Momenteel lees ik Het Rosie Effect van Graeme Simsion, het vervolg op het bijzonder geestige Het Rosie Project. Het vertelt over de liefde en de vele misverstanden autistische hoogleraar genetica Don Tillman en de studente medicijnen Rosie Jarmen. Dit boek is mee vanwege de categorie 'dwarsliggers'. De categorie e-boeken uit de digitale bibliotheek is opeens uirgeschakeld. Die heb ik drie wekend geleden waarschijnlijk om 11 uur geleend, want vanochtend werden ze om een uur of 11 van de iPad gewist. En dat terwijl ik net begonnen was ik een boek over het thema 'werk' door de zenboeddhist Thich Nhat Hanh (als ik zijn naam goed schrijf, want dat kan ik nu niet checken).
Hij betoogt - als ik net kort door de bocht goed samenvat - dat je het beste de hele dag blij en dankbaar kunt zijn: 's morgens voor dat het ochtend is, dat je mag douchen, dat je mag ontbijten, dat je naar je werk mag rijden, dat je werk hebt. Je moet steeds even een momentje rust nemen en daar ook weer van genieten, evenals van je collega's. Zelfs van voor een stoplicht of van in de file staan kun je genieten. Makkelijk praten in Plum Village, denk ik dan. Daar heb je geen A27. Enfin. Dat boek is weer verdwenen. Het hoofdstuk 'Thuiskomen' heb ik nog even gemist. Daar mag je ongetwijfeld ook heel blij en dankbaar voor zijn.
Wat ik lees werkt altijd door. Vandaag doen we een uitje naar Tivat. Bobby wil graag naar Tivat. Daar is een haven met de krankzinnigste dure motorjachten en een ongelofelijk luxe vakantieresort waar de rijken der aarde hun vrijetijd stukslaan. We kunnen het vanaf het balkon in de verte zien liggen. We gaan meestal samen op stap, hoewel de wederzijdse voorkeuren bekend zijn en niet altijd dezelfde. Ik vind zo'n haven met patserboten helemaal niks aan. Maar ik wil wel even slenteren en rondkijken en lekker lunchen. Want als hij van alles gezien heeft en ik niet, dan word ik jaloers.
Soms voel ik ons net dat autistische stel Don en Rosie. Je probeert de ander te begrijpen of te waarderen of ik elk te gunnen wat hij graag wil. Ieder gedraagt zich geheel voorspelbaar. In dit geval die patserhaven. Ik begrijp niet dat zo'n linkse jongen zich zo kan vergapen aan zulke luxe boten. Het zijn gigantische schepen met vaak diverse verdiepingen met vollegdige bemanning, doorgaans Aziatisch. De vrouwen van die boten gaan met een rolkarretje naar het eind van de pier naar de boutiques met topmodemerken.
Een uur sjok ik tamelijk vriendelijk mee en ga dan langzaamaan wat mopperen. Is het nu niet genoeg geweest. Zullen-we-nu-weer-terug? Ik-heb-het-warm. Ik-kan-niet-tegen-de-warmte. Bobby wil eerst nog even wat maritieme winkelstjes kijken, want in zijn reisgids staat dat daar een paar maritieme winkels zijn. Daar verkopen ze hengels en kaplaarzen. En dan gaan we op een leuk volks betaalbaar terras lunchen, en dan zijn we allebei weer goedgemutst.
Onderweg terug naar ons appartement verzeilen we op de tweebaans hoofdweg van Montenegro in een file, waar we de wijsheden van Thich Nat Hanh kunnen uitproberen - hoe beoefenen we dankbaarheid voor een file in een temperatuur van minstens 36 graden - en thuis vallen we van alle inspanningen prompt in een diepe slaap. En dan lees ik met groot genoegen verder over de autistische Don en Rosie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten