donderdag 31 januari 2019

Een goede kwalitatieve en kwantitatieve respons

Niet om zielig te doen, maar om u mee te laten genieten met het leven van een 60+-werkzoekende. 

'Hartelijk dank voor uw sollicitatie. Wij hebben een goede kwalitatieve en kwantitatieve respons gekregen op de vacature. Op basis van brief en CV hebben wij inmiddels zes kandidaten uitgenodigd voor een nadere kennismaking. De kennis en ervaring van deze kandidaten sloot het beste aan op het door ons opgestelde profiel. Tot mijn spijt moet ik u laten weten dat u niet tot de geselecteerden behoort.'

'Op onze vacature ontvingen we veel reacties. De selectie werd daardoor knap lastig, want er zaten volop leuke, goed gemotiveerde en vooral enthousiaste brieven tussen. We hebben uiteindelijk enkele mensen uitgenodigd voor een gesprek. Helaas is onze keuze hierbij niet op jou gevallen. Hopelijk ben je niet ontmoedigd door deze afwijzing, er zaten gewoon meer geschikte kandidaten tussen dan we konden uitnodigen.' 

'Wij hebben op deze vacature een flink aantal reacties ontvangen. Inmiddels hebben wij alle sollicitatiebrieven zorgvuldig gelezen en hebben wij een eerste selectie gedaan. Tot onze spijt moeten wij u mededelen dat wij u niet zullen uitnodigen voor een gesprek. Onze voorkeur gaat uit naar kandidaten van wie het profiel beter bij de functie past.'

'U heeft gereageerd op de vacature. Inmiddels heeft de eerste selectie van kandidaten plaats gevonden. Tot onze spijt moeten wij u meedelen dat u niet bij de geselecteerde kandidaten zit, die we op korte termijn op gesprek uitnodigen. Conform onze sollicitatiecode zullen wij uw brief en CV vernietigen.'

Er lopen momenteel geloof ik nog drie sollicitaties. En vrolijk voort maar weer.

dinsdag 29 januari 2019

Dag vogels, dag bloemen

Prachtig gestileerde prenten van dieren en bloemen, heel sfeervol en verstild, oorspronkelijke schilderijen en blokprints van reigers, kraanvogels, ganzen, eenden, pauwen, fazanten, zwaluwen, duiven en ook kraaien. Het is pure poëzie. En vakmanschap. Zo knap gedetailleerd en gestileerd, een geheel eigen stijl en school. De prenten zijn momenteel te bewonderen in de tentoonstelling ‘Kachō-ga, de poëzie van de Japanse natuur’ in het Japanmuseum SieboldHuis in Leiden. 

Ik was er niet eerder, in het SieboldHuis. Het is gevestigd in de groot grachtenpand aan het Rapenburg in Leiden. Te historisch en te specialistisch denk ik. Siebold was een Duitse arts en verzamelaar die 7 jaar in Nederlandse dienst in een Nederlandse handelspost in het toen nog geïsoleerde Japan verbleef en voor uitwisseling van kennis zorgde. Omdat hij van spionage werd beticht moest hij Japan verlaten. Terug in Nederland kocht hij deze villa waar hij veel van zijn schatten kwijt kon. In het museum draait ter introductie een film over zijn leven, waar een stemacteur (een Siebold sound-alike) met een nogal bekakt zeer zelfingenomen stemgeluid de voice-over inspreekt. Je moet je er even overheen zetten. Siebold had heel veel kennis over Japan, de Japanse plantenwereld en de Japanse cultuur naar Europa gebracht. In Japan is hij nog steeds beroemd omdat hij indertijd de geneeskunde zoveel verder heeft gebracht. Het museum bestaan sinds 2005.

Deze expositie ‘Kachō-ga’ (dat letterlijk ‘afbeeldingen van vogels en bloemen’ betekent) kan ik ineens niet weerstaan. De Japanse prentkunst is heel beroemd en wijdverspreid, vooral omdat er zoveel in print zijn uitgebracht en verkocht. De Japanse prentkunt kent vele vaste thema’s als landschappen, courtisanes, strijders, acteurs. Het genre ‘dieren en bloemen’ is veel kleiner. Maar ook indrukwekkend. De bezoeker wordt niet alleen vergast op prenten, maar ook op kamerschermen, rolschilderingen, albums, waaiers, drieluiken en geïllustreerde boeken. De kunstenaars die er hangen: onder meer Isoda Koryūsai (1735-1790), Keisai Eisen (1790-1848), Utagawa Horoshige (1797-1858), Imao Keinen (1845-1924), Nakayama Sūgakudō (1850-1860), Ohara Koson (1877-1945). Ik drop maar wat namen, voor als u de aaandrang krijgt om te gaan googelen.
Van de 19e-eeuwse Utagawa Horoshige en de 20e-eeuwse Ohara Koson hangen de meeste werken. Zij werkten beiden voor uitgevers die de prenten in hoge oplagen lieten drukken en verkochten. Het aantrekkelijke van dieren- en bloemenprenten was en is dat ze tijdloos zijn.

De tentoonstelling sluit af met foto’s van vogels in de stad van de hedendaagse fotograaf Mizutani Yoshinori. Parkieten, spreeuwen in bomen, op elektriciteitsdraden, overlast veroorzakend aan de grote stadsbewoner maar niet weg te krijgen. Prachtig geel tegen de blauwe lucht.


Vera

Raak helemaal verslaafd aan 'Vera'. Al zeven afleveringen heb ik gezien. Elke avond één voor het slapen gaan. Ze is momenteel weer op tv, de achtste serie is het al, maar ik had nooit eerder gekeken. Sinds een week kijk ik (terug). Je moet wel goed kijken want de moordkwesties zijn doorgaans ingewikkeld. Maatschappelijke kwesties. Een opvanghuis voor mishandelde vrouwen. Veteranen uit Afghanistan.

De serie is opgenomen in Northumberland (Noord-Engeland) waar wij drie jaar geleden vakantie waren. Met de veerpont van IJmuiden naar Newcastle upon Tyne. Kan dat straks nog wel na de Brexit? Of moet je dan uren voor de douane. Het was kamperen in de mist. Echt een behaaglijke zomervakantie was het niet, maar achteraf onvergetelijke beelden, die ik nu zo herken. 

Chief  Inspector Vera is een oude brompot, een soort Ien Dales. Ze heeft het hart op de goede plek maar ze is niet altijd even vriendelijk tegen haar medewerkers. 

maandag 28 januari 2019

Likes

Ben weer eens met mijn Lucie Theodora Galerie op Facebook gaan adverteren. De recente tekening ‘staartmeesjes’ lijkt me wel geschikt. Facebook belooft dat het je pagina gedurende 12 dagen bij 12000 mensen onder de aandacht gaan brengen. Ik mag zelf zeggen in welke regio en welke leeftijd. Je krijgt dan hopelijk likes.

Het klinkt heel wat, maar het houdt niet over. Toch zijn het wel enkele tientallen per dag. Ik vind het ontzettend leuk om de inmiddels 86 namen te lezen van mensen die mijn staartmeesjes geliked hebben. Nu heb ik ook de functie gevonden dat ik deze mensen kan uitnodigen om niet alleen mijn staartmeesjes, maar ook mijn página te liken. Verkopen levert het (nog) niet op. Maar ik geniet al enorm van de likes. En wat niet is, kan komen!

De kunst van het pauzeren

In mijn tekenmaterialenkast staat nog een koalam-tekenboek dat ik in november kocht in Belgisch Limburg. Ingewikkelde patronen tekenen en dan inkleuren. Heb er nog niets mee gedaan tot nu toe.

Nu heb ik een uurtje pauze nodig en lijkt me dit ineens een goede invulling. Indachtig het ‘ora et labora’ van de Benedictijnen (die wisselen het werk af met vijf maal daags een kwartiertje psalmen reciteren) is het patronen tekenen ook een vorm van ‘bidden’. Stilstaan. De kunst van het pauzeren. In het boek staan allemaal voorbeelden en in plaats van aan het begin te beginnen begin aan het eind. Met de moeilijke patronen.

Ik dacht dat ik met de eerste afbeelding klaar was, maar toen ging ik toch door. Ik geloof dat ik de eerste beter vind, want fijner. De eerste lijkt een heel fijn sieraad, de tweede een nepgouden broche.

De kunst van het pauzeren. Van een vriendin hoorde ik dat ze met haar vriendin een workshop pauzeren in Senegal gaat doen. ‘The Power of Pausing’ heet de workshop. Ze gaan er mindfullness en compassie oefenen. Het hier-en-nu beoefenen aan het strand van Senegal. Natuurlijk gun ik iedereen alles, maar ik vind het toch een beetje raar. Of ben ik gewoon jaloers?

zondag 27 januari 2019

Innerlijke bloei

Innerlijke bloei: dat willen we allemaal wel. En als we Lisette Thooft mogen geloven is het mogelijk. Ik heb gemengde gevoelens over de boeken van Lisette Thooft. Ik lees ze bijna allemaal, ik herken me er vaak behoorlijk in, ik vind ze voor het genre spiriboeken ongemeen aantrekkelijk geschreven, maar ik gevoel ook altijd weerstand.

Alles wat ze zelf beleeft lijkt een ontwikkeling die veel - zo niet álle - vrouwen hebben. Ze schrijft nog niet niet ‘wij vrouwen’ zoals Anja Meulenbelt vroeger deed. De vrouw als draak en de man als robot, daar schreef ze ooit een boek over.

In dit boek polariseert ze niet meer over vrouwen en mannen. Het is denk ik vooral op haar vrouwelijke lezers gericht. Het gaat over hoe je van die negatieve (zelf)beelden en stemmen in je hoofd af komt, hoe je kunt leren genieten van je zelf en het leven. Inmiddels is ze zelf behalve journalist en boekenschrijver (dat is ze nog steeds) nu ook coach en rebalancer geworden. Als je je dingen bewust wordt, is haar stelling, dan ben je al halverwege de route naar verbetering en herstel. Veel oefening zijn lichaamsoefeningen. 

Wat mij vooral treft zijn de passages over het ademhalen. Oppervlakkig ademhalen. Dat zou je jezelf als kind al aanleren om minder te hoeven voelen. Zij zegt dat je ademhalingspatroon zich rond je zevende vastzet en koppelt het oppervlakkig ademhalen aan door je moeder - om welke reden dan ook - niet welkom geweest te zijn als baby, wat jou als baby een onveilig gevoel als basis gegeven heeft. Dat weet ik niet zo, misschien wel, misschien niet, het doet me een beetje denken aan incest-ervaringen die je in therapie in de herinnering opgeroepen wordt. Mijn-moeder-wou-me-niet. Thooft gaat alle hersenspinsels te lijf met chakra’s en affirmaties. Ik me ‘s morgens al voor het raam staan met wijd open armen, roepende: ‘Ik Mag Er Zijn!’ Ze schrijft verder echter in zulke prettige nuchtere taal met kennis van de theorieën en therapieën en persoonlijke ervaringen, heel herkenbare, dat je toch er wel bij blijft.  

Het voortdurend afwegen: doe ik wat ik wil, klopt het wat ik doe, wat voel ik, wat betekent dat, het onschadelijk maken van negatieve oordelen over jezelf, manieren om je minder angstig en zachter en positiever te voelen, dat zijn zaken die zich bij iedereen voortdurend in het hoofd afspelen en waar iedereen mee moet leren dealen. En als je ermee kunt dealen is er volgens haar een gerede kans dat je tot innerlijke bloei komt.

Vals plat

Vandaag ga ik met de bus naar TivoliVredenburg, want het regent nogal. En het waait. Het is uitgesproken guur. En ook zonder die dingen is de tocht van Zuilen naar de stad al zo erg. Van de week sprak K. nadrukkelijk haar compassie uit over het eind dat ik moet fietsen naar de binnenstad. 25 minuten naar de film, 30 minuten  naar het koor. Men moet wel wils- en doorzettingskracht bezitten. 

Naar Vredenburg kun je gelukkig ook makkelijk met de bus. Dat scheelt. Maar, vertel ik, ‘het is zo raar: de heenweg vind ik altijd een crime, en terug fiets ik als een zonnetje!’ ‘O!’ zegt Karen, ‘daar is een verklaring voor! Fietsen in Utrecht is fietsen op een vals plat. Je ziet het niet, maar de binnenstad ligt hoger dan de wijken eromheen’  Googelend kan ik er geen textuele informatie over vinden, maar de algemene hoogtekaart laat het inderdaad zien.

Er blijkt trouwens ook een website te bestaan waar je kunt zien op grond van je postcode hoe erg de situatie in jouw woonomgeving zal zijn in geval van een overstroming. Bij ons te Zuilen komt het water dan 1,5 meter hoog. Je kan thuisblijven, zeggen ze, maar dat is ongemakkelijk want alle functies van de nutsbedrijven vallen uit, maar als je gaat vluchten kom je in waanzinnige files terecht. Dat u het weet. 

- Actueel Hoogtebestand Nederland: http://www.ahn.nl/index.html
- Overstroom ik? https://www.overstroomik.nl/

Blazers

Door ons kersverse lidmaatschap van We Are Public ga ik met K. nu ook nog naar de première van de voorstelling ‘Symmetries’ van het Nederlands Blazers Ensemble. Componist John Adams. Zondagochtend 12u, kaarten halen om 11u. Het is allemaal veel te veel, al dat uitgaan, maar wel prachtig. Of zal ik zeggen: het is prachtig, maar veel te veel.

De voorstelling bevat niet alleen muziek met het Blazers Ensemble (dat dacht ik), maar ook dans met twee hedendaagse ensembles Duda Paiva Company en ISH, en een voorstelling met performance poppenspel en film door Hotel Modern. Het is fantastisch veel en haast niet te volgen, maar geen onverdragelijk bombardement. Echt indrukwekkend mooi, al weet je niet waar je je aandacht moet richten. Als je naar de dansers kijkt, kun je niet naar de film kijken. Of naar de musici. En er is zoveel te zien dat je nauwelijks op de muziek kunt concentreren. Urban is een term die er aan gehangen wordt. 



vrijdag 25 januari 2019

Op première

We zijn naar het Internationaal Film Festival in Rotterdam alwaar Bobby’s jeugdvriend André heeft première met zijn nieuwe film: een tv-serie ‘De terugkeer’. Het is een zevendelige serie die speelt rond Rotterdam en de Maasvlakte en die komend najaar uitgezonden wordt door RTV Rijnmond. De VPRO had ook interesse, hoor ik, maar de netmanager wilde het niet. Dat is de informatie die ik vooraf heb. We krijgen de eerste vier afleveringen te zien. Eigenlijk heb ik geen idee waar ik naartoe ga. 

Nu zit ik in de trein terug na te genieten. Het was fantastisch. Een soort Nederlandse Heimat. Je wilt niet meer stoppen, alleen maar doorkijken. Hij heeft zelf gefilmd maar ook veel historisch materiaal heden  door elkaar vermengd met beelden van de idyllische polders en dorpen ten westen van Rozenburg, die helemaal van de aardbodem moesten verdwijnen voor de Rotterdamse haven en de petrochemische industrie. De macht en de malversaties en de mensen die er woonden. De acteurs zijn amateurs, maar heel goed. ‘Echte mensen in plaats van acteurs’, zegt André. Goed gecast en goed gespeeld. Rotterdamse types. Die historische beelden zijn prachtig, zowel van de idyllische dorpen, de vruchtbare polders waar alles op groeide, en dan het agmfgraven, de zandvlaktes, de olieraffinaderijen, de bobo’s, de ontwikkelaars, en ook de gebedsdiensten van de godsdienstwaanzinnige Johan Maasbach. Alles is fantastisch knap in elkaar gevlochten. Na vier afleveringen van elk 50 minuten ben je teleurgesteld dat het ophoudt. De hele zaal wilde alle zeven de afleveringen wel zien.

na afloop wordt de hele crew en alle acteurs op het podium geroepen. We klappen onze handen blauw. Fantastisch, zulke mensen. André bedankt en glundert bescheiden. Zee hebben  er maar liefst zes jaar aan gewerkt (film maken is fondsen zoeken) en hopen naast de uitzending bij RTV Rijnmond komend najaar de serie binnenkort nog eens ergens integraal te kunnen vertonen, bijvoorbeeld in een filmzaaltje te Maassluis.

De serie is zaterdag 2 februari overdag nog een keer op het Filmfestival Rotterdam te zien.
https://iffr.com/nl/2019/films/de-terugkeer

donderdag 24 januari 2019

Russisch Requiem

Mo  neemt me weer me naar een informatief programma over muziek in het Zimihc-theater bij ons op het Beatrixplein. Ditmaal gaat het over het concert ‘Duister Rusland’ door het Nederlands Kamerkoor. Ik ben eerlijk gezegd niet meteen getriggerd, maar wanneer ik voor het slapen gaan toch nog even ga kijken waar ik de volgende ochtend op tijd voor moet opstaan, blijkt het om een programma over/met middeleeuwse Russisch Orthodoxe Muziek te gaan. Schitterende muziek. Doet denken aan wat de monniken van Chevetogne (Wallonië) zingen aan Byzantijnse muziek. Vanavond treedt het Nederlands Kamerkoor ermee op in TivoliVredenburg. 

De Russische zanger/componist/musicoloog:dirigent (bij dit concert de is hij vóórzanger) Daniil Sayapin is de spreker, hij spreekt Russisch. Een prachtige Russin tolkt. Hij had de muziek gevonden, een Nederlandse uitgever Donemus heeft de bladmuziek uitgegeven. Prachtig. Ik wil er meteen naar toe, maar ga dat niet doen, morgen gaan we ook al ergens naar toe...

Bij de ochtendlezing zitten een stuk of dertig zestigplussers te luisteren. En aan het eind gaan we ook een stukje Russisch Orthodox zingen. Prachtig! ‘Easter Exapostilara’. Helemaal niet zo moeilijk. Ik ga het doorsturen aan onze dirigente!



En dit zongen we:

Zilver draden tussen ‘t goud...

Vorige week zeiden twee personen tegen mij dat ik eens zilver shampoo moest proberen. Dan zou mijn haar nóg mooier worden. Dat komt natuurlijk van de uitgroei ooit-rossig, die inmiddels vaalgelig zijn. Bij de Etos haal ik een tube. De shampoo in kwestie blijkt pikzwart te zijn, als een dropsmurrie. Ineens zit het zwart op de tegels en in de voegen tussen de tegels van de douchecabine. We gaan het zien.

Even googelend op zilvershampoo kom ik uit op een blog van een vrouw die drogisterij-artikelen als thema heeft. Ja dat kan natuurlijk ook. Ze is heel enthousiast over het Etos-product, maar benoemt nergens de zwarte smurrie. Zouden al die zilvershampoos zwart zijn?

woensdag 23 januari 2019

En wat ik ook niet kan

Er zijn maar tien dames op de yoga. Waarschijnlijk hebben sommigen geen zin in door-de-sneeuw. Ik ga toch. Er is iets veranderd in mij. Ik trek het me niet meer aan dat ik sommige oefeningen helemaal niet kan. Als ik het niet haal of ga trillen, dan stop ik even tot we een oefening doen die ik wel kan. Simple as that.

Zondag aten Bobby en ik met een Gentse vriendin die al jaren studeert om yoga-docente te worden. Zij is helemaal van de Max-Strom-Inner-Axis-yoga. Die methode is voor zover ik het begrijp vooral gericht op ademhaling en beleving, en al ademende herinneringen terughalen en verwerken. Ik wil zo wel bij je in Gent op cursus, zeg ik. Maar dat is natuurlijk niet waar, ik vind een andere wijk in Utrecht al te ver weg, en blijf voorlopig nog een half jaar bij mijn eigen klasje op twee minuten lopen. 

Lenige yoga-meisjes tekenen is heel goed voor mijn verwerking van de yoga. In mijn Facebookgroep 'Iedere Dag Een Tekening' heet de serie inmiddels 'En-Wat-Ik-Ook-Niet-Kan', dit is deel 3. 

dinsdag 22 januari 2019

Mevrouw Ping

Gelezen: Hemelse mevrouw Frederike, de biografie over Frederike Harmsen van Beek. Dichteres. Veel besproken. Te leen van Will. Maaike Meijer is er ook veel mee in het nieuws geweest. Evenals met haar vorige biografie van Vasalis. Het is heel indrukwekkend, zo nauwgezet als Meijer te werk gaat. Het klopt ook helemaal dat ze dat doet. Maar ik vind het wel heel veel. 512 blz. Misschien ben ik lui en consumentistisch, maar van mij mag een biografie best slechts 150 à 200 bladzijden tellen. Zo schreef ik ze zelf indertijd ook, over de schrijfsters Willy Corsari, Clara Eggink, Henriette van Eyk. Dat was wel veel oppervlakkiger, niet te vergelijken, slechts drie maanden werk per boekje, maar toch. Af en toe blader ik nu ook maar wat verder in plaats van alles goed te lezen.

Ik vind die gedichten van Harmsen van Beek (die we niet eer Fritzo mogen noemen) zo knap. Zo dromerig, associatief, hoe zal ik het noemen! Zo bijzonder dat ze al decennia tot de verbeelding van zoveel mensen spreekt. Ze heeft veel mannen gehad, na elkaar trouwens, en altijd teerden ze op haar portemonnee die al niet erg dik was. Dat alles wordt breed uitgemeten. Willen we dat allemaal weten? Enerzijds, anderzijds.

Wat wil een mens weten van een geliefd dichteres?  Hoe haar dagen er uit zagen? Hoe zo’n gedicht tot stand kwam? 

Public

We hebben een nieuw cultureel initiatief in Utrecht, genaamd We Are Public. Zich noemen de: ‘cultuuroptimisten’. Voor € 17 per maand kun je soort van onbeperkt naar de voorstellingen, maar dan wel de voorstellingen die zij aanbieden: film, theater, muziek, lezingen. Zij maken een selectie. Het initiatief bestaat al in Amsterdam, Leiden, Den Haag, Delft en Haarlem. Ik twijfel nog een beetje. Ik ben namelijk al twee keer lid geweest van Cineville, onbeperkt films kijken in de kwaliteitsbioscopen voor € 19.-, terwijl een los kaartje daar 11 euro kost, maar twee maal per maand haalde ik niet eens. Ik woon best ver fietsen van de bioscoop. Leen heeft naast die Cineville-pas ook nog een soort Podiumkaart waarmee ze nog heel veel theatervoorstellingen onbeperkt kan zien, maar dat trek ik echt niet. 

Dit aanbod is misschien wel te doen: met één film en één concert per maand heb je het geld er ruimschoots uit. Hun aanbod is niet altijd even bekend, je moet ervoor open staan om je te laten verrassen. Ik appte het naar drie personen en K. reageerde met: 'Ja, leuk. Let's try'.  We kozen een filmvoorstelling in Het Springhaver in de reeks ‘Among Friends’, 21.15u met een verrassingsfilm. En aanstaande zondag in TivoliVredenburg doen we het Nederlands Blazers Ensemble. Ze moeten in Utrecht voor 1 maart minimaal 1500 leden krijgen, dan gaat het door. Vanavond vertelt zo’n leuke cultuuroptimist dat ze tot nu in ruim een week circa 400 leden geworven hebben. Bijna allemaal studenten. K. en ik zijn de oudsten. Wij gaan nooit om 21.15u naar de film, want tegen tienen staan we doorgaans al op ‘uit’, maar nu maar eens wel. We vinden het een zeer sympathiek initiatief en laten ons verrassen. En we gaan reclame maken.

Ook als je je kaartje gescoord hebt zeggen ze nog niet naar welke film je gaat. Het is echt een verrassing. We worden verrast met een prachtige ontroerende film die wel twee uur duurt: ‘If Beale Street could Talk’, naar een roman uit 1974 van James Baldwin. De film speelt ook in de jaren zeventig in Harlem. De film  schetst een intiem portret over het onvoorwaardelijke vertrouwen in de liefde, de liefde die alles overwint. Het tijdloze en ontroerende verhaal over de liefde tussen de 19-jarige Tish (gespeeld door Kiki Layne) en de 20-jarige Fonny (gespeeld door Stephan James). Na een jarenlange vriendschap worden zij geliefden en dromen zij van een toekomst samen. Alles loopt voorspoedig, totdat Fonny valselijk wordt beschuldigd van een verkrachting en hij in de gevangenis belandt. Tish ontdekt dat ze zwanger is en samen met haar familie doet zij er alles aan om de onschuld van Fonny te bewijzen. Dat lukt niet, hij gaat jarenlang de gevangenis in. Ondanks alles houdt Tish hoop en vertrouwt zij op de liefde tussen haar en Fonny. Zo mooi, zoveel onrecht, zo oneerlijk, zo lief.

Volgens mij moet de film nog in roulatie gaan.




maandag 21 januari 2019

PR

Uit de Jaarvergadering van het dameskoor vorige week zijn allemaal taken en taakjes voortgevloeid. We hebben nog meer nieuwe leden nodig, want anders kunnen we de dirigente niet genoeg betalen. Zo krijgt iedereen komende woensdag  een stapeltje flyers mee om op prikborden in de stad op te prikken. De voorzitster en de penningmeesteres hebben de folder gemaakt en hebben onder meer mij er pontificaal op gezet. Ze worden bedankt.

zondag 20 januari 2019

Waardering

Gelezen: Waardering door Anselm Grün. Mooi boekje. Ieder mens heeft behoefte aan waardering, en in al je behoefte aan waardering komt het vaak niet in je op dat de ander óók behoefte heeft aan waardering. Aan erkenning. Gezien worden. Het is een boek over het (oefenen in) géven van waardering en complimenten. Heel mooi, zoals ik altijd zijn boeken mooi vind. Eerst jezelf accepteren en waarderen, en dan oefenen in benoemen van wat je aan de ander ziet en opvalt. Werkelijke gemeende meer dan oppervlakkige interesse tonen. Hoffelijke woorden gebruiken. Dankbaarheid voelen en uiten. Individuele aandacht voor mensen tonen. Het klinkt allemaal logisch en niets tegenin te brengen, maar breng het maar eens in de praktijk.

zaterdag 19 januari 2019

Als je haar maar goed zit

Ik heb een afspraak gemaakt met de kapster in het Vlaardingse Woonzorgcentrum. Het is de hoogste tijd voor wat ijdeltuiterij. Kijk naar de foto om te zien hoe goed dat eens mens doet. Vooraf zag ze er tamelijk tegenop en ik beloofde de eerste keer mee te gaan, helemaal vanuit Utrecht, hoewel de kapster ook halen en brengen aanbiedt.

Het is het ritje meer dan waard. Als je haar maar goed zit. Ik heb een paar keer filmpjes gezien van kap(st)ers die vrijwilligerswerk doen met het knippen van dak- en thuislozen en van vluchtelingen. Daar ben ik altijd zo van onder de indruk. Want geknipt en geschoren voelen mensen zich echt beter. Waardiger.

Vanaf de eerste seconde dat Schoonmama in de kappersstoel zit glundert ze. Ze geniet van het wassen, de aandacht, het kletsen. En achteraf van het resultaat. Ik moet foto’s maken en naar haar zus en zwager in Putten sturen. Ik ben diep onder de indruk van alles.

De kapster is geboren en getogen in Den Ham (Ov.) en dat kun je goed horen. Ze doet dit twee dagen per week, vertelt ze. Haar vriendinnen zeggen: wie wordt er nu kapster in een woonzorgcentrum? Maar ze vindt het geweldig. Ook 89-jarigen die er voor de buitenwereld niet meer zo toe doen hebben hun ijdelheden. Ze maakt ze heel gelukkig. Het is erg leuk mee te maken.

Ik ben zo bij en trots dat ik deze foto en het staatsieportret onmiddellijk na afloop aan enige Geschwister stuur. Van haar en stiekem ook die van mij. 

Utrecht van boven

Dat ik hier te U. meer en meer thuis ben moge blijken uit mijn interesse voor boekjes als De bovenkant van Utrecht met foto’s van Karel Tomeï. Wat een Aha-Erlebnisse beleef ik er nu aan. Het zijn foto’s van de stad en de provincie Utrecht vanuit de lucht. Het is een boekje uit 2006. De foto’s van de omgeving van het Centraal Station zijn niet meer actueel, en waarschijnlijk die rond de wijk Leidsche Rijn ook niet, maar verder is er inmiddels voor mij veel herkenbaars. 

Al dat wandelen en fietsen - eerst alleen in Zuilen maar nu in Groot-Utrecht - levert op dat je je meer en meer nestelt in de omgeving. De uitgestrekte veen- en poldergebieden rond Maarsseveen en Westbroek, de bossen bij Lage Vuursche, de rivier bij Vianen IJsselstein, de heide bij Zeist. Leersum (het Leersumse Veld) vind ik nog wat ver, maar dat schijnt ook zo mooi te zijn. Ook de plaatjes van de compacte binnenstad vind ik steeds leuker worden.

vrijdag 18 januari 2019

Voor zíjn efficiency

Voor de efficiency van de dokter kocht ik begin deze week een bloeddrukmeter en mat ik afgelopen week tweemaal daags mijn bloeddruk. Die blijft maar hoog, ondanks de extra dosis van de medicijnen. Je wordt toch wat onrustig van die dagelijkse metingen. Vandaag zou de dokter mij bellen over mijn bevindingen en dan wellicht weer een ander medicijn kiezen, maar hij kon niet zeggen hoe laat. Dat geeft mij dan weer stress, want onderweg kan ik niet bellen en getallen doorgeven. Dus blijf ik maar thuis en voel ik me een gevangene.

Tegen tweeën bel ik - tegen beter weten in - de praktijk (tien minuten in de wacht) om te vragen hoe laat de dokter me gaat bellen. Dat weet de assistente natuurlijk niet. Ná de laatste patiënt gaat-ie bellen. Maar of hij mij dan als eerste gaat bellen kan ze niet beloven. 'Kan ik niet mailen?' vraag ik, want dat lijkt mij dé oplossing. Maar nee, dat kan niet, ze hebben alleen ‘beveiligde’ e-mail.

Enfin, de dokter belt om kwart over drie, heel aardig hoor, en ik mopper een beetje dat ik voor zíjn efficiency een bloeddrukmeter à 60 euri heb gekocht, en nu al de hele dag zit te wachten. Lijkt me niet goed voor mijn bloeddruk, waar ik me tot een week geleden nauwelijks mee bezig hield. Voor hem is het misschien inefficiënt als ik eens per twee of drie weken 5 minuten op zijn spreekuur kom voor een bloeddrukmeting, maar  voor mij is dat veel en veel en veel efficiënter. Kan ik immers meteen het nieuwe medicijn van de apotheek meenemen. Nu praten we vijf minuten over de telefoon en moet ik er alsnog naar toe om het medicijn te halen. 'Enne, waarom kan ik niet mailen?' vraag ik. 'Mailen kán wel', zegt de dokter, 'maar alleen via Gezondheidsnet.' 'Ja', mopper ik door, 'en daar duurt het weer dagen voor ik me kan  aanmelden. Dat moet via DigiD-met-sms-verificatie.' 'Ja', legt hij uit, 'dat is voor de bevéiliging. Anders kan iedereen in uw Medisch Dossier.' Hij geeft me het gevoel dat ik een digibete oude muts ben. Terwijl hun hele systeem achterhaald is en weinig klantvriendelijk, om het maar neutraal te zeggen. 

Nou ja, dan vragen we maar een sms-verificatie-code aan. Die wordt over een week met de post bezorgd. 

IJs en weder dienende

Deze ochtend staat in het kader van de-wekker-was-stuk-en-de-brug-stond-open. Ik zou naar Museum More in Gorssel voor een pers-preview van een tentoonstelling die me wel interessant lijkt. Gorssel is een uur rijden. Het schema staat op 09.30 uur vertrekken.

Maar de dokter zou ook vandaag bellen over de bloeddruk (die nogal hoog is) maar die ik dan wellicht niet kan opnemen als ik autorijd of bij de perspreview zit. Als je de huisartsenpraktijk belt om de kwestie te bespreken sta je minstens een kwartier in de wacht. Daar is geen tijd voor. Een e-mailadres heeft de praktijk niet. Dus ik besluit een briefje te schrijven (met de bloeddrukwaarden) en af te geven bij de praktijk alvorens ik naar Gorssel afreis. Maar: er staat nogal wat ijs op de ruiten dus dat betekent 5 à 10 minuten ramen krabben. Ineens begin ik krap in mijn tijd te zitten. Stress. Dat heb ik nooit, omdat ik altijd ruim de tijd neem. De perspreview begint om 11 uur. Help!

Dan blijkt het slot van de poort van de achtertuin bevroren. Ik kan de tuin niet uit. Dus ik weer naar binnen, voorom eruit, door de poort naar de parkeerplaats die gelukkig net niet (niet meer) bevroren is... En dan blijkt het portier van de bolide dichtgevroren. Niet het slot, maar de hele deur. Beide kanten. Dus ruiten krabben kán niet eens. Er komt voorlopig nog geen zon op de parkeerplaats, dus ik kan niet anders dan wachten tot het niet meer vriest. Ontdooingsspray zou voor het slot misschien kunnen helpen maar die heb ik niet meer, want jaren geleden afgezworen omdat dat zulke gore chemische zooi is. En dit terwijl het maar 3 à 4 graden gevroren heeft. Wat een giller. 

Het is inmiddels 10 uur. Zit nu op de bank met een kopje kov bij de komen van de stress. Maar even de persdame mailen dat ik door onverwachte omstandigheden helaas niet kom. De-wekker-was-stuk. Ik ga toch niet aan een vreemde jeuzelen over dichtgevroren poortdeur en auto? Klinkt als totaal ongeloofwaardig smoesje. Waarom heb ik dit? Alle buren zijn gewoon weggereden.  Eigenlijk is het heel fijn. Strekt zich een lege dag voor mij uit. De dokter kan me nu ook gewoon bellen.

Vervolg. Dit ga ik natuurlijk oplossen. Al gauw kom ik er achter ik dat ongeveer alle buren hier last van hadden: vastgevroren schuurdeuren, poortdeuren, en autoportieren. De buurvrouw heeft wel zo’n flesje slotontdooier en zo krijgen we in elk geval mijn poort weer open. En dan de rest maar met de föhn. Eerst de haspel zoeken. Bobby’s mancave vind ik een soort Malle Pietjes-kamer waar ik liever niet in ga. Zelf vindt hij het heel ordelijk. Dus liever ga ik er niet in en vraag ik het. Een haspel. Volgens mij hebben we er drie. Maar waar? Uiteindelijk bel ik hem op zijn werk en leidt hij mij door zijn ‘orde’. De haspels staan áchter de verfkratten. Geen wonder dat ik ze niet zag. Wat ga je dóen, vraagt hij bezorgd. Met de föhn, zeg ik. O ja, dat is heel slim.

De buren hebben ook grote complimenten voor mijn aanpak: een föhn aan de haspel vanuit de schuur, dat had nog niemand bedacht. De verhalen over bevroren auto’s vliegen me om de oren. Een buurvrouw bij wie de bevalling 10 dagen te vroeg begon en toen dit. Wat een onverwacht leuke ochtend zo.

donderdag 17 januari 2019

Et in terra

De dirigente gaat nu helemaal voor het Gloria van Vivaldi. Het eerste deel Gloria hebben hebben we vorige week voor het eerst ingestudeerd, nu beginnen we aan deel 2: 'Et in terra pax hominibus bonae voluntatis...' Het is zo mooi dat je het op den duur onthoudt, wat je je eerst niet kunt voorstellen. En daarna gaan we door met het onderhoud van de stukken die we vorig jaar ingestudeerd hebben en die melodielijnen zijn allemaal blijven hangen.

We hebben ook Jaarvergadering. De financiën, afspraken en plannen doornemen. Allemaal heel echt. Er zitten veertien dames op dit koor die allemaal niets met internet/social media hebben. Er moeten nieuwe leden bij anders kunnen we de dirigente niet betalen. Dus moeten we pr gaan doen. En dan gaat het over flyertjes en de website. Dan wil ik wel marketing via Facebook gaan doen, maar niemand van de dames zit op Facebook. Niemand.  Dan heeft het ook geen zin als ik mijn best ga doen op Facebook, want jullie moeten mijn posts delen delen met je als je vrienden.

Staartmeesjes

Eindelijk tijd voor een tekening. Ik weet niet meer hoe ik op de staartmeesjes als onderwerp ben gekomen. Misschien dat iemand me een foto geappt heeft over haar eigen tuin? Ik heb ze niet. Koolmeesjes en roodborstjes, veel verder komen we niet. Dit zijn wel beauties.

Wat zal ik er over zeggen? De Vogelbescherming meldt:
'Staartmezen zijn zeer sociaal. Vooral buiten het broedseizoen leven deze geliefde bolletjes-met-staart-vogels in kleine groepen. Dwarrelend door twijgen en bomen roepen ze voortdurend naar elkaar. Blijft een lid van de groep ergens hangen, dan wordt er gewacht tot de achterblijver weer bij is. Regelmatig worden in Nederland witkopstaartmezen waargenomen uit Scandinavië en Oost-Europa. In 2010/2011 vond er een invasie plaats van deze ondersoort.' Dat weet u dan ook weer.

In de wijk

Het miezert nogal dus ik ga voor één keer met de bolide naar het koor in Utrecht-Oost. We hebben Jaarvergadering en beginnen al om 18.45u. Google leidt me langs de Karl Marxdreef. Daar in het regenachtige avondduister komt een enorme sliert donkere busjes met blauwe zwaailichten me tegemoet. Het is ME. Spooky. Heb ik wat gemist?

Als ik vele uren na het koor thuis kom blijft er een eindje verderop bij ons in de wijk bij de moskee (de Abi Bakr Issidik-moskee) een Pegida-anti-islam-demonstratie plaatsgevonden te hebben. Daar was die macht ME-busjes voor. Die demonstratie zou eerder in de wijk Lombok vlak bij het Centraal Station plaatsvinden, maar die werd twee keer afgelast. Dan maar op Zuilen, zullen ze gedacht hebben. 

De Wijkraad en de kerken (die twee kleine kerkgemeenschappen, PKN en RK, die beide haast geen leden meer hebben, niet de grote evangelische) hebben hun solidariteit aan de moskee betuigd. Het moet toch angstig zijn als zo'n beweging bij jou komt ageren. Zij hebben gezegd: er is plek voor iedereen in deze wijk, wij leven allemaal naast elkaar. 

Het ging uiteindelijke om slechts twintig demonstranten en dus een film, en om de film een wand om de film van de buurtbewoners af te schermen en een muur van ME. En na afloop zijn er veel ruiten van auto's ingetikt. Wat een wereld. Ik woon drie straten verder en merk er helemaal niets van.

De DUIC:

woensdag 16 januari 2019

De agenda

Ik heb het zo druk met stukken schrijven, beeld bewerken, Wordpress leren, Schoonmma bezoeken, solliciteren, vergaderingen voorbereiden, muziekstukken instuderen, computer en mail ordnen, en natuurlijk de Brexit, dat ik helemaal geen onderwerp meer heb om over te bloggen. Want die werkgerelateerde dingen zijn te gevoelig, daar schrijf je niet over. Ik hoop dat u het me vergeeft. Kan natuurlijk altijd nog een recept plaatsen.

En terwijl de agenda volslibt - wat ik nóóit wilde en deed - dan komt ook nog Diana met een voorstel om de komende weken/maanden mee te doen met een projectkoor 'De Tranen van Maria'. Zoiets heb ik altijd gewild.

dinsdag 15 januari 2019

Lage Vuursche

Will en ik gaan weer wandelen in Lage Vuursche. Ik heb mijn sollicitatie-activiteiten deels naar voren verschoven naar de zondagmiddag, zodat ik me dan des maandags vrij voel van de drang om mijn wekelijkse sollicitatiebrief te schrijven. Die kan dan maandagavond of dinsdagochtend de deur uit. 

We beginnen nu bij Restaurant De Paddenstoel, heel handig voor ons: dicht op maandag. Vandaag lopen we op een wandelkaart uit 1999 die ik vond, dat is eigenlijk veel prettiger lopen dan met uitgeschreven wandelroutes. Daar raak je vaak het spoor bij bijster. Dat stimuleert om eens een tuiltje nieuwe wandelkaarten aan te schaffen, want er is vast het een en ander veranderd sinds 1999. Hoewel dat ín het bos waarschijnlijk wel meevalt. Het is meer dat er overal wegen en wijken bij gekomen zullen zijn.

Wat een heerlijk prachtig afwisselend bos.

maandag 14 januari 2019

Dom

We gaan weer eens naar de Domkerk. Met mijn kerkelijke gevoeligheden vind ik het elke keer weer lastig om een kerk te kiezen, omdat geen enkele kerk aan mijn droomwensen voldoet. Niet te vroeg, niet te laat, niet te protestants, niet te katholiek, niet te bijbels etcetera. Niet hand-in-hand-in-de-kring het Onze Vader. Eigenlijk wil ik vooral stilte en mooie zachte (koor)muziek. 

Wat ik even vergeten ben, is die Nashville-verklaring. Daar heb ik me afgelopen week een beetje voor afgesloten. Ik was verbijsterd over de commotie. Het kan toch niet nieuw zijn dat SGP-ers zich tegen homo’s en het homohuwelijk uitlaten? Dat doen toch al sinds jaar en dag evenals de katholieke kerkleiders, de meeste joodse leiders en de islamitische ook? Pijnlijk genoeg, daar niet van, maar om als kerken nu zó omstandig te laten zien dat je homovriend bent. Misschien is het belangrijk hoor, ik weet het niet. Ik heb altijd gedacht dat een homo/lesba voor haar/zijn eigen zielenrust weinig te zoeken heeft in de kerk.

In de Domkerk zijn ze echter helemaal vóór homo's. Al sinds 1970. Ze hingen van de week dus onmiddellijk de regenbogenvlag uit. En de hele dienst gaat erover. Dat ze voor homo’s zijn, dat ze homohuwelijken inzegenen. Dat t gewoon is hier. 

Daar moet ik blij mee zijn, maar ik ben toch geprikkeld. Waarom moet het er de hele dienst over gaan als het zo gewoon is? Waarom hebben ze het steeds over de ‘seksualiteit’ en ‘seksuele geaardheid’ als het over jongens met jongens en meisjes met meisjes gaat? Gebruik je dan geen andere woorden als ‘verliefdheid’, ‘liefde’, en ‘verlangen’, zoals men doet als het over ‘gewone’ heteroliefde gaat? Waarom is er niet een homo/lesba die éven het woord voert over de afgelopen week (bijvoorbeeld over oud zeer bij veel homo’s en lesba’s dat door deze kwestie weer aangeraakt wordt) en daarmee schluss

Als het zo gewoon is, waarom moet een kerkeraadslid bij het koffiedrinken steeds weer trots mededelen dat ze hier zoveel homo’s in de kerk hebben? Waarom benadrukt hij  - voor de ‘grap’ - ‘zelf ben ik gewoon netjes hetero’? Het is helemaal niet gewoon. Nette vrijzinnige maar wel heel traditioneel protestantse hetero-heren en enige -dames voeren hier de boventoon. 

Het is voor jou ook niet gauw goed he, zegt Bobby. Dat klopt, in de kerk is het voor mij niet gauw goed. 

zaterdag 12 januari 2019

Chabot

Ik bezoek graag tentoonstellingen van expressionisten, de krachtige kleurige en geladen beelden van personen en landschappen, spreken recht tot je hart. Vaak gaat het om Duitse of Russische schilders, maar we hebbben ook Nederlandse vertegenwoordigers van deze stroming. De Ploeg. De Bergense School. Aan van de Nederlandse expressionisten, de Rotterdammer Henk Chabot, is een eigen museum gewijd. Het is gevestigd in een witte Rotterdamse stadsvilla, modernistisch uit de jaren dertig, recht tegenover Boijmans van Beuningen. Ik was er nog nooit. Het Henk Cabot Museum viert nu met de tentoonstelling ‘Chabot van Rotterdam’  zijn 25-jarig bestaan en ontsluit een nieuwe loot aan de collectie: de verzameling ‘oorlogsschilderijen’. 

Bij leven was Henk Chabot (1894-1949) een beroemd Nederlands kunstenaar, maar tegenwoordig kennen - buiten Rotterdam - nog maar maar weinig mensen zijn werk. Hij schilderde mensen, polders en dieren. Zijn grote periode was in het interbellum. Eerst woonde hij in de stad zelf en schilderde hij ook de havens, maar halverwege de jaren dertig verhuisde hij naar net boven Rotterdam, naar een dijkhuis aan de Rotte, naar het platteland, waar hij heftige Hollandse luchten en landschappen schilderde, en de mensen en dieren uit die landschappen. Knoestige boeren, grove vrouwspersonen, zieke kinderen, vee. Een beetje de aardappeleters van Van Gogh. Indrukwekkend.   hij Begin jaren 30 verpoosde hij een periode in Zoutelande (Zeeland) in de omgeving van Charley Toorop, uit die tijd stammen prachtige woeste zeegezichten. Hij was actief in de kunstenaarswereld, was lid van de moderne Rotterdamse kunstenaarsvereniging De Branding en later van kunstenaarsvereniging R33. Die werd in 1940 door de Duitsers verboden. 

Chabot had een heel eigen manier van schilderen, met bijna droge verf, die hij met paletmes weer van het doek afschraapte. Daardoor zijn zijn schilderijen met op zich herkenbare expressionistische schilderwijze toch heel eigen. 

De oorlog maakte diepe indruk op Chabot, te beginnen bij het bombardement op Rotterdam waarvan hij de verzengende rode gloed vanuit zijn dijkwoning in de polder kon zien. In de oorlog schilderde hij veel vluchtelingen. Die blijven je heel erg bij. Vluchtelingen schilderen. Heel indringend. Uitgeputte mensen in kolonne met een koffertje. Een persoon met een vogelkooitje. Een moeder met een gewond kind. Ik neem aan dat hij geen foto’s maakte en dat die mensen ook niet voor hem poseerden. Vluchtelingen zijn van alle tijden. Het is hen ook maar overkomen. Het kan jou en mij ook overkomen. Echt duister indringend werk. Je herinnert je de beelden van de vluchtelingen uit de Balkan. Uit Syrië. Die Europa hier niet wil. Nooit zag ik ze zo geschilderd. 

Na de oorlog komen er weer zonnige landschappen. ‘Vrede’ heet zo’n schilderij.

Het is echt indrukwekkend mooi werk. Dat ik dat niet kende.

Dank u

Tussen Kerst en Oud&Nieuw doe ik altijd aan reflectie je op het afgelopen jaar en word ik heel gevoelig over van alles en nog wat. Ben nu een week januari in en dan is dat weer helemaal voorbij en over. Nu moet ik zeggen dat dat ook wel komt door een aantal Besluiten die ik genomen had, dingen die ik aan ging pakken.

In die week tussen Kerst en Oud&Nieuw noteerde ik in boekhandel De Wijze Kater wat boektitels die ik wel wilde lezen en een paar daarvan reserveerde ik bij de bibliotheek. Een was het Dankboek. Dagboek voor een tevredener leven van Ernst-Jan Pfauth. Hij is de oprichter en directeur van het journalistieke platform De Correspondent. Toen ik nog voor het Vakblad werkte en wij geweldig leuke studiedagen aan zee organiseerden was hij een keer de presentator. ‘n Bijzonder innemende jongeman. Dit boek ligt deze week al voor me klaar. Het momentum is alweer een beetje voorbij, maar ik lees het toch maar.

Hij schrijft erover dat hij op een gegeven moment hoewel veel belovend en succesvol ook nogal veel ongelukkig of ontevreden was, veel zelfhulpboeken las en almaar bezig was zichzelf te verbeteren. Tot hij zich op een gegeven moment realiseerde dat hij altijd in het standje stond dat het allemaal niet goed genoeg was en dat het beter moest. Hoewel hij eigenlijk een geweldig mooi goed leven had. Toen heeft hij voor zichzelf wat leefregels ingevoerd. Tijd nemen voor wat je doet, de dingen één-voor-één doen en niet alles tegelijk. Niet de hele dag e-mail en Facebook checken. Telefoon uit zicht. Echt tijd doorbrengen met vrienden en familie, niet alleen via de telefoon. Dankbaar zijn. En: elke dag 3 dingen noteren waar je dankbaar voor bent, en benoemen waarom je er dankbaar voor bent. Eerst is dat misschien wat gekunsteld om te doen, maar uiteindelijk slijt het echt in je geest in. Zegt hij. Ik kan natuurlijk niet in een bibliotheekboek gaan schrijven, dus als ik zou willen gaan toepassen kan ik ook gewoon een schrift kopen, maar misschien werkt zo’n boek beter? Kweenie. Maar ik snap wel wat hij zegt en bedoelt.

vrijdag 11 januari 2019

Wordpress

Ik heb een diepe wens: Wordpress leren. Met Wordpress maak je websites. Bij veel functies die mij interessant vind om op te solliciteren vragen ze dat je Wordpress kent/kunt. Die wens om Wordpress te leren heb ik al langer. Ik kan niks met Wordpress, loop er altijd helemaal in vast. Er zijn cursussen ‘In één dag Wordpress leren’ à € 450 (één op één) maar dat vind ik nogal prijzig en wat leer je daar nu helemaal? 

Afgelopen april bouwde ik met behulp van Hani501 een Wix-website (zij kon ook geen Wordpress en haar webbouwer werkte met Wix), met mijn tekeningen. Daar in de Wix-omgeving kocht ik een domeinnaam en een plekje op een server bij à € 189 euro per jaar. Er was mij veel aan gelegen, dus dat betaal je dan. Maar het lijkt mij nogal prijzig dus misschien kan dat anders. Maar hoe? En voor hoveel? 

Broerlief is bereid mij een eindje op weg te helpen. Dus ik naar Amsterdam-West. Voor we aan het werk gaan legt hij mij veel onbegrijpelijks uit, veel bezwaren ook, wat ik als nogal ontmoedigend ervaar, maar dat is niet zo bedoeld, verzekert hij mij. 

Voor een eigen website heb je èn een domeinnaam nodig (dat kost ca 10 euro), èn webhosting ofwel server-ruimte, en dat kost al gauw € 130 per jaar. Dus zo krankzinnig zijn die € 189 van Wix nu ook weer niet. Hun business model is dat ze hun programma om websites te maken gratis aanbieden, en dat ze hun geld verdienen aan dat webhosting. 

Wat ik ook leer is dat een website van Wordpress of Wix geen verzameling pagina’s is, zoals vroeger een website was, en die verhuisde je dan van je eigen computer naar de server, maar een website is tegenwoordig een programma. Dus als je een Wix- of Wordpress-website op een server wilt zetten, dan moet je eerst dat Wix- of Wordpress-programma op die server laten draaien. En dat moet die server dan wel kunnen faciliteren. Volgt u het nog?

Als ik thuis kom en verslag doe snapt Bobby er helemaal níets van. Hij is zo technisch, op alle mogelijke terreinen, maar hier haakt hij onmiddellijk af. Ik ook, dus vind het al erg knap van mezelf dat ik het tot nu toe ongeveer snap. Maar ik wil er dan ook wat mee. Dus ik heb er belang bij.

Broerliefs heeft serverruimte. Her en der op de wereld. Op zijn Nederlandse server maakt hij vandaag een map voor mij aan. Daar installeren we Wordpress en downloaden we een Wordpress-thema. Wordpress is niet één programma, legt Broerlief mij voor de vijfde keer uit, maar een hub van programma’s met allemaal een eigen cms. En allemaal tamelijk onlogisch. Trial en error

So far is de conclusie: het verzoek van organisaties dat je als webredacteur Wordpress 'kent/kunt' slaat nergens op. Maar ja, dat weten de mensen die dat vragen niet. En als je ja zegt moet je er toch iets van af weten. Ik moet ergens beginnen.

Bloeddruk

Het is inmiddels een jaar geleden dat ik flauwviel in de AH en dat mijn gang langs huisarts, laboratoria en hartspecialist begon. Met mijn hart was niets aan de hand gelukkig, de conclusie van de specialist was dat ik meer water moest drinken gedurende de dag. Dat doe ik nu. Altijd flesjes water mee. En de slipstream vonden ze uit dat mijn bloeddruk en cholesterol te hoog zijn en sindsdien ben ik doende beide te verlagen. Met vezelrijk eten, onder meer. Veel volkoren en bonen. Vandaar die bonenburgers.

Mijn bloeddruk blijft maar te hoog. Steeds krijg ik andere en zwaardere medicijnen, maar het helpt niet. Vanochtend zegt de dokter dat het echt niet aan zijn meetapparaat ligt. En hogere dosis van het medicijn dan dit wil hij ook niet, het zou effect moeten hebben. Het kan ook zijn dat ik zo gespannen ben dat daarom die bloeddruk zo hoog is tijdens de meting. ‘Ik ben helemaal niet gespannen’, werp ik tegen, 'ik fiets gewoon even naar de dokter voor een zoveelste bloeddrukmeting.’

Omdat we ook al een 24-uursmeting gedaan hebben stelt de dokter nu voor dat ik zelf maar een bloeddrukmeter koop (à 60 euro) en gedurende drie dagen tweemaal daags mijn eigen bloeddruk ga meten. Dat raden ze altijd af. Maar goed. Je kan ze o.a. bij Blokker en Bol.com kopen. (Dat wil ik niet, ik wil een van de apotheek. Dat is echter.) Dan zal hij mij over een week bellen om te horen wat de metingen uitwijzen. Dat is veel efficiënter dan dat ik steeds langskom, zegt hij. ‘Efficiënter wel’, zeg ik, ‘maar wel ongezellig! Dan kan ik niet meer gezellig naar de dokter.’ Ik grijns er bij, hij kijkt een beetje verlegen. Voor zijn efficiency jaagt hij mij wel op kosten.

donderdag 10 januari 2019

Bonen

Het andere innovatieve vleesvervangende product dat ik kocht waren dus Boon Ballen. De bedenker heet Michael  Luesink en hij heeft zijn bedrijf in Den Bosch. Daar heb ik hogere verwachtingen van dan van die spinazieburger van gisteren. Ik houd erg van peulvruchten, maar  veel verder dan chili's en kapucijners-met-uien-en-spekjes-en-piccalilly kom ik meestal niet. De Indiase keuken doet er wel veel mee. Maar (begin ik weer te maren) ik vind veel bonen-in-blik te zacht. En zelf koken vergt een vooruitziende blik, want droge bonen moet je een nacht weken en dan nog eens 40 minuten koken. Dat past niet bij mijn dagelijkse ad hoc beleid. In die zin is dit soort 'innovatieve producten' misschien toch wel geschikt voor mij.

Vanavond wordt het dus of Boon Balognese: spaghetti met Boon Ballen Chili, linzen en verse basilicum. Er zit ook een handje walnoten in en een beetje kaas erover. Of het wordt Zoete Aardappelcurry met Boon Chili Ballen. Er zit een hip kipkruidenmengsel genaamd Love Your Chick in, bestaande uit geelwortel, gember, laos, kaneel, mosterd, koriander, selderij, chili, knoflook, zeezout, ui, peper, paprika, majoraan, tijm, peterselie en oregano.

(De curry van dit recept is verrukkelijk, maar de bonen ballen vallen best tegen. Ze zijn niet vies, maar ook niet bijzonder smaakvol. Kun je net zo goed falafel- balletjes nemen.)

Men kan bonenburgers en dergelijke ook zelf maken. Tuurlijk. Misschien nog lekkerder. Zie bijvoorbeeld van Yvette van Boven: https://www.vpro.nl/programmas/koken-met-van-boven/lees/recepten/alle-hoofdgerechten/bruine-bonen-burgers.html

Gymnasiast

Mijn dameskoor is verhuisd van het Zimihc in de Bouwstraat naar het Utrechts Stedelijk Gymnasium aan de IBB-laan in Utrecht Oost. Zo zeggen ze dat hier. IBB staat voor Ina Boudier-Bakkerlaan. In dat gymnasium huren we vanaf nu het Muzieklokaal. Dat stukje stad Abstede achter de Abstederdijk ken ik helemaal niet. Ooit heb ik er bij een verjaardag een rondleiding gehad. Zoals bijna overal in Utrecht is het ook daar een onbegrijpelijke wirwar van straatjes. 

Vanuit mijn wijk Zuilen voert de kortste route er naar toe door de wirwar van de Utrechtse binnenstad. Ik vind dat geen fijne fietsroute. Er is een alternatief: immer gerade aus langs de Straatweg en de Catharijnesingel. Maar die route is - als je Google mag geloven - één minuut langer. Bobby vindt het beláchelijk om die rechte route te verkiezen boven het gezigzag. Maar de rechte route voert wel langs een goed verlicht en glad geasfalteerd fietspad. Volgens Google is het 20 minuten fietsen. Die rekenen denk ik de e-bike. Ik kar echt door, maar doe precies 30 minuten over de kortste route.

Het Utrechts Stedelijk gymnasium is een heel modern schots en scheef gebouw. Volgens een van de koorleden die kinderen op de school heeft is het gebouwd als VMBO-school en waren ouders en leerkrachten ontstemd over de keuze voor dit gebouw. Het zou niet statig genoeg zijn voor een gymnasium. Geen gymnasiale uitstraling hebben.

De terugweg voert over de Nachtegaalstraat vanwege het gezellig samenzijn in Proeflokaal De Zes Vaatjes. Dat is ook niet om. Ineens krijgt mijn inburgering in Utrecht een enorme boost.

woensdag 9 januari 2019

De Spinazie Schnitzel

Door al dat solliciteren hier & daar & overal kom je steeds in nieuwe omgevingen terecht. Virtueel in elk geval, of in gedachten. Zo stuit ik op een Rotterdams communicatiebedrijf dat een hoofdredacteur zoekt voor een platform, waar de levensmiddelenindustrie hoopt te communiceren met de consumenten over zaken als voedselveiligheid en gezondheid. Veel mensen hebben een groot wantrouwen jegens de levensmiddelenindustrie, en soms is dat terecht en soms ook niet. En in 2016 hebben industrie en overheid bedacht dat die partijen meer met elkaar moeten communiceren. Ik heb het allemaal omstandig bestudeerd en weet het nog niet. De baan is half commercieel natuurlijk, en diep in Rotterdam. Files!

Enfin, op die site lees ik een artikel over een leuke jonge ondernemer die een innovatieve gezonde vezelrijke vegetarische bonenburger ontwikkeld heeft en fabriceert. Er staat bij dat AH maar één product uit de lijn verkoopt, maar Jumbo de hele lijn. Bij Nichtje in de koelkast zie ik die bonenburgers liggen. 

Fiets ik vandaag toevallig langs een Jumbo! Kom ik thuis met Boon Ballen Chili én twee spinazie-schnitzels! Tot nu toe kocht ik nooit zulke vleesvervangers. Alleen ‘speckjes’ en ‘kipstuckjes’ van De Vegetarische Slager. Maar wie weet zijn die schnitzels wel lekker.  Op de site van de fabrikant van de spinazieschnitzels zoek ik een recept, en zo schaft vandaag de pot stamppot bietjes (met gekaramelliseerde ui en appel en walnoten) èn spinazieschnitzels. 

(Rapport achteraf: de bietenstammpot met al die lekkere dingen is verrukkelijk, maar de spinazie schnitzel: mwà.)

dinsdag 8 januari 2019

Uit de losse pols

Op een gegeven moment ga ik dan maar uit de losse pols wat tekenen. Bébé1 heeft een la vol creatieve spullen waaronder een pak A4-tjes en kleurpotloden. Bébé houdt erg van krassen. Elke 30 seconden wil ze een nieuw vel. Haar kinderstoel aan de eettafel is een soort troon, met een kroon, door een voorouder gefiguurzaagd. Gaat al generaties in Nichtjes’ schoonfamilie mee. Bébé kan er zelf onderin in kruipen. 

En omdat dit voor haar the place to be is, waar ze te eten krijgt en mag krassen, zit ze er heel graag in. Ik heb steeds maar seconden om iets op papier te zetten, en dan moet ik Bébé alweer assisteren met het een of ander. En uit die vrolijke chaos komt deze tekening tevoorschijn..

Oppastante

Om kwart over acht ‘s ochtends komt Zwager3 voorrijden. We gaan samen naar Oosterbeek. Hij gaat me inwerken als Oppastante bij de Bébé’s. Nichtje moet werken. Ze blijkt een thuiswerkdag te hebben en werkt voor de gezelligheid op zolder. Waarschijnlijk ook omdat ze ons dan een beetje in de smiezen kan houden.

Ik beleef aan een stuk door leermomentjes. Nu de Bébé’s middagslaapje doen kan ik even verslagleggen.

Mijn 15 leermomenten tot nu toe: 1. Geen water in het speelgoed-theepotje doen, dat morst maar. Spélen dat er thee in zit. 2. Gordijnen dicht bij de slaapjes. 3. Bébé2 huilt bij haar 11-uur/slaapje. Heeft ze nog honger. Moet ze flesje melk. Stond niet in de instructie. 4. De speen. Niet vergeten. Met speen is ze onmiddellijk stil. 5. De bakjes voeding voor Bébé2 liggen niet in de koelkast, maar in de vriezer. 6. Magnetron 2 minuten op 1000. 7. Het Babykookboek is inspiratiebron voor de recepten voor de babyhapjes. 8. Bébé1 eet bij de lunch een halve boterham met pindakaas, maar wil liever plakjes metworst. Ze krijgt er drie. 9. Zwager3 en ik horen in de woonkamer het huilen der Bébé’s op hun slaapkamer niet. Nichtje werkend op zolder hoort het wel. Wij zijn een beetje doof, vrees ik. Ik luister om de 2 minuten onderaan de trap, maar mis het huilen toch.,Nichtje zet de babyfoon in de woonkamer. 10. Bébé1 wil niet slapen en niet in de slaapzak. ‘Opa!’ Opa legt haar toch ook in bed. Op de babyfoon een huilende Bébé. 4 minuten tot ze in slaap valt. 11. Bébé2 wil op schoot, alleen maar op schoot. Nou goed dan. 12. Is deze luier nat of droog? Ik vind ‘m niet erg nat, zeg ik. Ik vind ‘m nat, zegt Zwager3. Dus verschoon ik hem. 13. Wat is de voor-en de achterkant van de luier? Zwager3 legt het nog eens uit. 14. Zwager3: Je hebt de verkeerde luier. Bébé1 krijgt de grote luiers, Bebé2 krijgt de kleine. 15. Allebei willen ze niet in de slaapzak, en ze trappelen als een gek, maar dan moet je als Oppastante maar even doordrukken. 

Tijdens het middagdutje is het tamelijk saai, oppassen. Als de Bébé’s eindelijk allebei tukken dutten Zwager1 en ik ook weg op de bank.

maandag 7 januari 2019

Kun je nog zingen...

Overmorgen gaat ons Dameskoor weer beginnen. Drie weken winterreces hebben we achter de rug. Er staan nieuwe stukken op stapel: onder meer het 'Gloria' van Vivaldi, alsook 'Windowpanes of Ice' van Witold Lutoslawski, van wie we ook al 'In Every Seashell' zingen. Gloria is een half uur, 'Windowpanes'slechts twee minuten. Dat laatste nummer gaat op topsnelheid! Je kunt nauwelijks de noten en de halve tonen volgen, laatst staan de tekst. Zelf het audiofragmentje dat de dirigente ons appt met alleen de alt is niet bij te houden. Doe mij maar Gloria!



Meepiepen met Bach


We gaan naar de Bachcantates. Dat is eens per maand in de Geertekerk in Utrecht. Een traditie die al 50 jaar bestaat. Er is een koor, een orkest en wat solisten.  Het koor is elke keer anders van samenstelling. je kan in principe meedoen maar dan moet je wel hoog niveau hebben. En een heel weekend oefenen. Ooit was ik er wel eens bij en meldde ik me aan voor het oefenen, maar ik beleefde er minder aan dan ik hoopte. En het niveau van het maandelijkse koor was mij te hoog. Je wordt geacht vóór de repetities je partij al te kennen.

Vanavond voeren ze Cantate 123 uit: ‘Liebster Immanuel, Herzog der Frommen’ geschreven in 1625.  Eerst oefenen 'we' (koor en publiek)  het slotkoraal  'Drum fahrt nur immerhin' oefenen. dat valt waratje niet mee want de dirigent geeft de begintoon niet aan. Dus bijna niemand zingt mee. Ik piep maar met de sopranen mee, alleen die lijn kan ik eruit halen.

Het slotkoraal: 'Drum fahrt nur immerhin':