Ze vertelt het levensverhaal van een linkse oud-minister Katharina Donker. Ze is al op leeftijd, zo rond de zeventig. Er klopt een sociaal wetenschapster aan die haar biografie wil schrijven en daarvoor haar medewerking vraagt. Maar Katharina twijfelt en stribbelt tegen. Maar dat is wel aanleiding om haar leven te overdenken. Die overdenkingen lezen we. Die gaan kriskras van haar jeugd in de Dapperbuurt in Amsterdam-oost tot haat gegoede gepensioneerde leven met ene Simon nu. Haar schooltijd op het Barlaeus-gymnasium, haar studietijd in de linkse studentenbeweging, haar eerste liefde in de jaren zestig met een Spaanse student waar een zoontje uit voortkomt, in de jaren zeventig een levenskunstenaar slash getroebleerd schrijver met wie ze een dochter krijgt, en in de jaren tachtig een Oost-Duitse DDR- journalist.... Ze is heel gedisciplineerd. Het werk gaar voor alles. Een vriendin slash personal assistent lost alle kwesties in het gezinsleven op.
Wat er nou precies gebeurd is dat ze niet met die biografe wil meewerken ontrolt zich maar heel mondjesmaat. Als het aan het eind wél duidelijk is dan mag dit hele boek eigenlijk nog wel een keer opnieuw geschreven worden. En dan nu eerlijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten