De melk is op op het werk. Dus kunnen we geen cappuccino. Zal ik melk halen, bied ik aan. Dus ik op mijn fietsje naar AH. Er is een enorme AH in het dorp. Kom ik daar aan, is de AH is dicht. Huh? Ik vraag aan een man op straat waar ik boodschappen kan doen. Of AH een noodgebouw heeft of dat er er nog een supermarkt is in Bunnik.
Er gaat op maandag, woensdag en vrijdag een bus naar de AH te Zeist, zegt hij. En er is een Jumbo in Odijk. Verder niet. Dat kan ik niet geloven. Er is te Bunnik een schoenmaker, een groenteboer, een boekhandel, een kaasboer, een Kruitvat, een kleine Hema, en wat al niet. Zou er in heel Bunnik nu geen melk te koop zijn? De man herhaalt nog maar eens: 'U kunt op maandag, woensdag en vrijdag met een speciale bus naar de AH te Zeist.' 'Maar ik hoef alleen maar een pak melk', zeg ik, 'Nu! Ik hoef niet op maandag, woensdag of vrijdag met de bus naar Zeist.'
De kaasboer en de groenteboer hebben geen melk, maar en ik vind tenslotte een biologisch winkeltje. En kom dus terug met Demeter melk. Zo'n belevenis: dat is typisch weer iets voor jou, zegt Ruth.
De kaasboer en de groenteboer hebben geen melk, maar en ik vind tenslotte een biologisch winkeltje. En kom dus terug met Demeter melk. Zo'n belevenis: dat is typisch weer iets voor jou, zegt Ruth.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten