Deze ochtend staat in het kader van de-wekker-was-stuk-en-de-brug-stond-open. Ik zou naar Museum More in Gorssel voor een pers-preview van een tentoonstelling die me wel interessant lijkt. Gorssel is een uur rijden. Het schema staat op 09.30 uur vertrekken.
Maar de dokter zou ook vandaag bellen over de bloeddruk (die nogal hoog is) maar die ik dan wellicht niet kan opnemen als ik autorijd of bij de perspreview zit. Als je de huisartsenpraktijk belt om de kwestie te bespreken sta je minstens een kwartier in de wacht. Daar is geen tijd voor. Een e-mailadres heeft de praktijk niet. Dus ik besluit een briefje te schrijven (met de bloeddrukwaarden) en af te geven bij de praktijk alvorens ik naar Gorssel afreis. Maar: er staat nogal wat ijs op de ruiten dus dat betekent 5 à 10 minuten ramen krabben. Ineens begin ik krap in mijn tijd te zitten. Stress. Dat heb ik nooit, omdat ik altijd ruim de tijd neem. De perspreview begint om 11 uur. Help!
Dan blijkt het slot van de poort van de achtertuin bevroren. Ik kan de tuin niet uit. Dus ik weer naar binnen, voorom eruit, door de poort naar de parkeerplaats die gelukkig net niet (niet meer) bevroren is... En dan blijkt het portier van de bolide dichtgevroren. Niet het slot, maar de hele deur. Beide kanten. Dus ruiten krabben kán niet eens. Er komt voorlopig nog geen zon op de parkeerplaats, dus ik kan niet anders dan wachten tot het niet meer vriest. Ontdooingsspray zou voor het slot misschien kunnen helpen maar die heb ik niet meer, want jaren geleden afgezworen omdat dat zulke gore chemische zooi is. En dit terwijl het maar 3 à 4 graden gevroren heeft. Wat een giller.
Het is inmiddels 10 uur. Zit nu op de bank met een kopje kov bij de komen van de stress. Maar even de persdame mailen dat ik door onverwachte omstandigheden helaas niet kom. De-wekker-was-stuk. Ik ga toch niet aan een vreemde jeuzelen over dichtgevroren poortdeur en auto? Klinkt als totaal ongeloofwaardig smoesje. Waarom heb ik dit? Alle buren zijn gewoon weggereden. Eigenlijk is het heel fijn. Strekt zich een lege dag voor mij uit. De dokter kan me nu ook gewoon bellen.
Vervolg. Dit ga ik natuurlijk oplossen. Al gauw kom ik er achter ik dat ongeveer alle buren hier last van hadden: vastgevroren schuurdeuren, poortdeuren, en autoportieren. De buurvrouw heeft wel zo’n flesje slotontdooier en zo krijgen we in elk geval mijn poort weer open. En dan de rest maar met de föhn. Eerst de haspel zoeken. Bobby’s mancave vind ik een soort Malle Pietjes-kamer waar ik liever niet in ga. Zelf vindt hij het heel ordelijk. Dus liever ga ik er niet in en vraag ik het. Een haspel. Volgens mij hebben we er drie. Maar waar? Uiteindelijk bel ik hem op zijn werk en leidt hij mij door zijn ‘orde’. De haspels staan áchter de verfkratten. Geen wonder dat ik ze niet zag. Wat ga je dóen, vraagt hij bezorgd. Met de föhn, zeg ik. O ja, dat is heel slim.
De buren hebben ook grote complimenten voor mijn aanpak: een föhn aan de haspel vanuit de schuur, dat had nog niemand bedacht. De verhalen over bevroren auto’s vliegen me om de oren. Een buurvrouw bij wie de bevalling 10 dagen te vroeg begon en toen dit. Wat een onverwacht leuke ochtend zo.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten