Al achttien jaar schrijf ik hier over zaken in het leven die mij treffen. Die bij mijzelf een soort van opwinding brengen. Van totaal verschillende orden van grootte.
Ik ben dat gaan doen rond mijn vijftigste, toe ik dacht: wat is de waarde van het leven als je ouder wordt? Ik had geen idee, geen positieve voorbeelden. Er was een schrikbeeld van achter-de-geraniums, en dat nooit. Toen ben ik begonnen. Gewoon stukjes schrijven over iets wat ik meemaak. Luigi zei ooit tegen mij dat het een vorm van geschiedschrijving is wat ik doe.
Ik moet natuurlijk rekening houden met de privacy van mensen om mij heen. Want die figureren. Meestal heb ik het ze niet gevraagd. Ik gebruik nooit hun echte namen. Ze zijn niet te googelen. De meesten vinden het ok tot heel erg leuk. Er heeft wel eens iemand gezegd dat ze dankbaar was dat ze een personage was in mijn blog: ik-word-geblogd-dus-ik-besta. Ik schrijf nooit negatief op mijn blog, behalve dan over apparaten en digitalisering die gebruikersonvriendelijk zijn. Maar er zijn mensen die het echt niet willen en boos op mij worden, hoe aardig de woorden ook zijn die ik schrijf. Dan voel ik mij heel erg onbegrepen, maar haal ik dat - met pijn in het hart - weg.
.
Het is voor mij regelmatig een dilemma als er moeilijke dingen gebeuren. Die zijn er natuurlijk ook. Het is niet allemaal rozengeur en maneschijn. Vaak schrijf ik dan niet. Soms wel. Want al die dingen maken ook de waarde het leven.
Zo gingen we gisteren naar Nijkerk, naar Bobby's oude oom Bart die gevallen is op zijn rug en daar een hoge dwarslaesie aan overgehouden heeft. Hij kan bijna niets meer bewegen. Afschuwelijk om je voor te stellen. Maandag is hij van het ziekenhuis naar een hospice gebracht. In Nijkerk. Wij gaan op bezoek, en zijn al gewaarschuwd dat hij misschien niet meer kan praten. Of slaapt.
Hij is er slecht aan toe. Twee verplegers manoeuvreren hem desgevraagd iets rechter op. Dan komt er een meneer binnen. Ik ben een oude buurman, zegt hij. Die heeft zondag in de kerk gehoord dat oom Bart in een hospice ligr en is gaan rondbellen. Hij loopt zomaar binnen 'Bart, wat een schrik! Hoe is het zo gebeurd?' Heel erg. Hoe kan dat nou, dat iemand zomaar zo'n kamer binnen loopt? En wij dan weer te beleefd om hem weg te sturen.
We ziiten er stil. Wat valt er nog te zeggen. Je kijkt naar zijn borstkas. De longen. Het hart. Het doet het nog. Hoelang nog? Bobby zegt wat woorden. Bedankt oom Bart. Aan zijn ogen zie je dat het binnen komt.
Uiteindelijk gaan we zelf de kamer maar uit en zeggen tegen de dienstdoende vrijwilliger dat volgens ons die oude buurman niet binnen had mogen komen en beter weg kon gaan.
Een paar uur later komt het bericht dat oom Bart overleden is. We gaan maar voetbal kijken. Duitsland-Spanje.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten