In het eerste Casa Rural in St Lucia was daar Carmen als beheerster. Heel aardige vrouw met paars roze haar en een helgroene fleece. Zij ontving je, fotografeerde je paspoort, zei dat je altijd kon bellen en dat was het. Af en toe kwam ze een was draaien. Dan was ze tegelijk luid aan het telefoneren.
In de tweede het deftige hotel in Agaete, was er een uitgebreide staf, met een modieuze vrouwelijke manager Lourdes, en verder medewerkers uit de vallei: een paar mannelijke in de tuin en voor de ontvangst, en een paar vrouwen in roze bloemetjesjurken die het ontbijt en de kamers verzorgden. Ze waren ijverig en aardig, maar ook van het type sorry-dat-ik-besta. Ik vond die jurkachtige uniformen nogal vernederend. Heel koloniaal. Op zoek naar foto's in het genre kwam ik uit bij zwarte huishoudsters in blanke gezinnen. Amerika. Zuid Afrika. Die droegen ook zulke jurken. Waarom kiest een modern hotel hiervoor?
Bij de restaurants aan de haven daar troffen we daarentegen zeer karakteristieke obers en oberessen. Dienstbaar, niet opdringerig, maar wel met inzet van hun volle persoonlijkheid. Dat is fijn.
In het appartementhotel in Tejeda is het weer anders. Er is een pand waarin het hotel met de ontbijzaal. En een pand met restaurant en daarboven appartementjes. Ze werken met volpension, dus je ziet het personeel en de medegasten voortdurend. Eerst konden ze ons in de administratie niet vinden. We blijken ingeboekt te zijn als meneer en mevrouw Theodora. In het hotel zwaait Eva de scepter, een leuke vrouw van in de veertig maar - waarschuwt ze - Fina is de manager. Fina komen we steeds tegen, zowel in de ontbijtzaal als bij het diner in het restaurant. Zij is denk ik met haar man de eigenaar, een behoorlijk dwingende persoonlijkheid met zo haar opvattingen, die zich steeds overal mee bemoeit en daarbij haar medewerkers overrulet. Die zich daar maar mee moeten verhouden.
Dit verhaal heeft geen clou. Ik vind het boeiend om te zien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten