We hebben de novemberborrel van de Buurt Taxi. Het is niet helemaal mijn ding, ik moet me er een beetje doorheen slaan. Je hebt er niet echt een band met je collega's. Je rijdt in je eentje en hebt soms wat extra contact met de centralist van dienst. Je plezier haal je uit de passagiers. Maar daar ben ik met hart en ziel bij betrokken, dus ik vind dat ik erbij moet zijn. Beetje kletsen over de mensen die we allemaal rijden, de kleine rampen die je af en toe meemaakt, vergeetachtigheden, tassen laten staan, etcetera.
We krijgen ook een speech. Er zijn klanten en chauffeurs overleden dit jaar, en er zijn chauffeurs die in het zonnetje gezet worden. Blijk ik zelf als jubilaris in het zonnetje gezet te worden. Vijf jaar rijd ik nu al voor Buurt Taxi. Vijf jaar!
Vroeger in mijn werkend leven hoorden borrels er ook bij, dat heette dan boekpresentaties, openingen, prijsuitreikingen. Niemand van de collega's wilde er graag naar toe, maar het heette goed je gezicht te laten zien. Toen had ik als regel ingesteld dat we naar huis mochten als je twee leuke gesprekken had gevoerd. Dat werkte motiverend om leuke gesprekken te beginnen.
Nu mag ik van mezelf na anderhalf uur weg en die tijd kun je dan maar beter vullen met leuke gesprekken. Er is een nieuwe centralist met wie ik kennis maak en er is een oud-collega van toen ik in Maarssen werkte bij Elsevier. Met hem kan ik grapjes maken. Line is ook chauffeur geworden dus op haar kan ik ook terugvallen. Voor ik het weet heb ik eigenlijk gewoon een leuke borrel.