Er draait weer een was. Nu. As we speak. Nog nooit heb ik het zo spannend gevonden om een was te draaien. Mijn verzoek onder Utrechtse vrienden en bekenden om tips voor wasmachinereparateurs heeft nul concrete tip opgeleverd, dus ik meld mij online aan bij Witgoedboer 1, die op zijn site belooft snel terug te bellen voor een afspraak.
Maar ja, wat is snel? Na drie uur wachten ben ik het zat en ga ik bellen. Kom ik in de wacht te staan. Als je je online aanmeldt, zegt een stem, word je binnen 24 uur teruggebeld. Huh? Ik wil nú een afspraak.
Dus bel ik Witgoedboer 2, en wel aan de Amsterdamsestraatweg. Dat is in de buurt en dat moet dan maar betrouwbaar zijn. Deze stem belooft iemand tussen 16 en 18u.
Ondertussen adviseert op straat een buurman die mijn vraag om tips in de straatapp heeft gelezen me dat ik beter een nieuwe wasmachine kan kopen. ‘Wat kost zo’n reparatie wel niet?’ ‘Geen idee’, zeg ik, ‘dat hoor ik wel. Maar je hoeft toch niet alles meteen weg te gooien omdat er een onderdeel vervangen moet worden?’ ‘Ja maar straks kost je reparatie 400 euro en een nieuwe wasmachine misschien 900 euro’, redeneert hij. ‘Ik ben van de reparatie’, zeg ik ferm.
Om 17u rijdt er een wit busje voor. Een Marokkaanse man van in de veertig snelt de trap op naar boven, opent de machine en constateert binnen een minuut: ’Het is de pomp. Een nieuwe pomp kost 80 euro. Plus de voorrijkosten plus twee keer een kwartier werk. En contant afrekenen.’
Ik vind het een heel vraagstuk. Zal ik nou wantrouwig zijn of vol vertrouwen? Hij zegt dat de wasmachine er nog goed uitziet van binnen. Zulks hoor ik graag. Dat komt natuurlijk van ons ontkalkte water. Als hij klaar is rijd ik sámen met hem in zijn busje naar het winkelcentrum om 220 euro te pinnen.
‘Hoe is hier wonen’, vraagt hij. Hij kent de straat nog van voordat onze huizen er stonden. Toen was het een slechte buurt. ‘Nu is het een goeie buurt’, zeg ik. ‘Hoe ben u hier terecht gekomen’, vraagt hij. ‘Getrouwd’, zeg ik. Om het maar zo samen te vatten. Gepartnershipt lijkt me te moeilijk. ‘Alles went, behalve een vent’, zegt hij, ‘zo zeggen jullie dat toch?’ Een Marokkaan die Yvonne Kronenberg citeert.
Bobby vindt het jammer dat hij er niet bij kon zijn. Dan had hij vragen kunnen stellen. Zoals: hoe gaat zo’n pomp nou kapot? Heb ik gevraagd, zeg ik, maar het antwoord ben ik vergeten.
En nu draait de wasmachine. Duimen of alles goed gaat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten