Vandaag leert de moestuinjuf (foto) ons over de samenstelling van planten: wortel, stengel, blad, bloem en vrucht. Daartoe heeft ze allemaal bloemetjes meegebracht. En loep. En ze leert ons over de bloemetjes en de bijtjes. Hoezeer we hommels en bijen nodig hebben en dat die uitsterven door monocultuur en bestrijdingsmiddelen. En dat in China studenten wekenlang voor de bevruchting van de fruitbomen ingezet worden. Die moeten dan boven in de bomen met een kwastje stuifmeel op de stampertjes smeren. Want er zijn daar geen hommels en bijen meer.
We kijken trots naar de uitbottende aardappelen en sjalotten. De tuinbonen komen ook al op. En we schoffelen het onkruid. In Martijns tuin komt Oostindische kers als onkruid boven. Hij is er niet, dus dat pik ik zijn onkruid in en plant ik dat net buiten het randje van mijn tuintje. Dat mag niet, zegt de juf. Binnen de randjes blijven.
Wat willen jullie graag zaaien? vraagt ze. Ik zeg 'Kolen', want ik vind kolen zo mooi. Groene kool, rode kool, bloemkool. Maar dat kan niet, zegt ze, want kolen kunnen alleen op/in kleigrond. Hier in Overvecht zitten we op het zand.
Tenslotte zaaien we nog rijtjes korenbloem, goudsbloem, afrikaantjes en juffertjes in het groen. De rijtjes vind ik wel leerzaam maar ook stom. Mij lijkt een wild bloemenveldje leuker. Maar dat is voor later.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten