dinsdag 30 juni 2020

Koren

In de avond fiets ik van de stad naar huis, in de miezerregen, waratje geen pretje, en onder de Marnixbrug staat plots een koor te repeteren. Ik rem. ‘Mag ik jullie filmen?’ vraag ik, ‘ter inspiratie voor óns koor?’ Dat vinden ze leuk.  Ze vinden het ook leuk dat ik het zo mooi vind. En voor mij zingen ze het nog een keer. De opslag van mijn telefoon is vol. Met dat filmpje wordt dat niets. 

Voor een verslag aan mijn medekoorleden heb ik natuurlijk wel wat namen en rugnummers nodig. Wie zijn jullie? Het koor heet ‘Familie van Zingen’ en het repeteert om de dinsdagavond daar onder die brug. Ze zingen ‘Tu as Esté’ van Sweelinck. Heel heel mooi.  De dirigente vraagt hoe ons koor heet en als ik de naam noem roept ze ‘Dat is het koor van Linda’. Linda is alt bij ons en blijkt bij deze dame op zangles te zitten. (Even googelen levert haar naam op: Lara Diamand. Lara deelt mij blij mede dat vandaag de regels voor de koren versoepeld zijn. Dat we weer op 1,5m afstand mogen zingen in plaats van drie.

En dan ben ik uren bezig om die telefoon weer aan de praat te krijgen, want té vol. Maar uiteindelijk blijkt: Er is toch één minuut filmpje.


En zo klinkt dat dan in een kerk:


Berlijn

Ik heb drie dagen Berlijn geboekt via Airbnb. En daarna ga ik met twee Geschwister naar onze zus in MeckPom. In augustus. Heel opwindend vind ik het allemaal. Zomaar weer even en route. Ik ga logeren in een appartementje in de wijk Moabit in Berlin-Mitte, toevallig om de hoek bij Neef Kwek die inmiddels Rechtenstudent is - al bijna weer Rechtenstudent-àf. Wat vliegt de tijd. 

Sommigen doen een beetje tobberig over het leven in de grote stad. Dat is goed te begrijpen als je zelf in een dorp of op het platste platteland woont en de geest vooral via tv gevoed wordt door beelden van demonstraties tegen Corona-regels in steden waar de politie handhaaft. Maar in de stad kun je even alleen zijn als op het platteland. En net zo onder de mensen verkeren in kerken en koren, om maar wat te noemen.

Leg maar eens uit hoe rústig het overal is, ook in de stad. Nog steeds. Nee ik ga ook niet in een trein of bus. Ik ga kuieren langs rivieren en door parken. En ‘s avonds kook ik mijn eigen potje. Misschien een keer een Döner. Ik ga mijn ogen uit kijken. Mij laven. Misschien naar een Museum, of een Tiergarten, daar is door de strenge 1,5m-regels waarschijnlijk ook ruimte te over. Misschien huur ik een dag een fiets. O wat heb ik zin.

maandag 29 juni 2020

Naar Vianen

Omdat ik het allemaal ook niet weet en ik een grote hang heb naar een meerdaagse fietstocht - maar ik weet niet welke kant op - ga ik op de fiets naar Vianen. Vianen ligt aan de overkant van de Lek en er vaart vanuit Nieuwegein-Zuid een fietsveer naar toe. Vianen zelf is bééldschoon historisch maar de weg van mij ernaartoe wat minder, die leidt door eindeloze nieuwbouwvelden of langs grote kanalen ter bevordering van de beroepsvaart. Verder  ligt Vianen klem in een driehoek tussen de A2, de A27 en de Lek. 

Anyhow, eenmaal op de veerpont ben ik helemaal gelukkig. De Lek is het grootste water hier. Breed. Met verre einders. Jammer dat de oversteek maar twee minuten duurt. Of drie. Veel te snel is het in elk geval.

In Vianen zelf verzeil ik in een deftige schoenenwinkel genaamd ‘Het Panterhuis’ met onder meer dure prachtige sneakers (van het Duitse merk Paul Green) en een heel aardige juffrouw. Ik kan niet kiezen en ik blijf nogal lang hangen.

Onderwijl babbel ik dat ik nogal tegenwind had en dat daardoor de accu van mijn e-bike bijna leeg is, en ik krijg koffie. Hoe het komt weet ik niet, maar op enig moment onthult de aardige juffrouw dat ze altijd eindredacteur was bij het Utrechts Nieuwsblad en sinds twee jaar schoenenverkoopster. En dat ze het zo leuk vindt, schoenenverkoopster. Hè, zeg ik, Huh? Vertel!

Nou haar man die iets ouder is dan zij ging met pensioen en zij moest vaak de avonden werken dus hun levens spoorden niet meer zo. En toen was ze gaan umdenken en wilde ze wel iets anders en toen kwam dit op haar pad. Ik heb altijd goed verdiend als eindredacteur, zegt ze, en dat kan ik hier niet zeggen, maar dit is toch leuk werk! 

Alsof er een engel op mijn pad kwam. Én die schoenen én dat verhaal. 

Uithijgen

Bobby en ik hebben een beetje last van vadzigheid. We hangen veel op de bank, lezen, muziek luisteren, film kijken, allemaal heel cultureel en spiritueel verantwoord maar al die maanden zonder sport doen ons fysiek geen goed... Wandelen doe ik veel, en e-biken, daar kan ik mezelf een beetje mee sussen, maar dat doe ik zeker niet uptempo. Bobby beweert al weken dat hij wil gaan rennen, maar hij begint het niet. Ik wil helemaal niet rennen, zeg ik, ik voel mij Plofje-de-Olifant. En elke keer als ik vier dagen of twee weken intermittent fasting heb gedaan of wijs eten en drinken dan zondig ik een keer en dan ben ik de discipline weer kwijt. Kortom de coronakilo's.

Natuurlijk heb ik het beginnenshardloopschema nog, uit het boekje van de Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie (KNAU) (2e druk 1996). Hoe vaak heb ik dat niet gevolgd? Ik kwam altijd tot week 8 en daar bleef ik dan een paar maanden in. Nee ambitieus ben ik niet. De laatste keer dat ik het op mijn blog zette was in 2009. Ik weet dat ik van 2010-2011 in Amsterdam-Oost langs het Amsterdam Rijnkanaal liep. Daar haalde ik het sluisje. En weerom. Natuurlijk zijn er nu honderden nieuwe schema's online te vinden, maar aan deze ben ik gehecht. Maar misschien helpt het tegen de vadzigheid.

We hebben het er over bij een mini-zondagmiddagwandelingetje naar de Vecht. Voor de frisse lucht. En dan  geschiedt het wonder. Bobby loopt 's avonds tot de rotonde aan het eind van de De Muinck Keizerlaan en weerom, ik doe het vanmorgen vóór het douchen Dag 1 van mijn KNAU-schema. Ik doe dat zonder te checken, en loop te kort. Je moet víer blokjes van 2 minuten hollen en ik deed er maar drie, want zo herinner ik mij dat. Maar toch, ik doe het. Eerste stukje van huis tot de rotonde. 2 minuten hollen, 2 minuten uithijgen, dan van de Vecht naar de Scouting, en dan van het trekpontje weer naar huis. Het moet Oud-Zuilen  kunnen worden.

Meisje

Rare winderige dag. Nog  steeds geen regen hier, maar toch niet fijn om te fietsen of te wandelen. Na de film ga ik heel huiselijk Flammkuchen bakken en dan weer een boek. Het wordt Meisje door de Ierse schrijfster Edna O’Brien. Ik vond het in de bieb op de Neude.

O’Brien is geloof ik al tachtig en geëngageerder dan ooit. In dit boek staan de levens van de door terreurbeweging Boko Haram ontvoerde Nigeriaanse schoolmeisjes centraal. Verteld door één van hen: Maryam. Hoe ze met haar vriendinnen uit de school in een vrachtwagen worden gesleept en ver de bossen in gevoerd naam kampen waar ‘strijders’ wonen. Ze worden seksueel misbruikt, moeten koken, wassen, echt afschuwelijk. Dingen die je niet wilt weten maar O’Brien weet het zo op te schrijven dat je toch doorleest. Ze ontsnapt en weet de bewoonde wereld te vinden, waar eigenlijk niemand wil horen wat er gebeurd is. Heel indrukwekkend boek. Heel indrukwekkend ook dat ze dit onderwerp neemt.

zondag 28 juni 2020

Ongehoorzaam

Gezien op Netflix de film Disobedience. Ik had er bij de release in 2018 wel over gelezen, maar ik was het behoorlijk kwijt, zoals ik tegenwoordig wel vaker dingen kwijt raak. Het woord ‘disobedience’ triggert nu iets, tenslotte was ik (ook) een nogal ongehoorzame jongere. Nu zou je eerder zeggen; creatief, speels, eigenzinnig, op zichzelf, maar dan moet je wel met ouders en in een cultuur opgroeien die die kwaliteiten weten te waarderen. Zo niet dan ben je als kind ‘ongehoorzaam’. En omdat ik laatst ook al de serie Unorthodox heb gekeken die ook speelt tegen de achtergrond van orthodoxe joden in New York besloot ik ook deze te gaan zien.

Het is een mooie film, gebaseerd op de gelijknamige roman (2006) van de Engelse schrijfster Naomi Alderman. De film komt traag op gang, dat er iets dramatisch aan vooraf ging is duidelijk: maar wat? Fotografe Ronit komt terug uit New York naar London, waar blijkbaar haar vader pas is overleden, hij was de rabbi. Ze is al heel lang weg en wordt bepaald niet met open armen ontvangen. Een vroegere vriend Dovid laat haar binnen, waar allemaal ooms en vrienden van haar vader rouwen en het hoogste woord voeren. Alle getrouwde vrouwen in die kringen dragen saaie pruiken. (Zij moeten hun hoofd bedekken, dat kan ook met een sluier of een hoofddoek maar in die kringen is een pruik gebruikelijk). Dovid blijkt getrouwd te zijn met Ronits vroegere hartsvriendin Esti. Een tijdje denk je dat Ronit en Dovid een relatie hadden ooit, maar dat blijkt dus anders te liggen. De oude passie laait weer op. Puntje puntje puntje.

zaterdag 27 juni 2020

Auntie (5)

Tante Janet uit Rotterdam-Schiebroek. Het gaat steeds een beetje beter met haar. De aandacht doet haar goed. Ze eet weer en niet zo zuinig ook. Koffie vindt ze lekker, appelflappen, boterhammen met appelstroop of met flinterdunne plakjes beenham. Havermoutpap. Donderdag hebben we met zijn drieën een liter ijs gegeten. We zagen geen vriesvak in de koelkast en het was zo heet in haar flat: dus alles moest op. Ze is geweldig. Ze charmeert je en pakt je helemaal in. 96 jaar.

Demkakade

De jonge reporter. Met de voeten in het zand tussen de bramen met uitzicht op het Amsterdam-Rijnkanaal. Even een onderzoekje naar de plotseling opgedoken ‘stadsstranden’. Op de fiets over de spoorbrug is al een heel avontuur. Het is geen ding voor mensen met hoogtevrees. Het waait behoorlijk daarboven.

Hoe zit dat met die drie stadsstranden ineens, vraag ik aan de uitbater van Demkakade. Ze zijn bedacht op verzoek van de gemeente, vertelt hij. Om de horeca-uitbaters uit de binnenstad meer ruimte te geven. Om de beurt mogen ze een week het terras uitbaten. Een echte culinaire keuken is het niet, als ik de menukaart bestudeer. Maar als je genoegen neemt met een eenvoudige hippe hap kun je hier een leuke avond hebben. Het zat de hele week vol, ‘s avonds, vertelt hij.

Ik tip hem onze dorpspomp Zo-is-Zuilen. 

Sjoerd

Gelezen: Sjoerd Huizinga, De avonturier van Yn ‘e Line’ door Dirk van Ginkel. Een mooi voorbeeld van bezetenheid (enthousiasme) die tot tentoonstelling en boek leidden. Toen ik vorige week te Drachten bij de tentoonstelling was heb ik van het boek bij de uitgeverij een recensie-exemplaar aangevraagd. Ik schreef het stuk, kreeg geen antwoord en toen het stuk al gepubliceerd was kwam het boek met de post.

Leuk om te zien hoe ze te werk zijn gegaan. Sjoerd Huizinga was binnen de kunstenaarsgroep de meest experimentele met wilde kleuren en vormen, zeer levendig, maar in de omgang met de mensen stil, een dromer, naar binnen gericht. Als je naar zijn foto’s kijkt doet hij een beetje denken aan wijlen de schrijver Frans Pointl. Een huisschilder te Buitenpost (en later te Haren) die in zijn schaarse vrije tijd schilderijen maakt. En vaak weggeeft. En die met een groepje medeschilders regelmatig over elkaars werk discussieert.

De toenmalige directeur van het Museum Drachten vond Sjoerd Huizinga de grootste verrassing van de groepstentoonstelling in 2018, vertelde hij aan journalist Dirk van Ginkel. Maar eigenlijk was er vrijwel niets bekend over de man. En samen met een galeriehouder ging Van Ginkel op zoek. Via oproepen op de radio en in regionale kranten kwamen ze in contact met verre familieleden, oude buren, knipsels, plakboeken, en beetje bij beetje kwamen er kleine verhalen en schilderijen. 

Mooi leuk boek van een ontdekkingstocht. En veel beeldmateriaal ook. Dat ‘t zo’n lieve dromerige man was, die die kleurige schilderijen maakte: dat ontroert mij nu weer.

vrijdag 26 juni 2020

Les autres

Met Leen eindelijk weer eens afgesproken en wel in Vreeland. We willen allebei niet in de trein dus we gaan op de fiets. Amsterdam-Zuilen is 46 km. Eerst hadden we Nigtevecht bedacht, dat was voor elk exact 23 km, maar het terras aan de Vecht aldaar was bezet voor een privé party. Nu gaan we naar het terras van het pannenkoekenrestaurant Noord-Brabant, in Vreeland. Voor mij maar 20 km.

Ik ben wel drie kwartier te vroeg en raak op een bankje bij de brug aan de praat met een fietseres uit Abcoude met een sluwe Trek-fitness-fiets en dito helm, die ik eerst voor mij moet winnen met mijn praatjes over mijn Trek-mountainbike, terwijl ik nu net even op een e-bike rijd, maar het lukt, en als dan Leen komt aanfietsen op een échte dure racefiets in lycra fietsoutfit dan is het meisje helemaal om. Meisje? Volgens Leen liep ze tegen de vijftig. Ik heb geloof ik geen idee meer van leeftijden.

Hoe gewoon alles weer is. Heerlijk. Nou ja, die anderhalve meter. En niet huggen. Je bent geneigd om alle ellende van de afgelopen maanden een beetje te vergeten. Voor mij is er eigenlijk niet zoveel anders: wandelen fietsen buiten ontmoeten met inachtneming van anderhalve meter, maar wel is anders dat de anderen (les autres) minder angstig zijn.

De Duitse koorvriendinnen appen dat ze aan de Maarsseveense plassen liggen en badderen en of ik ook kom. Dat kan niet, zeg ik, want ik fiets. Maar kom straks bij mij in de tuin wat drinken en eten. En dat doen ze. Ze gaan nooit meer weg. Wat een feestdag. 

donderdag 25 juni 2020

Ruimte

Het zijn van de plaatjes die mensen uit een andere stad niets zeggen maar voor ons als bewoner zeer significant. De overkill aan fietsen in de binnenstad van Utrecht. In Amsterdam heb je dat ook, maar daar heb je vooral de overkill aan toeristen die overal midden op straat lopen. In Utrecht heb je een overkill aan winkelend publiek in smalle winkelstraten.

Auto’s mogen al jaren haast niet meer in de binnenstad. Daar zijn we aan gewend. Ze gaan nu ook nog een ‘knip’ maken in de Catharijnesingel, waar de gracht ook weer terugkomt. Straks kun je niet meer met de auto van Noord-West naar Oost. 

De Utrechtse fietser die van oost naar west wil of van noord naar zuid moet nu ook steeds meer óm de binnenstad heen. Er net langs. Vooral in de spits is die binnenstad en het stationsgebied hell. En als je even een boodschap wilt doen, bijvoorbeeld bij een gespecialiseerde winkel die alleen in de binnenstad zit, dan moet je steeds verder lopen. Er zijn veel nieuwe fietsenstallingen gekomen onder gebouwen, gratis, Maar wel met controles, dus de meeste fietsers zetten hun fiets liever op straat. Bij de nieuwe bibliotheek op de Neude word je door twee jongelieden in rode t-shirts bijna de fietsenstalling in gedúwd. Ik zag rijen en rijen jongeren die in de nieuwe bibliotheek willen studeren. Pop-up fietsenstallingen moeten ook weer een antwoord op zijn. Wat een opgave, die mensenmassa’s in banen leiden.

En dan de fietsenstalling bij het station: 'de grootste van de wereld'. Alsof dat een aanbeveling is. Natuurlijk snapt iedereen hoe detonerend voor het plaatje die velden met fietsen om het station waren. Waar eerst een  enorme fietsflat was komt binnenkort een hele wijk-met-park. Ik ben nog nooit in die grootste fietsenstalling ooit geweest. Liever ga ik met de bus. 

Dat zie ik allemaal als ik naar dit kaartje kijk.

Maar in de corona-tijd was dat ineens allemaal niet meer aan de hand. De stad was leeg. Overal was ineens ruimte. De stad was enorm aangenaam en mooi. En nu mogen we bijna alles weer, mits op anderhalve meter afstand. Dus wordt het voetgangersgebied groter en geldt ook daar voor voetgangers eenrichtingsverkeer. Maar laten we wel wezen, die ruimte is alleen maar fijn.

Daarom woon ik ook in Zuilen. Dat is ruim en rustig. En groen. Die verhalen over dat propvolle Utrecht betreffen vooral de binnenstad. 

woensdag 24 juni 2020

Koorzangers

Bobby komt thuis met wat hij in de auto op het Radio1-Journaal van 18u  heeft gehoord: Koren-Mogen-Weer-Zingen. Volgens onze dirigente is dat echter een té kort-door-de-bochte samenvatting. De koren  hebben zelf een protocol opgesteld met regels voor binnen en buiten. Er zijn -  weet de dirigente - meer mensen lid van een koor dan van een voetbalclub. Nu staan volgens haar wij koorzangers ineens op de kaart.

We hebben weer een Zoom-zing-avond. Gisteren hadden we ook al een kopje kov op het terras met van het koor wie wilde, en dat waren er wel twaalf. Het zal allemaal wel weer goed komen, zeggen we, al weten we nog niet hoe wat en waar. Niet iedereen is er. Twee gaan het koor verlaten, een ligt in scheiding, twee hebben gebroken ledematen, een heeft een uiterst kwetsbare partner die niet wil dat zij naar het koor gaat... 

Het dunt zo wel uit. Desondanks is muzieklokaal waarin we oefenden waarschijnlijk niet groot en hoog genoeg. Misschien gaan we volgende week zingen bij iemand op haar volkstuin.

Lees verder:
- Protocol van het Koornetwerk




I throw my hands up in the air

Vanavond gaan we via Zoom een canon zingen. Onderstaand filmpje kregen we toegestuurd om bij te oefenen. 'I throw my hands up in the air sometimes / Saying ayeoh, baby let's go / And it goes on and on and on, / And it goes on and on and on, Yeah 



Natuurlijk ga je dan even zoeken. Het oorspronkelijke nummer heer 'Dynamite' en is van van Taio Cruz (2009). Wat een vreselijk seksistisch filmpje.

IJzerhard

De ‘verbena’ in mijn bloembak vóór is heel mooi gaan woekeren. De Nederlandse naam van de plant is 'ijzerhard'. Het zijn die hoge paarse bloemetjes. Alsof er een tweede laag bloemen over de rest heen groeit. Alsof ik het visionair zo bedacht had. Best trots op.

dinsdag 23 juni 2020

Stadsstranden

Het wordt steeds opwindender in de buitengebieden van Utrecht. Met name onze eigen wijk Zuilen. Het ene na het ander ‘stadsstrand’ opent. Als Utrecht iets ontbeert is het wel zee en strand, mogen we wel zeggen. Zee kunnen ze hier niet maken, maar strand wel. Nou ja strand, het zijn vooral terrassen. De ‘stadsstranden’ komen allemaal aan de prozaïsche waterwegen Amsterdam-Rijnkanaal en Merwedekanaal.

Er bestaat al enige jaren het stadsstrand Oog in Al op de plek waar deze beide kanalen bij elkaar komen. Voor mij is het iets te hip met festivals voor jongeren met bijbehorende muziek, maar dat kan een vooroordeel zijn, want dat heb ik nooit gecheckt.

Bij de voormalige Werkspoorkathedraal hadden we al het leuke biercafé De Leckere, op loopafstand van ons huis, daar komt nu een groot terras De Werkspoorkade bij. En als je de spoorbrug de Demkabrug oversteekt is daar nu ook een strand. Op het bedrijventerrein Lage Weide. Nog prozaïscher dan je je kunt voorstellen. Dat gaat Demka Kade heten. Overdag is het daar geloof ik een bedrijfsverzamelpand, waar zzp-ers ook voor hun werkafspraken hip kunnen afspreken, en ‘s avonds is het dan open voor de omwonenden. Voor ons op loopafstand dus, maar wel ook nog even die spoorbrug over klimmen.

En nu lees ik dat Villa Jongerius aan het Merwedekanaal ook een stadsstrand gaat openen. Het kan niet op. Ik ga ze allemaal bezoeken. Wie gaat er mee?

Botshol

Wat zal ik morgen eens gaan doen, somberde ik gisteravond, na een volle dag waarin ik een artikel had geschreven, twee wassen gedraaid, onkruid gewied, groenten geoogst, drie gangen gekookt. En toen appte om half elf ‘s avonds Reenske of we zouden wandelen. Jaaa! 

Het wordt Botshol, waar ik al eerder was dit jaar maar je mocht er toen niet in tot half juni vanwege het broedseizoen. 

Met de bolide haal ik Reenske van station Abcoude en we parkeren bij Jachthaven Bon aan de het riviertje de Winkel aan de Noordzijde van de Vinkeveense plassen. Decennia geleden alweer had zij verkering met iemand met een boot daar. Dus er liggen allemaal herinneringen, inclusief een kat die in de weilanden verdween.

De eerste helft van de wandeling gaat langs een geasfalteerd dijkweggetje langs Winkel, Waver en Angstel, met redelijk wat fietsers, maar dan geraken we tussen de eenden, ganzen en kikkers. 



maandag 22 juni 2020

Oogst

Ik had dit voorjaar al eens flink wat rabarber geoogst dus ik ben tamelijk verbaasd dat de hele moestuinbak weer overwoekerd is door enorme rabarberbladeren. Je moet rabarber oogsten voor de zonnewende, dat wil zeggen tot 21 juni. Dat is nu! 

De kruiden (vooral de peterselie en koriander, die ik het meest gebruik) zijn allemaal doorgeschoten, ook nadat ik ze afgeknipt heb.  

De courgette die na de eerste bloemen mini bleven of helemaal niets deden heeft de afgelopen week een enorme joekel van een courgette voortgebracht en een kleine. Oeps.

Zus en Zwager 3 hebben gevraagd of ze mogen komen eten. Want hun kamer en keuken wordt gestuct en gewit. Ik ga ze maar allemaal voedsel van eigen teelt voorzetten.

En hoe gaat het ondertussen met Nefertite?

Laatst heb ik Nefertite verkocht. Ik vroeg me al af hoe het met haar ging en of ik er nog eens achteraan zou mailen. Maar dat leek me zo bemoeizuchtig. Misschien was het wel heel erg tegengevallen en hadden ze het weggegooid. Ja zulke stemmetjes heb ik ook in mijn hoofd.

Maar Egbert schrijft: 'Ik heb een lijstje gemaakt. Nu nog een glaasje ervoor. In vind haar erg mooi!'

Leuk die voeten ook.

Patronen

In Drachten kocht ik op de hobbyafdeling van Boekhandel Van der Velde een pakje met sjablonen. Ik weet niks van sjablonen, maar het trok me. De blokhut was veel te klein om te tekenen, daar heb ik een (liever nog: twéé) grote lege tafel(s) voor nodig, dus ik dacht: Help! Misschien ga ik wel nooit meer tekenen.

Nu ik weer thuis ben ga ik er onmiddellijk mee experimenteren. Wat te doen met sjablonen? Dit is wat ik deed. Het is net als bij mandala's flink doorwerken voor je ergens bent, maar als je klaar bent is het resultaat doorgaans aardig verheugend, ook als weet je niet wat het is.

Bobby vindt het een stoffenpatroon. Het resultaat is losser dan mandala's. Ik zou de blokhut er op kunnen tekenen, maar misschien verpest ik 'm dan.

Ik heb gewoon met waterverf en kleurpotlood gewerkt, en geknoeid, maar nu ik achteraf wat filmpjes zoek over werken met sjablonen zie ik dat het vooral gebruikt wordt voor meubeltjes opfluffen, en voor handlettering en Art Journals. Je hebt er speciale tamponeerkwasten voor en waarschijnlijk ook dikkere verf. Mensen maken er ook ansichtkaarten mee. 

zaterdag 20 juni 2020

Noordoost-Friesland

Onze landlady heeft nóg een fietstocht uitgezet, nu een stukje Friesland in: ‘Friese wouden en meren’. Het is wel leuk om hun aanbod te volgen, de dingen waar zij zelf trots op zijn. Waar we de eerste tocht het meest westelijke stukje Groningen deden, doen we nu twee Friese Meren, wat Staatsbosbeheer-nieuwe-wildernis, en wat allerschattigste dorpen. 

We fietsten door Houtigehage, Rottevalle, Paviljoen De Leyen, Eastermar, langs het Burgumer Meer, naar Harkema en dan weer via Surhuisterveen terug naar Opende. Wat een namen.

Na een week zijn we eindelijk een beetje gewend en ingedaald, en zou je nog veel langer willen blijven. Maar het einde is alweer nabij. 

Herinneringen

Gelezen: Slapende herinneringen door de Franse schrijver Patrick Modiano. In 2014 won hij de Nobelprijs voor de Literatuur. Mooi boekje. Herinneringen aan zijn dolende jaren vijftig en zestig in Parijs. Toevallige ontmoetingen, soort van vriendschappen, soms heftige zaken maar toch zeer voorbijgaand. Een beetje vage herinneringen en een peinzende dromerige sfeer.  

Ik denk dat me dat nu hier extra aanspreekt omdat we in een veenkoloniegebied zitten dat vergelijkbaar is met de oostelijke omstreken van Emmen. En ter hoogte van Groningen waar ik studeerde en natuurlijk ook allerhande ontmoetingen had. Er komt van alles boven drijven aan gezichten en namen.

Thuis in het Noorden, terwijl ik al veertig jaar weg ben. Ik merk wel dat ik hier gemakkelijk contact leg met de mensen en dat dat leuke gesprekjes zijn.

vrijdag 19 juni 2020

Droge worst

Deze tafel vol spirituele boeken én internationale literatuur én daarbij een Droge-Worst-Wijzer, dat is wel ons ten voeten uit, meent Bobby. Hij is zich pas sinds vorig jaar bewust van het specialisme van de Noorderlijkse droge worsten (je hebt Friese, Groningse en Drente droge worsten), toen de zwager van onze buurman drie Groningse droge worsten voor mij meenam. Heel zeer gewaardeerd, maar eigenlijk houd ik meer van Drentse droge worsten. Die zijn namelijk nog droger. 

Bij de Poiesz-supermarkt alhier hebben ze een grote stellingkast met alle mogelijke droge worsten én een folder met uitleg over de diverse specialismen. En vele recepten met droge worst. Mosterdsoep met droge worst, stamppot spruitjes met droge worst, witlofsoep met droge worst. Ik heb heb er allemaal zin in.


Ayurvedisch

Op de fiets langs een landelijk weggetje zien we een huisje met in de tuin een bord: WelkomWellness. Om de beurt mogen we zeggen wat we graag willen. Bobby wil graag Wellness. Op de site zien we dat voormalig thuiszorgmedewerkster Alie allerlei soorten massage aanbiedt. Daartoe heeft ze achter haar huis een unit gebouwd. We bellen haar en ze heeft plek. Bobby kiest de Ayurvedische massage. Hij weet niet wat het is en ik heb ook geen idee, krijg allemaal associaties met kerrie en kip tandoori, maar dan doe ik die ook. (Ben ik wel lief genoeg, denk ik onmiddellijk, dat hij zich door een Alie wil laten beknijpen? Maar daar gaat het natuurlijk niet over. Ik kan echt niet een uur masseren en ik weet: het is heerlijk.)

Dat brengt mij naar mijn massage-verleden dat niet zo indrukwekkend is. Vandaar dat ik me alle massages nog heen goed herinner. Ooit onderging ik een uur een spirituele ontspanningsmassage in Hotel Ambassade in Amsterdam (bij de afdeling Koan Floating) en dat was de verrukkelijkste ervaring ooit. Allemaal rode oranje en gele doeken en veel warme geurende oliën. Een hunk die me masseerde. Een Thaise massage op het strand van Bali (1994), Turkse massages in gamma’s te Istanbul (1995) en een Chinese massage op het strand van Samos (2003). Stoelmassages met Hannah op het Frederiksplein (2001-2002). Een combinatie van sihatsu en cranioscraal bij Jasmien (2009). En een ‘therapeutische’ massage in Utrecht (2018), want dan vergoedde de zorgverzekering het, maar ik moest daar steeds praten over hoe-het-ging en daar had ik niet zo’n zin in. En nu dus WelkomWellness bij Alie te Noordwijk (Gr.)

De unit van Alie is wat prozaïscher dan die luxe massage-afdeling van het Ambassade Hotel, maar de behandeling is vast verrukkelijk..

Eilandgasten

Gelezen: Eilandgasten van Vonne van der Meer. Mooi boek. Gekocht uit de tweedehands kast bij boekhandel Van der Velde te Drachten. Toen het verscheen las ik haar nog niet, maar de laatste jaren houd ik érg van Vonne van der Meer. Mooi wijs en gevoelig voor de ingewikkelde rimpelingen van het gemoed en de ziel. Binnen relaties. Het gevoel en het verstand.

Het kader waarbinnen allerlei korte verhalen vallen is een vakantiehuisje op Vlieland waar diverse mensen een weekje, tien dagen, twee weekjes geboekt hebben. De vrouw die aan het begin en aan het eind van het seizoen het huis helemaal proper schrobt doet ook haar duit in het zakje. Ze komt ook af en toe tussendoor checken of het nog schoon is, ook al wordt ze daar niet voor betaald. De gasten hebben allemaal hun issues mee op vakantie. Het zijn niet allemaal stellen, ook mensen in andere relaties tot elkaar. 

Een stel met een dochtertje waarvan de man net in Duitsland is vreemdgegaan op een congres. Een vrouw vijftigers, kinderloos, met de dochter van een vriendin van haar. Die dochter blijkt zwanger, wat allemaal herinneringen opriep aan een afgebroken zwangerschap bij de oudere vrouw ooit. Een práchtige esthetisch bevriend stel studenten die samenwonen en alles samendoen behalve lichamelijke intimiteit met een gezamenlijke vriend die verliefd is op de vrouw maar niet snap hoe het zit tussen die twee. 

Het gegeven spreekt me natuurlijk meer aan dan anders omdat ik in een blokhut verblijf waar ook steeds nieuwe stelletjes/groepjes/eenlingen gebruik van maken. En ik zie hoe onze landlady speurt om nog iets extra’s te kunnen kuisen. Ze leegt elke dag de prullenbakken en heeft al na drie dagen het bed en de handdoeken verschoond, terwijl we een stapel van tien badhanddoeken hebben.

donderdag 18 juni 2020

Te Drachten

Het regent. Maar een klein beetje, maar toch. Dé aanleiding voor een dagje Drachten. Er is een ‘Museum Dr88888’, er is Karmelklooster Drachten, er is Boekhandel Van der Velde en er is een Chinees. Trekpleisters genoeg.

In ‘Museum Dr8888’ bekijk ik de expositie rond Sjoerd Huizinga, een expressionist behorende tot de Friese schildersgroep Yn’e line, vergelijkbaar met de Groningse kunstenaarsgroep ‘De Ploeg’, en daarvan was Sjoerd Huizinga (1898-1972) de minst bekende en de meest experimentele. Ze zijn net open bij dit museum waar vooral vrijwilligers werken en die zijn nog een beetje zenuwachtig over alle coronaregels en -pijlen. Er zijn maar drie bezoekers deze eerste ochtend, inclusief mij, dus al te druk hoeven ze zich nou ook weer niet te maken.

Ook Drachten heeft een nieuw winkelhart. En het ooit voortvarend gedempte kanaal is deels weer opengeschept, net als de Catharijnesingel in Utrecht, maar het mag nog niet helpen. Ook hier weinig publiek. Oef wat treurig. Maar Boekhandel Van der Velde is even geweldig als altijd. Ik kom er met een aardig stapeltje weer uit. 

Dan gaan we naar het Karmelklooster Drachten alwaar een mooie toepasselijke tentoonstelling zou hangen getiteld ‘Huidhonger’ maar die is in de Coronatijd dichtgegaan en afgesloten. Wel kun je het hele klooster bezoeken en bezichtigen. Er hangt een heel verhaal aan vast. Het is in 1993 gesloten en overgenomen door een domineesechtpaar, die het met vrijwilligers runnen. Er zijn tentoonstellingen, concerten, retraites, congressen, bruiloften, begrafenissen. Er hangen allemaal expressieve schilderijen van de voormalige zusters, nonnen, wat je niet vaak ziet. Er woonde tot 1993 een non die iconen schilderde, ik heb zelfs een boek over haar gekocht in een van de kloosterboekhandels die Ik ooit bezocht. 

Drachten is verder echt niks aan. En daarom besluiten we de dag maar bij de ‘gezelligste’ Chinees van Drachten, waar we de enige gasten zijn. 

woensdag 17 juni 2020

Blotevoetenpad

We gaan naar het Blotevoetenpad, een vrolijk pad van Staatsbosbeheer. Leuk voor kindjes en hun ouders en ook voor mensen van zestig. Bloeiende graslanden vol kikkers, libellen, zwanen, vlinders... alsof je in het kinderboek Ot en Sien bent. Als een droom. We doen na afloop een thee in de Blotevoeten Theetuin van Staatsbosbeheer. Ontzettend leuk plekje. Ik begin zo een loflied op het sinds 2010 zo vernieuwde Staatsbosbeheer.

Eén paar minuten wandelen we langs het riviertje de Lauwers, dat ooit een heuse rivier was die naar de Lauwerszee en Lauwersoog stroomde. Zoet water uit, zout water in. Nu is het meer een onooglijk beekje. Het vormt hier de grens tussen Groningen en Friesland.

Op zoek naar een plaatje van de theetuin, want die heb ik niet gefotografeerd, stuit ik op een treurig verhaal van een echtpaar, dat daar om de hoek bij Het Blote Voetenpad gedurende vijf jaar een succesvolle theetuin gerund heeft, theetuin Schots & Scheef, en op enig moment in álles was tegengewerkt door de Gemeente Grootegast, zeggen ze, die alle vergunningen afwees en tegenwerkte tot ze uiteindelijk maar gestopt zijn. 

En toen kwam niet veel later Staatsbosbeheer met deze theetuin. Is daar een verband? Zij denken van wel.

Lees verder over de Theetuin Schots en Scheef: http://www.schotsenscheefopende.nl/de-theetuin/openingstijden/

dinsdag 16 juni 2020

Eenpansgerecht

Best zwaar fietsen op een gewone fiets. Best wel een beetje uitgeput komen we terug.

In de blokhut hebben we een piepklein keukentje met maar anderhalve gaspit. En het is mijn beurt om te koken. Na de ‘avontuurlijke fietstocht’ heb ik eigenlijk  geen puf meer. Zullen we een pizza bestellen bij de Syrische pizzeria? En laten bezorgen? Maar Bobby die zelf gisteren gekookt heeft wil liever een beetje gezond eten. Natuurlijk heeft hij gelijk.

Dit wordt de rest van de week eenpansgerechten. Want een leuk restaurant heb ik in de buurt nog niet ontdekt. Kip, krieltjes, paprika, worteltjes, erwtjes. 

Op fietse


Op naar de plaatselijke fietsverhuur ‘Op zo’n fiets’ om voor de rest van de week elk een huurfiets te huren. Geen e-bike, helaas. 

We beginnen met een van de tochtjes die onze eigen landlady heeft uitgezet: ‘Avontuurlijke  fietstocht in het Westerkwartier’. Opende, Kornhorn, Marum... het is zo leuk om het gebied te ontdekken, stapje voor stapje. Alles is hier heel onnadrukkelijk. Je moet wel kijken en nieuwsgierig zijn.

In het dorp is dus een Syrische jongen die de pizzeria heeft overgenomen. De supermarkt Poiesz heeft zijn oorsprong in 1923 te Sneek en heeft nu al vele tientallen filialen in Friesland, Groningen en Drenthe. Heel ambitieus. Zou het ze lukken de Jumbo achterna te gaan?

De fietsenverhuur zit in een schuur achter een woonhuis. Niet te zien vanaf de straat.

Er is hier ook geestelijk leven. Te Opende is er een Geref. kerk, een Herv. Kerk en een ‘vrijzinnig gebouw’, opgericht in 1936. Het naastgelegen dorp Kolhorn heeft een hindoetempel sinds vorig jaar. In de voormalig gereformeerde kerk. Voor de hindoes in Noord Nederland. Er schijnt in Breukelen ook een hindoetempel te zijn. Het lijkt onze wijk Zuilen wel met de meest bijzondere kerkgenootschappen en een boeddhistische tempel. In het Vrijzinnig Gebouw zijn tekenlessen-met-Annemarie en er oefent een fanfare.

NRC Handelsblad zou in 2011 een uitgebreide serie artikelen gehad over Opende, als meest doorsnee dorp van Nederland, die ik niet kan lezen omdat ik momenteel geen abonnement heb.

We komen al fietsend langs de voormalige spoorlijn voor de stoomtram van Groningen naar Drachten. Die spoorlijn is pas in 1985 helemaal verwijderd. Nu is het een fietspad. Ergens tussen Marum en Drachten is in WO II een aanslag op die tram geweest door het verzet en toen zijn er vijf onschuldigen gefusilleerd. Er is een plaquette voor hen.  

Er is een firma Dijkzand die stenen beelden en objecten en zand en grind verkoopt en op een 2 kilometer lang terrein daar een rommelig park voor heeft ingericht. Een heel rommelig zooitje maar juist daardoor heel inspirerend. Al moet je wel wat ruimte hebben voor de meeste van deze verweerde objecten. Maar ruimte, dat hebben ze hier.

Er is een prachtig landgoed Coendersborg. Ook daar mogen we fietsen. Er is een heideveldje, nu van Staatsbosbeheer. Er is een gebied met laagveen, ook van Staatsbosbeheer. Er is een grote recreatieplas met een camping.

Koch



Gelezen: Eten met Emma van Herman Koch. Dat komt zo: als wij op vakantie gaan dan kies ik altijd 10 e-boeken uit de e-bibliotheek omdat ik dan ‘s avonds lekker kan lezen ook in slechtverlichte ruimtes. Letters vergroten voor een aangename bladspiegel. Bobby neemt altijd koplampjes mee, maar die vind ik niet fijn. Overdag lees ik van papier. Maar dan ga je naar de e-bibliotheek en vind dan maar wat. En zo werd het Herman Koch, altijd onderhoudend. Maar ook nu weer niet zo noodzakelijk. Een Amsterdams schrijver genaamd Martin, tijdelijk woonachtig te Barcelona, en genietend van het leven maar ondertussen bakt hij er weinig van, hij schrijft aan een boek De Lifter over reizen, dat losjes gekaapt is van Jack Kerouch. Zijn levenslustige tachtigjarige vader komt hem bezoeken in Barcelona en neemt een beeldschoon meisje mee, Emma, die hij in een Amsterdams café heeft ontmoet. Zij begint al snel een dampende affaire met een Spanjaard, de broer van Martins scharrel. Het boek begint en eindig met het gegeven dat deze Emma een roman heeft geschreven over deze liefdesgeschiedenis en daar veel succes mee oogst, terwijl Martin op alle fronten faalt en jaloers is. Het is wel aardig, je leest aan een stuk uit, maar eigenlijk kan hij me niet zoveel schelen, deze loser.

maandag 15 juni 2020

Surhuisterveen


Omdat we een medicijn vergeten zijn gaan we naar de dichtstbijzijnde apotheek om te vragen naar de mogelijkheden en wel te Surhuisterveen.  Ik was nog nooit in Surhuisterveen, ik ken de naam alleen van Joop Atsma die bij mij in mijn studentenhuis in Groningen woonde en die later landelijk CDA-politicus werd. Hij was ook wielergek. Op enig moment stopte hij met zijn studie en ging hij terug naar Surhuisterveen.

Ik houd mijn hart altijd vast voor die iets grotere provinciedorpen in het Noorden. Die worden doorgaans kapot ontwikkeld door projectontwikkelaars die gemeenten allemaal commerciële successen voorspiegelen en dan die dorpen helemaal dood ontwikkelen. Wat een treurigheid. De helft van de winkels staat leeg. Er is geen hart, wel een soort rond plein dat tevens parkeerplaats is. Zou hier ooit zo’n mooie ronde Brink geweest zijn? Met bomen en oude boerderijen? Nu zijn er lege winkels onder een duur appartemtencomplex. Ik herinner me Roden in Noord-Drenthe, waar ik de succesvolle boekhandel bezocht. Ook in zo’n te duur complex. Als ik Google blijkt dat ronde plein in Surhuisterveen het hart van de wielerronde van Surhuisterveen, het kan haast niet anders dan dat Joop Atsma hier achter zit. We zien niet één leuk restaurant. Veenkoloniën waren het hier. Dat valt niet bij te trekken.

Wel treffen we er op straat onze immer opgewekte landlady. ‘Wat is het hier afschuwelijk he,’ zegt ze. ‘En Drachten is geen haar beter.’

PS. Jazeker, Joop Atsma woont nog altijd in Surhuisterveen. Hij is nu lid van de Eerste Kamer. https://www.eerstekamer.nl/persoon/j_j_atsma_cda_6

Wandelen


Mijn eerste ommetje. 5,5km. Het is een coulissenlandschap hier. Met bomen en struiken tussen de wel grote percelen. Er is naast grasland ook landbouw, velden aardappelen en mais. Er zijn wat verderop ook stukjes land van Staatsbosbeheer, met heideveldjes en stukjes veen. Zoals het hier ooit was.

Blokhut


Het is even aankomen. We zitten in de blokhut in de (ruime) tuin van de familie Bouma. Gastenhof Familie Bouma te Opende. Net buiten Opende. Mevrouw Bouma heeft al 27 jaar deze business. De keukenspullen in de blokhut zijn ook minstens 27 jaar oud. Ze doen denken aan de keukenspullen in onze studietijd:de fluitketel, de glazen theekan, de donkerblauwe emaille pannen, de beige thermoskan, het boerenbontservies, de koffiefilter. Alles is krap, eigenlijk is het kamperen. Een pietepeuterig keukentje met een vol keukenkastje in het donker is niet mijn sterke kant.  We hebben wel een warme douche, maar de keukenkraan heeft alleen koud water. Dat is het idéé van een blokhut, legt Bobby uit, dat het primitief is. 

De Familie Bouma heeft nog een gastenkamer en een zeskantig theehuis, waar normaliter de gasten kunnen ontbijten, maar in deze Coronatijd doet ze dat niet. We mogen er altijd zitten. 

Opende betekent aan het einde. Dit was het laatste dorp aan de weg vanuit Groningen voor het Friesland werd. In Friesland hebben we dan meteen Surhuisterveen. Er is hier een supermarkt Poiesz, een Pizzeria Milano (gerund door Syriërs), verderop een campinkje en een firma die fietsen verhuurt. Maar die is maandags gesloten. Een keer per uur een streekbus naar Groningen en een naar Surhuisterveen. De mensen zeggen bij wijze van groet ‘Hoi’. Volgens mij is dat Fries en zeggen in Groningen ‘Moi’. 

De nacht was vol regen en muggen. Muggen heten hier ‘neefjes’. Zo noemden wij ze vroeger in Emmen ook. Dat wood heb ik al veertig jaar niet gehoord, in elk geval niet als we het over muggen hebben.




zondag 14 juni 2020

Black lives


Even in een andere modus. In onze blokhut op de grens van Friesland en Groningen ga ik om te beginnen maar eens in een tuinstoel zitten en naar de NRC-podcast van de dag luisteren. Een stuk of tien Nederlanders met een donkere huidskleur vertellen hoe het voor hen was om - als kind of later - nare opmerkingen naar hun hoofd te krijgen. Mensen uit Gorcum, Noordwijk, Amstelveen, noem maar op. Het waren ervaringen waar ze vaak niet met anderen over praatten. Die ervaringen nestelden zich echter diep in hen. 

Zo’n podcast is heel andere journalistiek dan berichten op het Journaal waarbij bijna alleen gefocust wordt op de vraag of iedereen wel anderhalve meter van elkaar stond. Het is ook anders dan in een krant. De stemmen klinken oerhollands. Er is geen associatie met donkere huid of buitenland.

De podcast begint met een opname van een optreden bij de demonstratie vorige week in de Bijlmer: Black Harmony, een Afro-Surinaamse groep die close harmony zingt. Prachtige muziek.


Tussen hoop en vrees

Toen het anderhalve week geleden nog volstrekt onduidelijk was hoe de regels voor vakantie vieren zouden zijn (het sanitair van campings was almaar dicht) heb ik via Airbnb een leuke blokhut gezocht en gevonden.

Eerst opteerde ik voor een weekje weg voor een droomchalet aan het Sneekermeer (tip van Schoonzus) maar die waren al bezet. Het cliché wil dat het in Nederland altijd regent, maar meestal valt het weer wel mee. De weervoorspellers zijn doorgaans pessimistischer dan de werkelijkheid. En bovendien worden we de laatste jaren geplaagd door grote droogte. Inmiddels mag er alweer veel meer, zowel kamperen als naar Duitsland, maar nu doen we dit. Slechts 100 minuten rijden, dat vind ik een pre.

zaterdag 13 juni 2020

Mizee

Gelezen: En knielde voor hem neer door Nicolien Mizee. Ik ben aardig fan van Nicolien Mizee. Ze is een onorthodoxe vrije geest. Ze schrijft over mensen die net niet uit de boot vallen, of net wel. Beetje marginale types. Maar ook gewoon mensen met een geschiedenis en gevoeligheden. Hier is de hoofdpersoon een jongen/meisje Micha, een interseksueel. Zijn/haar ouders kregen hem/haar vrij laat en konden hier niet meer omgaan. Ze hebben haar als meisje opgevoed en hebben haar nare operaties laten ondergaan, tot ze er vandoor ging en uiteindelijk op straat belandde. 

Op Spoor 2 op station Amsterdam CS redt hij/zij een man die bijna tussen een trein en een rails terecht komt. Hij/zij gaat met de man mee, Hoogte Kadijk woont hij. Hij is crimineel en pedo en wil wat met Micha, maar die wil niet en uiteindelijk blijft ze toch daar en wonen. Wonderlijk en gehavend als ze beiden zijn zorgen ze voor elkaar en zijn ze betekenisvol voor elkaar. In de loop van het verhaal leren we ook de vrienden van Micha kennen, personen die hem/haar altijd geaccepteerd hebben. 

Het is een bijzonder boek. Is het realistisch? Is het een sprookje? Je krijgt de vinger er niet goed achter. Maar het is een mooi boek, ik las het in een ruk uit. 

Te Elinkwijk


Onze plaatselijke gymnastiekvereniging ‘Sport Vereent’ mag voorlopig oefenen op de sportvelden van USV Elinkwijk. Elinkwijk is heel beroemd (geweest), vertelt Bobby, maar dat is alweer lang geleden. Hij herinnert zich een cabaretier die een grap maakte over een wedstrijd Ajax Elinkwijk. In 1970 is het profvoetbal van Elinkwijk opgegaan in FC Utrecht. 

We worden geacht om om klokslag 13u klaar te staan bij het hek, samen met de meisjes van 12-18, dan is er wisseling van de wacht. Alles volgens protocol. Afstand afstand afstand. Het animo is groot, bijna alle dames zijn komen opdraven. De meesten hebben ‘Nederland in Beweging’ gevolgd, of in elk geval soms. Er worden steeds grapjes gemaakt over Duco (Bauwens) en Olga (Commandeur).

Onze gymjuf Ria is trouwens bijna tot tranen toe geroerd dat iedereen er is. Zij is zo bevlogen om haar pupillen in beweging te houden. ‘Ik wil jullie allemaal wel omhelzen dat je er bent en dat je meedoet.’ We doen het namelijk allemaal voor háár. Laatst was ze 55 jaar getrouwd en toen heeft de halve gymclub haar voor haar voordeur staan toezingen. Ik trouwens niet. Er zijn grenzen.

De jongere trainers en meisjes-sporters hebben nog nooit zo’n bejaarde sportgroep gezien, we zijn echt aliens voor ze. Ze praten tegen ons alsof we in een verzorgingshuis zitten. Maar ze bedoelen het goed. 

Göran

Gezien: de Netflix-miniserie The most beautiful hands of Delhi. Bijzonder onderhoudend en vermakelijk. Hoofdpersoon is de 52-jarige Zweed Göran, een beetje een loser, 52 jaar, journalist, gescheiden, raakt zijn baan kwijt. Met een kennis gaat hij op een groepsreis naar India. Maar hij drinkt kraanwater en wordt daarvan zo ziek dat de groep hem achterlaat.

Dan ontmoet hij Yogi die nog bij zijn dominante moeder in een enorme villa woont en die neemt Göran onder zijn hoede. Yogi is enerzijds een gelovige hindoe maar ook een opgewekte flierefluiter die overal een oplossing voor vindt. En Göran ontmoet Preeti, de mooiste vrouw van Delhi die een handensalon heeft. 

Hij wordt stapelverliefd en ze krijgen een geheime gepassioneerde relatie. Preeti is echter getrouwd met een stinkend rijke textielhandelaar, in wiens fabrieken kinderarbeid plaatsvindt. Göran gaat daar achteraan en gaat het onthullen. Och het is zo’n leuke film. Drie afleveringen slechts, dus na één avond binge-watchen is het klaar.

vrijdag 12 juni 2020

Auntie (4)

Terwijl Auntie haar beker bouillon opslurpt en zich omstandig verexcuseert dat ze ons niets kan aanbieden zeg ik dat dat niet hoeft en dat wij thuis gaan koken. 'O ja?!?' zegt ze, 'Gaan jullie zelf koken? O wat gún ik jullie dat. Dat gún ik jullie echt.'  

Auntie is de oudere zus van wijlen Schoonmama. Ik kende haar niet maar ik ben nu al haast net zo dol op haar als ik op Schoonmama was. Zo enthousiast als ze is. Ze is wel erg in de war. Nu denkt ze dat ze helemaal alleen in een verder verlaten pand woont.

Ik heb weer een smaakvolle traybake gevonden, met chorizo en garnalen. Het is met zoete aardappelen, die zijn sneller gaar dan krieltjes. En omdat ik weet dat sommige lieve lezertjes van mijn blog koken, wil ik jullie deze niet onthouden. Ik gún het jullie. Niet erg vegetarisch, dit recept.

Clicks

Weer een stuk gepubliceerd op Museumkijker.nl. Best leuk om te lezen, al zeg ik het zelf. Als u mij een beetje volgt dan heeft u misschien al gelezen over mijn bezoek aan Amstelveen, maar misschien gunt u mij het genoegen van veel clicks op de site. Click dan even...

www.museumkijker.nl/zeeschilder-jan-cremer-in-museum-jan-magie-woest-kolkende-watermassas/

donderdag 11 juni 2020

Roze

Al jaren droom ik van een oudroze parka. ‘n Behaaglijke warme winterjas met grote bontrand om de capuchon. Oudroze is echt mijn kleur. Nergens te vinden. Ja, in de najaarscatalogus van webwinkel Bonprix. Die jas ziet er prachtig uit maar als je de reviews mag geloven valt die na een paar weken uit elkaar. 

Het is al jaren winkel-in-winkel-uit. De laatste keer was afgelopen februari in Rostock, daar vond ik er een bij een Peek&Cloppenburg maar die was te stug. Het steekt wel nauw, inderdaad.

Ik heb wat met jassen. Als we wandelen en regen dreigt heb ik al jaren een donkerblauw Noors regenjack dat niet waterdicht is. Ik had een fantastische pauwblauwe Patagonië-jas maar die draag ik niet vanwege herinneringen. Ik heb een oudroze vestachtig jasje maar dat pluist zo dat het er wat armoedig uitziet. Will zegt ook steeds dat ik een goede wandeljas moet kopen. 

Dus toen ik vorige week een nieuwsbrief kreeg van de ANWB met jas-aanbiedingen dacht ik: Die moet het dan maar worden. Weer een knalblauwe. Ik naar de binnenstad, jas passen, mijn maat niet, via webwinkel besteld. Betaald. Kwestie bij dezen afgesloten.

Maar. In Amstelveen afgelopen zaterdag loop ik even door het grote winkelcentrum en verdomd: bij Paprika hangen oudroze lenteparka’s. Ik pas ‘m, niet mijn maat, máár zegt de verkoopster: wel in Nieuwegein. 

Om kort te gaan: nu heb ik ze allebei. Alle andere jassen in een vuilniszak in de Leger des Heils-bak. Een nieuwe levensfase met nieuwe kleurtjes.

Auntie (3)

De Rotterdamse tante van 96 (er zijn in ons leven dus twéé tantes van 96: een in Rotterdam Schiebroek en een in Den Haag-Zuid) knapt toch weer een beetje op, naar onze bescheiden indruk. Ze heeft vandaag niet een keer gezegd dat het voor haar niet meer hoeft. Ze drinkt de laatste week behalve ranja ook bouillon en vandaag maakte ze melding dat ze een boterham heeft gegeten. Waar die boterham dan vandaan kwam is nog even een raadsel, want ze heeft geen eten in huis. Het fruit op de fruitschaal ziet er even veelbelovend uit, maar blijkt van plastic. 

Vandaag vraagt Auntie ineens of ze mijn haar mag kammen. Ik heb nogal een coupe corona en ga morgen naar de kapper. Het toilettasje uit de slaapkamer gehaald en voor haar stoel geknield. Bobby weet te vertellen dat Auntie in een ver verleden in een kapsalon heeft gewerkt. Met een ferme hand pakt ze mijn kin en kamt ze mijn haar. Het moet niet te recht, zeg ik bezorgd, het moet een beetje wíld. Ja dat zag ze al. Het moet een beetje ból, concludeert ze en dan toupeert ze het.

woensdag 10 juni 2020

Fortissmo

Zoom-zingen: we beginnen er zowaar een beetje lol in te krijgen! De helft van de dames is er maar bij, maar toch. We zingen nummer 11 van het Gloria van Vivaldi ('Quoniam tu solus Sanctus') en als de dirigente zegt dat we voluit mogen, fff, fortissmo, dan gaan we voluit, want niemand hoort je toch. En we doen ‘Songs from the sea’ van Sallinen, 'Hey Jude' van The Beatles en 'The Rose' van Bette Midler.

Wat erg dat juist koorzang zo gevaarlijk is. En nu het virus nog maar zo  dun gezaaid aanwezig is, hoe gevaarlijk is gevaarlijk? Het doet haast pijn aan het hart van vreugde en treurnis om online te wuiven naar elkaar en dan weer de Zoom-sessie te verlaten. Leave the meeting.

dinsdag 9 juni 2020

Táxi!

De eerste mevrouw rijd ik naar de Dirk van de Broek waar ze geld gaat pinnen, en bij de Kruitvat 3 zakken waxinelichtjes halen en en bij de sigarenwinkel sigaartjes en lampjes en batterijen. Ik ben heel beroemd, vertelt ze, ik word vaak geïnterviewd want ik speel orgel.

De tweede mevrouw gaat naar de kapper op winkelcentrum Overvecht. Ze woont tegenover een kapsalon, waar ik een andere mevrouw altijd naar toe breng. Maar ja, je bent gehecht aan je eigen kapster, zegt deze mevrouw.  Haar man is in de Corona-tijd overleden, vertelt ze. Zelf zat ze toen net in een zorghotel omdat ze de mantelzorg niet meer trok, maar ze was er net op tijd uit, anders had ze daar maanden vast gezeten.

De derde mevrouw gaat naar de pedicure. Die herinnert zich onze vorige rit nog, net vóór de lock down, dat ik gezegd had dat ze wel voorin mocht zitten. Blij dat we weer rijden. Fijn, zo’n vertrouwd gezicht, glundert ze. 

De vierde mevrouw gaat naar de fysiotherapie. Zijn heeft artrose in haar rug. En dan gaat ze lopend weer terug. Voor de oefening. 

Er zijn nog veel te weinig chauffeurs. Veel durven nog niet te rijden. Moet ik maar dubbel diensten gaan rijden? 

maandag 8 juni 2020

De Glind

AJ is met Pinksteren bij een fietstochtje aangereden door een 68-jarige man in een auto, en daarbij tamelijk ernstig gewond geraakt. Eerst is hij naar het UMC gebracht en na gedegen onderzoek door diverse disciplines doorgestuurd naar het Meander in Amersfoort, waar ze hem opgelapt hebben. Diverse breuken waaronder wervels en de heup. Donderdag mocht hij weer naar huis en nu mogen wij op de thee. 

Het ongeluk gebeurde in een buurtschap nabij Barneveld, genaamd De Glind, en het kwam op de site van de Scherpenzeelse Courant. In de kamer een bed voor het raam. 

AJ is de zwager uit Istanbul, die even een weekje in Nederland was om zijn kinderen te zien en ons ook. Bobby had die Pinksterdag speciaal een beenhammetje gekocht om te bereiden, toen hun zoon belde dat z’n vader in het ziekenhuis lag. Ze kwamen dus niet een. Toen hebben Bobby en ik maar twee dagen beenhammetje gegeten.

zaterdag 6 juni 2020

Het Amsterdamse Bos

Het Amsterdamse Bos is toch echt mijn lievelingspark. En maar een half uur rijden vanuit Zuilen. Het park is al bijna een eeuw oud dus dat betekent hoge bomen, mooie vormen bomen, veel schaduwen boven de waterpartijen. Er zijn diverse ingangen en die vanuit Bovenkerk (tussen Amstelveen en Aalsmeer) vind ik altijd heel prettig. Je kunt er oneindig dolen maar echt verdwalen doe je er niet. Altijd kom je wel weer richtingwijzers tegen met ‘Geitenboerderij’, ‘Bloesemtuin’,  ‘Bovenkerk’. De bloesemtuin had een maand of anderhalf geleden toen-ie ze weer zo hysterisch in bloei stond nog zoveel bezoekers getrokken, wat echt een probleem was in Coronatijd.  De Amsterdamse drinkfonteintjes ontroeren me altijd.

De zee, de zee

Om mij moverende redenen ben ik vandaag te Amstelveen. En nu ik er toch ben kan ik ook wel even naar een museum. En zo kom ik terecht in Museum Jan, dat tot voor kort Museum Jan van der Togt heette. Je hebt twee musea in Amstelveen: het Cobra-museum in het moderne Stadshart en dit Museum Jan in het oude dorp. Terwijl het bij het Stadshart uit zijn voegen barst van de auto’s en de snelwegen en je nergens (gratis) kunt parkeren is het oude dorp een oase van rust, heel leuk en gezellig, én gratis parkeren. 

Er zijn  maar drie bezoekers in het Museum Jan, dus het is best een beetje bizar om je via internet aan te moeten melden en de pijlen te volgen. Er staat heel veel glaskunst en er hangen nu ook heel veel ‘Zeegezichten’ van Jan Cremer. Hij is inmiddels 80. Ook zijn Grand Opening was net na de lockdown. 'Heel triest', vertelt de conservator die de telefoontjes aanneemt van mensen die het museum willen bezoeken. Want Jans vrienden uit de  hele wereld waren naar Amsterdam gekomen om bij de Opening te zijn en nu zwierven ze wat doelloos door het lege Amsterdam. 


Zeer de moeite waard. Prachtige woeste zeegezichten. Grote dikke zanderige klodders verf. Onrust. Oerkracht. Niet alleen van de zee, maar ook van de man.

vrijdag 5 juni 2020

Beentjes

Het regent en het is koud. Tijd voor eens iets anders. Bij de kleine bioscopen hier adverteren ze nu met een ‘inhaalprogramma’. Dat vind ik een goeie. Deze film ging net eind februari in première. En waar moet je beginnen?

En zo begint het inhalen bij De beentjes van Sint Hildegard van en met Herman Finkers. Hij is nog veel leuker en beter dan ik dacht. Die personages zijn wel karikaturaal, de bazige wetenschapster Gedda (Johanna ter Steege) en de wat sullige veearts Jan (Herman Finkers), maar ook allebei heel invoelbaar. Erg leuk ook dat de film helemaal in het Twents is, met grotendeels Tukkers acteurs.

Het verhaal begint met de dood van de oude vader van Gedda, die helemaal onder de plak zat van zijn vrouw en zo graag een keer naar de Loreleiy was gelopen. Du moment dat hij dat gaat doen valt hij dood neer in Bad Bentheim, net over de grens. Hoewel hij perse gecremeerd wilde worden laat zijn vrouw hem begraven. Jan is daar zo verontwaardigd over dat hij de kist van zijn schoonvader laat opgraven en alsnog cremeren. Hij stelt zich ten doel de as uit te strooien over de Rijn. 

Nou en zo zijn er allerlei verwikkelingen, ook met de kinderen van Jan en Gedda met ook bazige partners. Het is heel erg raak en geestig. Een lach en een traan.