie lange soepele colberts en wat pullover. De colberts staan me erg mooi, al zeg ik het zelf, chique en elegant zelfs, maar ze zijn welbeschouwd vooral geschikt voor momenten dat je er patent uit moet zien voor je werk, voor serieuze feestjes. Eigenlijk heb ik die niet in het verschiet. Dus kies ik uiteindelijk alleen twee pullovers.
Doorgaans word ik vrij snel dikke vriendinnen met de eigenaresse van zulke winkels. Deze mevrouw laat mij na een tijdje haar buik zien. Dat vind ik wel een bijzonder moment.
De twee ansichtkaarten die ik ook nog kies voor de twee 97-jarige tantes plus de postzegels krijg ik van haar cadeau.