‘s Morgens regent het, maar ‘s middags niet, en zo doe ik ineens met Reenske een rondje Abcoude - Fort Nigtevecht. Oneindige vergezichten onder de rook van Amsterdam. We gaan determineren. We vragen ons gedurende elke wandeling best vaak af hoe een boom heet, maar veel verder dan eik, beuk, berk, knotwilg en kastanje komen we niet. Maar Reenske heeft nu een app. Een die gratis is, want voor de meeste plantjherkenners moet je betalen. PlantNet.
Je fotografeert in de app een blaadje en dan zoekt-ie de naam erbij.
Als puber was ik een blauwe maandag bij de CJN, de Christelijke Jeugdbond van Natuurvrienden. Eigenlijk was ik er zelf niet bij, ik ging mee met Zus3. Zus1 was ook lid. Dan mochten ze op zomerkamp met de CJN: vrijheid. De korte tijd dat ik erbij was was ik oeverloos en heilloos in de weer met onze Flora, een dikke rode antieke plantengids (De Geïllustreerde Flora van Nederland van Heimans, Heinsius en Thijsse) waar ik helemaal in zoek raakte. Nooit kon ik vinden hoe het eenvoudigste plantje heette, maar ik durfde het ook niet aan iemand te vragen, uit angst dat ik dom over zou komen. Nee, de CJN was niets voor mij. Nee nu dan dit! Geweldig!
Reenske en ik lopen door een laantje met knotwilgen en één van die knotwilgen heeft andere blaadjes dan andere knotwilgen en heet volgens de app: zwarte populier. Ik ben helemaal ontzet, een knotwilg met populierenblaadjes? Heeft iemand populierentakken op een wilg geënt? Why? Nu thuis vind ik uit dat de populus niger, de zwarte populier, een wilgensoort is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten