Op het fietsje naar de Daalseweg. Aan het eind, tegen Oud-Zuilen aan, ligt Stadstuin Zuilen, een van de negen tuinen van Stichting Utrecht Natuurlijk, een verzelfstandigde organisatie die voortkomt uit de oude schooltuinen. Het ziet er idyllisch uit, maar de poort is altijd dicht. 'U bent welkom als de poort open is', staat er te lezen op het welkomstbord. Kom Lucie Theodora, niet te pessimistisch.
En inderdaad, vandaag is de poort open. Er zijn twee mensen bij een soort kas aan het werk, de vrouw is gehoofddoekt. Daar stap ik toch niet zo gauw op af, merk ik. Ik loop de tuin op en neer. Het lijkt erop dat hier nog wel tuintjes te vergeven zijn. Maar hoe? Dat is bij deze organisatie dé grote vraag. Ze hebben wel een website en welkomstborden, maar veel wijzer word je daar niet van.
Dan stopt er een vrouw van rond de vijftig. Zij gaat in haar tuintje werken. Zij is toeschietelijk en mededeelzaam. Dat is wat ik nodig heb. Zij heeft de tuin sinds april. Twintig vierkante meter, een lijntje eromheen en op een bordje je naam. Het kost 50 euro per jaar plus 10 euro voor de sleutel van de poort. Dat is ook geen geld. Als ze alleen in de tuin is doet ze de poort altijd op slot. Dat voelt veiliger. Ze is erg trots op haar aardappelen, mais, sla, courgettes en donkerrode dahlia's.
Dan ga ik toch maar naar het gehoofddoekte koppel, dat Hindoestaans blijkt te zijn en hier als groep tropische groenten verbouwt, vertelt de man. Het is de bedoeling dat er oude mensen aan meewerken, vertelt hij, maar er is vandaag maar één, die mevrouw met de losse doek over haar hoofd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten