Er rammelt van alles aan mijn beide fietsen. De kettingen lopen spaak. Van mijn mountainbike slaat de ketting steeds een schakel over. Ofzo. Niet op één van de tien tandwielen, maar op alle schakelstanden. Ik kan niet bedenken wat er is, maar de fietsenmaker zegt dat ik een nieuwe ketting moet en een nieuwe stapeltje van zeven nieuwe tandwielen achter. Daar heb ik niet van terug. Dan moet dat maar.
Ik ga niet gauw naar de fietsenmaker, omdat Bobby zo graag fietsen wil maken. Hij is zelfs al een beetje verstoord als ik alleen al een fietsenmaker nóem. Maar hij is daar en ik ben hier, en er rammelt van alles aan mijn beide fietsen.
Bij mijn fietsenmaker werken allemaal bijzondere personages. Veel buitenlanders. Een Engelsman in een pyjamabroek, vandaag een Duitser in een broek vol scheuren. De eigenaar heeft waarschijnlijk een beroerte gehad en is nauwelijks te verstaan.
Ik vind dat een mooie winkel. Ontroerend. Ze werken precies en toegewijd. Ze snappen dat de mensen geen geld hebben. Deze week twee keer geweest. Nu rammelt er niets meer. Hoera.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten