Ik heb een cadeautje nodig en denk dat een boek toch het meest geschikt is. Dus in een doordringende motregen op de fiets naar boekhandel Steven Sterk net onder de Domtoren. Met vier boeken in de tas weer op huis aan. Vroeger deed ik dat heel vaak, realiseer ik me, een stapel boeken halen bij een boekhandel. Nu kan Bruin dat niet meer trekken en haal ik de stapels bij de bibliotheek. Maar omdat we volgende week naar de Mosel gaan moet ik wel wat Duitse literatuur mee. Ik heb twee Duitse lievelingsschrijfsters: Julia Franck en Juli Zeh, en van allebei ligt er een nieuw boek. Het ene wordt cadeau, en het andere gaat mee naar de Mosel.
Dus mijn taak deze middag: het boek dat het cadeau wordt lezen. Teruggetrokken op mijn torenkamer met uitzicht op vijver en zwanen, klassieke muziek aan.
Het wordt Juli Zeh, Onder buren. Weer een mooi boek: jonge vrouw Dora met carrière in de marketing op een reclamebureau gaat in de Coronatijd op het Brandenburger platteland wonen. Haar vriend met wie ze samenwoont is een felle voorvechter van alle Corona-veiligheidsmaatregelen en zij kan zijn georeer tegen alles en iedereen niet meer verdragen. En alle geronk in haar Grüne (Groenlinkse) bubbel ook niet. Daar komt ze terecht in een lelijk dorp zonder voorzieningen en erg veel AfD-stemmers. Haar buurman stelt zich meteen aan haar voor als de dorps-nazi.
Het zijn allemaal mensen, ook de AfD-stemmers, dat is ongeveer de strekking. De wereld is niet zwart-wit, ook racisten hebben aardige kantjes. In zo’n dorp zonder voorzieningen moet je het doen met wat er is en wie er woont, hoeveel hoofdbrekens dat soms ook kost. En dan blijken je stadse linkse oordelen ook wel eens wat kanttekeningen te mogen er hebben.
Het eerste boek dat ik van Juli Zeh las, Ons soort mensen, ging over het plaatsen van grote windmolens in een Oost-Duits dorp. Nu dus over het leven in z’n dorp in Corona-tijd. Geen winkels, geen OV, geen school, werk kwijt…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten