Ik krijg een mailtje van Tuindersvereniging Ons Genot, waar ik mij eerder dit jaar opgegeven heb voor een huisje en een tuin. Die tuintjes zijn heel populair dezer dagen en kennen lange wachtlijsten. Maar nu is er een ‘halve tuin’ beschikbaar gekomen en ik ben gegadigde. Het is voor voorlopig en als je dat gaat doen, dan heb je volgend voorjaar gegarandeerd een eigen huisje.
Dus ik fiets even naar het huisje om te kijken waar het over gaat. Bij de ingang van het park staat twee dames te praten en ik luister ze een beetje af, het gaat over tuinen overnemen, ik meng me een beetje in het gesprek en blijkt nou de ene mevrouw óók deze mail gekregen te hebben, over dezelfde halve tuin van huisje 183. De andere mevrouw is van het bestuur. Hoeveel mensen hebben deze mail gekregen, vragen wij beide gegadigden. ‘Twéé mensen’, antwoordt het bestuurslid.
Dus ik kijken bij het huisje. Het is de grote foto. Het huisje is vast van iemand die zijn tuin niet meer kan bijhouden, maar die er nog niet af wil. Het is een volstrekt fantasieloze tuin. Wat zou je er aan gaan doen als het niet definitief jouw tuin wordt? Maaien, paar nieuwe perkplantjes? Stuk gazon afsteken?
Ik dwaal een beetje over het park, al die paradijsjes bekijken. Het zal heerlijk zijn, maar ook veel werk.
De huisjes hebben geen elektra en riolering, maar wel water, geloof ik. Elektriciteit kun je opwekken met een zonnepaneel. Het ene huisje is simpeler dan het andere. Volgens de bestuursdame lopen de prijzen van de huisjes uiteen van €1500 tot €3000. Het bestuur bepaalt de prijs, er is geen vrije marktwerking. En je moet dus helpen bij het geheel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten