woensdag 31 januari 2018

‘Digitaal vaardig’

Mijn zorgverzekeraar gaat met zijn tijd mee en is gedigitaliseerd. Alles is gedigitaliseerd. Je krijgt geen post meer maar (vrijwel) ook geen mailtjes. Er is in de online omgeving een rijtje facturen en diep in de site is ook ergens een Postvak In. Daar staan die facturen ook in, maar ook andere post. Je krijgt doorgaans geen melding dat er post is of een factuur. Soms krijg je wel een mailtje die is atijd licht dreigend gesteld, dat je dingen niet betaald hebt. Ik moet zeggen dat ik het overzicht een beetje kwijt ben. En met al die onderzoeken achter de rug en in het vooruitzicht  wil je er toch wat greep op houden. Zelf krijg ik geen facturen van de zorgaanbieders, ik heb geen idee.  Dat Eigen Risico van €485, is dat al opgebruikt inmiddels, bijvoorbeeld? En een factuur heb ik door zo´n dreigmail van schrik twee keer betaald. Wordt dat verrekend of moet je daar om vragen?

Vandaag wil ik dat eens oppakken en afhandelen. Het is toch een voortdurende onrust. Maar denk je dat er een telefoonnummer te vinden is op de site? Klantenservice heeft wel een knop, maar als je daar op klikt kom je op pagina's met 'veelgestelde vragen', en vooral géén telefoonnummer. Ik overweeg naar een zorgkantoor te gaan, er zit er een in Leidse Rijn en een in Zeist, dan zie je eens een mens, maar misschien als ik nog even door zoek. Omdat ik zo volhardend ben lukt het vandaag.

Je moet veel nummers BSN, DiGiD, en je hele dossier bij de hand hebben, dus dat maak ik. En de mededelingen in mijn 'Postvak In', en de afschriften van de bank.

Dat de facturen als 'onbetaald' in het systeem staan komt omdat ik niet via de Betaalknop betaald heb, legt de medewerkster uit. 'Als u zelf via de bank betaalt dan geeft het systeem dat niet aan. Nee. Dat kan niet.' 'Maar die Betaalknop doet het vaak niet', zeg ik. 'Ik móet wel. Nu is er vorige week een bedragje teruggstort. Waar bestaat dat bedragje uit? Ik heb daar geen bericht over, niet in de mail en niet in mijn Postvak In. Soms krijg ik een melding: 'Doe het via de app, maar die loopt ook vast.'

Nou ja, en zo lopen we alle kwesties door. Alles is betaald, stelt ze me gerust. Er zijn dus nog geen facturen van de januari-onderzoeken binnen. Dus die €485 'Eigen Risico' komt nog.

Ligt het aan mij, vraag ik, of ligt het aan u? Nee, U bent digitaal vaardig, dat hoor ik wel', zegt de medewerkster. 'Als ik zo eerlijk mag zijn', zeg ik, 'ik ben al heel heel veel jaren klant bij u, ik vind u sympathiek, en u wás adequaat, maar voor mij is dit inmiddels een reden om over te stappen.'

'Ik durf het haast niet te zeggen', antwoordt ze, 'maar misschien kunt u de app opnieuw downloaden? Misschien doet hij het dan wel.'

maandag 29 januari 2018

In de herkansing

Laten we het avondlijk zwemmen nog een kans geven, en nu een uur later. Dus niet van 20 tot 21 uur, maar van 21 tot 22 uur, Dan is er geen aquajoggen meer, en alle zeekoeien zijn huiswaarts en naar bed. 

Het is gewoon een genoegen: baantjes trekken in De Kwakel. 'n Half uurtje is genoeg, Ik kan zelfs aardig meekomen in baan 4, er zwemmen nu maar tien mensen in plaats van de dertig van vorige week, dus er is wat afstand tussen je voorganger en jou. Zelfs vind ik een dubbel kleedhokje, waar men gewoon de kont kan keren.

Voor wie de vorige aflevering over De Kwakel gemist had: zie hier.

zondag 28 januari 2018

Utrecht in de storm

Gelezen: ‘Stad in de storm’ van Thea Beckman, dat ik vorig weekend in de behandel in de Domkerk had gekocht. Het vertelt van een jongen die de zoon is van een drukker en boekhandelaar te Utrecht die in Oudewater tegen twee vrouwen aanloopt, moeder en dochter, die daar bij de heksenwaag een certificaat komen halen om te bewijzen dat ze geen heksen zijn. 

Op de trekschuit van Utrecht naar Oudewater ontmoet hij een vrijbuiterige jongen, een arme wees, die keihard moet werken voor de kost. Het klikt tussen hen. Er dreigt oorlog in Holland, de Fransen rukken op tot on Utrecht,  en de waterlinie om Holland heen wordt onder water gezet. Johan en Cornelis de Witt worden vermoord. Dat is zo’n beetje de politieke achtergrond te Utrecht waartegen dit boek zich afspeelt.

Het is een heel werk, zo’n boek lezen, het is nogal omvangrijk, maar heel educatief. Je leert van alles over de geschiedenis van je stad en wat oorlog en bezetting in concreto betekenden. Het lezen voelt weer net als vroeger dat ik als kind zoveel boeken vrat, dat er werelden voor je open gingen. Thea Beckman was zo in staat gewone kinderen te beschrijven. Ik herinner het me nu weer van ooit ‘Kruistocht in spijkerbroek’. Dat was uit 1973, ik weet dat Zus4 het las en toen ik ook. Dit boek is van 1979, toen studeerde ik en las ik geen kinderboeken meer.. 

'We bidden elke dag voor u'


De tot Best Life Church verbouwde Jacobuskerk op ons Prins Bernhardplein heeft vanmiddag Grand Opening. Vandaag breng ik mijn afval maar eens naar naar de diverse afvalbakken bij de kerk en na enig aarzelen loop ik er naar toe. ‘Mag ik even kijken?’ vraag ik aan een dame die sleutelfiguur blijkt te zijn. ‘Ik ging hier vroeger altijd naar de kerk.’ Natuurlijk ben ik als de dood dat ze gaat ‘getuigen’ en proberen me te bekeren. 

De kerkgangers mogen nog niet naar binnen, want de puntjes moeten nog op de ‘i’, maar ik mag wel. Gna. Apetrots laat ze me de nieuwe vloerbedekking zien. En de nieuwe stoelen. De nieuwe toiletblokken. ‘Met kerst hadden we wel 1600 mensen’, vertelt ze. ‘En dus veel te weinig wc’s. De pastorie hebben omgebouwd tot kinderkerk.’ ‘Waar is het orgel gebleven?’ vraag ik want boven zie ik een gapend gat. ‘ Het orgel hebben we weggegeven aan een kerk in Roemenië, of zo’n ander land’, vertelt ze, ‘en die waren er heel erg blij mee.’

En dan begint inderdaad het getuigen. 'Acht jaar geleden moest ik niets van Jezus hebben', vertelt ze, 'maar toen riep hij me. Maar hij zei ook dat ik moest wachten. Dat ik geduld moest hebben. En toen heb ik hier mijn man gevonden. En nu hebben wij deze kerk gekregen en hebben we hier om de hoek een prachtig huis kunnen kopen. Het is hier geweldig.' Als ik deze kerk en de mensen erachter Google valt te lezen dat zij en haar man en zij soort van preachers zijn.

Ik zeg dat ik echt blij voor hen ben met dit prachtige gebouw, maar dat ik voor de katholieken in de wijk wel sneu is. ‘Dat begrijp ik’, zegt ze, ‘we vinden het ook heel erg voor u. We bidden elke dag voor u. En u bent hier altijd welkom.’

Singer


Er zijn nieuwe tentoonstellingen in het Singer Museum in Laren. Op het gevaar af in afgeladen zalen terecht te komen gaan we toch. Het is al zo lang geleden! De ene expositie (‘Impressionisme & Beyond - A Wonderful Journey’) is een privé verzameling van de Van Vlissingen Art Foundation. De andere tentoonstelling is gewijd aan Lodewijk Schelfhout, Nederlands eerste kubist. Hij eindigt (net als Toorop) met katholieke kunst.

Singer is helemaal verbouwd. Theater en museum zijn verbonden en hebben nu een grote ruime brede gezamenlijke entree met een groot kassameubel om de doorstroom te vergroten. De winkel is twee keer zo groot geworden. De tuin is ook in de revisie. Het restaurant is ook verdubbeld. 

Het is weer een geweldige feel good tentoonstelling, waar ze bij het Singer erg goed in zijn, ditmaal met veel schilders die ik niet kende. Zeegezichten, bosgezichten,  tuingezichten, dorpsgezichten, schepen, paarden. Dat zijn de thema’s waar de Van Vlissingens in grossierden. Prachtig van kleur en impressie.

Ik koop altijd achteraf de catalogus om thuis alles nog eens na te lezen en hopelijk te onthouden. Het is erg druk, maar niet zo erg als ooit bij de tentoonstelling van Rothko in het Gemeentemuseum in Den Haag een paar jaar geleden. Daar stond het drie rijen dik voor elk schilderij en kon je het niet eens zien.  

Er is ook een wonder nieuw fenomeen aan de hand. Een opmerkelijk aantal bezoekers (vooral oudere heren) kijkt nauwelijks naar de schilderijen maar maakt er een foto van, en ook van de begeleidende informatie. Ze gaan dan pontificaal midvoor het schilderij staan, met de ellebogen hoog wijd, en benemen ieder ander het uitzicht. Als ze de foto hebben rennen ze voort naar het volgende schilderij. Gaan die mensen dan thuis op de telefoon die schilderijen nog eens bekijken?


Beska en Divna


Moet even heel diep in mijn geheugen graven (en in mijn blog) om de naam van dit kerkje weer te vinden. Het kerkje bij het vrouwenklooster op een eilandje in het Skadar Meer in Montenegro. Beska. 


Op de een of andere manier helpt het tekenen van kerken en kloosters me om pas op de plaats te maken en uit de hektiek van de dag te stappen. Zoals Ik-Móet-Nieuwe-Schoenen. 

Op de bovenkamer kan ik me daarvan losmaken. Het was er zo mooi op dat kloostereilandje. We werden er naar toe gevaren voor een X-bedrag en na twee uur weer gehaald. De jonge nonnen hadden zelf ook een motorboot om naar het vaste land te gaan en boodschappen te halen. Die bergwegggetjes er naar toe waren ijzingwekkend smal.

Bij het tekenen draai ik muziek van Divna, een verrukkelijke zangeres van Byzantijnse religieuze muziek, die ik hoorde in het kerkje aan het Meer van Ohrid. Wat zijn die voormalig Joegoslavische landen toch fantastiche plaatsen om te zijn. Maakten veel meer indruk dan onze laatste bestemming Dolomieten / Zuid-Tirol.

Mijn ordner met natuurtekeningen en stadsgezichten puilt uit. Ik heb een nieuwe gehaald, waar ik de landschaps- en urban tekeningen in gestopt heb. De andere zitten dieren, vooral vogels en bloemen. Elke tekening is een gestold  moment. Ik heb al bijna een halve meter.





zaterdag 27 januari 2018

Schoenenjacht

Als je haar maar goed zit, en als je maar trots bent op je voeten. 

Deze zaterdagochtend raap ik mijzelf bijeen om in de Utrechtse binnenstad nieuw schoeisel te zoeken. Die ouwe afgetrapte schoenen moeten weg. Ik neem me voor om álle schoenenwinkels in te lopen, van het Vredenburg door de Steenweg tot aan de Lijnmarkt aan toe, waar een Wolky-winkel. Zus4 heeft op hele vrolijke Wolky-sneakers gewezen op de Wolky website. Ik ga naar alle sneakerwinkels, want ik wil tenslotte sneakers, maar ook naar alle nieuwe merkenwinkels: Clarks, Gabor, Timberland, Birkenstock, Dr. Martens, Fred de la Bretonniere, en Wolky’s. Je weet nooit waar je tegenaan loopt. 

Het is het allemaal niet, tot ik de winkel van Dr. Martens binnenloop. Ik ga daar nooit in omdat ik het schoenen voor bozige jongeren vind. Leuke opstandige  jongeren, met stoere zwarte of kleurige op oude soldatenkistjes geïnspireerde booties. Dat past toch niet bij een dame van zestig. En nu hebben ze ze ineens met bloemetjes! En slangenprint. Ze zijn vrolijk en plat en stevig, eigenlijk precies wat ik zoek. Van de bloemetjesschoenen pas ik maat 39. Die zitten lekker, lopen goed, maar ze staan nogal bijzonder. En duur! 180 euro. Dan pas ik de slangenleren aan, en die passen helemaal bij mij, maar deze maat 39 is net te klein. Maat 40 hebben ze niet. Dat komt omdat het Engelse schoenen zijn, legt de verkoopster uit. En in Engeland hebben ze geen maat 39. Ze maken ze speciaal voor Nederland en vergeten ze dan optie sturen.

Ik app ze naar deze en gene voor een oordeel. Ik vind dat ik ze wel kan hebben en dat ik er niet uitzie als een boze oudere jongere. Maar toch twijfel, met name of men ze wel naar haar werk aan kan. Zus4: ‘Die Qual der Wahl, zeggen ze hier. Ik vind ze beide erg leuk. Ik zou ze zó kunnen kopen. En dan nooit aandoen.’ En Hani501: ‘Als je los ziet, denk je: tikkeltje te wild, amiga? Maar op de foto met jou staan ze gewoon heel leuk en vrolijk.’ Drie anderen zijn ook voor de bloemetjesschoenen.

Matters of the heart

De huisarts die niets kon vinden dacht dat hij misschien een ruisje had gehoord en stuurt mij naar de cardioloog. Dat is vandaag. Ik zit er vooral in de wachtkamer, naar de mensen kijken. Af en toe komt er een dame, een zuster? -  ik weet niet hoe hun functies heten. Een maakt een hartfilmpje, ofwel ECG, maar daar is niets bijzonders op te zien, en dat ruisje hoort ze ook niet. Een ander maakt een echo, en daar is ook niets aan te zien. Zij zegt: als ik u in de Albert Heijn had zien flauwvallen, dan had ik u niet naar huis laten lopen maar ik meteen de ambulance gebeld. 

De cardioloog is een meneer en tevens een echte professor. Het onderzoek krijgt een vervolg. Volgende week krijg ik een etmaal een ‘holterkastje’ om dat 24 u mijn hart meet (niet douchen) en daarna de ‘kieptafeltest’. Wat zegt u? Kieptafeltest. Dat moet ik even opschrijven hoor, zeg ik, dat is een woord dat niet landt. Er gaat een wereld voor je open. 

Na afloop rijd ik maar naar Peeq. Peeq, wat me nu weer overkomen is! Mag ik even bij je komen wenen? Natuurlijk moeten we ook heel hard lachen.

Moederliefde


Zus4 komt helemaal uit MeckPom aangereden om haar zoon die vijf maanden te Amsterdam studeerde terug te brengen naar Berlijn. Als dat geen moederliefde is. 

Voor ze naar Amsterdam doorrrijdt komt ze een nachtje bij ons logeren. ‘Bobby wil jij een potje koken’, vraag ik, ‘want ik heb het veel te druk’. ‘Wat denk je dat ze wil eten’, vraagt hij. ‘Ik denk Indonesisch’, zeg ik, want ik heb zelf enorme zin in Indonesisch. Hij begint helemaal te glimmen, want laatst heeft hij bij zijn moesje uit de schuur het oude petrolistel meegenomen. Eerst dacht ik had ik dat niet zou willen, weer wat oude zooi, maar ik streek met mijn hand over mijn hart. Schoonmama vindt het geweldig, dat er iets uit haar schuurtje naar ons huis gaat. Daar gaat hij nu Indonesisch suddervlees op sudderen. Rendang.

Er valt op ons normale gasfornuis namelijk niet te sudderen, daar komt veel te veel gas uit. Zelfs met twéé warmhoudplaatjes op de kleinste pit valt er niet te sudderen. 

En terwijl Bobby suddert nemen Zus4 en ik de zaken door, met name die van het Moederhart.

woensdag 24 januari 2018

Slapstick naar Schiphol

Het is echt een stom onderwerp maar toch. Ik moet naar het Spui in Amsterdam. Dat doe je wegens de files (terug) niet meer met de auto, en iwelgemoed en ruim op tijd ga ik naar Utrecht CS. Tegenwoordig zou er elke tien minuten een trein naar Amsterdam moeten gaan. Maar u raadt het al. 

Dan neem ik toch de trein naar Schiphol, denk ik dan, want vanaf Amsterdam-Zuid kun je immers met tram 5 naar het Spui. Die trein heeft ook veel meer vertraging dan de borden zeggen. 

Als wij (ik en mijn honderden medereizigers) eindelijk in een trein zitten (wij denken richting Schiphol) wordt er omgeroepen dat we in de trein naar Den Helder zitten. Iedereen die naar Schiphol moet er weer uit. En de mensen naar Den Helder er weer in. Mij maakt het niet uit, dus ik blijf zitten. Op de informatieborden blijft echter staan dat we in de trein naar Schiphol zitten. 

En te Amsterdam Arena wordt dan omgeroepen dat de trein toch naar Schiphol gaat. Dus al die mensen naar Den Helder er weer uit. Die moeten nu met de metro naar Amsterdam Amstel.

dinsdag 23 januari 2018

Kwakel

In het kader van de gezondheid ga ik naar het zwembad. Er zijn diverse zwembaden on Utrecht en de dichtstbijzijnde is De Kwakel in Overvecht, de wijk waar ik altijd verdwaal. Anja, onze hulp in de haha, die net zo oud is als ik en drie keer oma en twintig keer zo energiek, is van de David Lloyd Sportschool met ook een zwembad en aquarobics, en sauna’s, dat is vlakbij bij de IJsbaan De Vechtse Banen, en heel luxe, maar alleen voor 57 euro per maand. Ik weet het niet, ik houd niet van chloorwater, ik wil eerst op próef. Dat kan daar niet.

Dus vanavond ga ik eerst maar eens naar De Kwakel. Ik kan nogal opzien tegen nieuwe dingen, vooral in het donker. A. Waar is het precies? B. Is er een parkeerplaats? C. Kan ik er de weg vinden in  het donker? D. Hoe zit het met de kluisjes? E. Is er ook een zonnebank? F. Kun je in je badpak naar de zonnebank of moet je je dan een extra keer aan- en uitkleden? G. Zijn het snelle zwemmers? H. Zijn de banen vol? J. Kun je shampoo mee? En meer van die vragen waar je het antwoord op krijgt als je gewoon gáát.

Ik weet dat het gezond is maar ik houd niet echt van zwemmen. Ik vind het vooral zo nat. En stinken naar chloor. En ik haat het uit- en aankleden in die krappe kleedhokjes! Mijn voornaamste zwemherinneringen dateren van rond 1995. In het Florabad in Amsterdam-Noord. Daar was een 50 meterbad open van 12.30 tot 13.30. Het was een gemeentebad zonder poespas. Daar kwam bijna niemand, je had een hele baan voor jezelf. Ik zwom daar elke maandag 20 van die lange banen in 27 minuten. En dat probeerde ik elke week te verbeteren. Ik was in de dertig en een hele peer, al zeg ik het zelf. De laatste jaren kwam ik wel in het Flevoparkbad in Zeeburg. Dat was alleen een buitenbad met een grote ligweide. Open tijdens kantooruren. Daar kwam ik alleen bij hittegolven. Dan was het er bommetjevol. Maar erg leuk.

De Kwakel is ook zo’n gemeentebad. De entree van € 3,85 vind ik bijzonder schappelijk. Dat is dan direct ook het grootste voordeel van dit bad. Dat betaal je als je gaat banenzwemmen. Je kan ook aquajoggen, dan is het een beetje duurder. Dat vind ik hell. Het is net aan de gang als ik arriveer. Met vijftig mensen in een pierebad je laten aanschreeuwen door een badmeester en harde muziek. Ik ga naar de twee 25-meter-baden. Het ene is heel warm: 29 graden. Daar dobberen tamelijk seniore dames en heren in zonder een idee van richting.

Eerst maar eens naar het koudere bad waar serieus wordt gezwommen. Vijf banen, van heel langzaam tot heel snel. De langzaamste baan is véél te langzaam, daar zwemmen allemaal zeekoeien en je kan ze niet voorbij. De middelste baan gaat beter, hoewel ik na acht keer op en neer wel aardig buiten adem geraak. Ik spoor niet meer met die herinnering van 23 jaar geleden. 

Als ik helemaal achter adem ben  stap ik over naar het warme bad, misschien moet ik wat rustiger aan beginnen. Ik vind ze heel moeilijk te verdragen. Dit bad is 1.40m diep en het overgrote deel van deze ba(a)d(st)ers zwemt niet echt maar loopt in het water luid kletsend heen en weer. Ze gaan niet aan de kant voor zwemmers. 

Bobby heeft altijd verteld hoe hij vroeger op maandagavonden in dit zwembad kwam met een paar vrinden en dat ze plezier maakten met glijbanen en bubbelbaden. Maar dat is twintig jaar geleden. Zo is het niet meer. Er zijn nog wel ronde baden, daar vond dat aquajoggen in plaats, maar verder staan daar hekken voor. Verboden. Wanneer kun je daar in, vraag ik tijdens het afdouchen aan een dikke dame. Zij weet het niet. Ik denk op zondag, zegt ze. Misschien heeft hier een enorme bezuinigingsslag toegeslagen.

Misschien hoort dit bij de gemeentelijke zwembaden. 

Er zijn ook geprivatiseerde zwembaden zoals Krommerijn (bij Amelisweerd) en Blauwkapel (bij Groenekan). Die bevelen zich aan met woorden als dat ze het prettigste zwembad van Utrecht zijn. Die werken uitsluitend met (hoge) abonnementsprijzen. Je betaalt 160 euro per kwartaal en dan mag je één uur per week. Als je daadwerkelijk elke week gaat is dat te doen. Ik zal het eens nader bestuderen. 

Ondertussen slaap ik na afloop als een roosje.

maandag 22 januari 2018

My first musical

Laatst vroeg ik Leen of ze mee ging naar de Franse zangeres (en ex-presidentsvrouw) Carla Bruni  in Carré, maar ze ging al met iemand anders. Toen vroeg ik Will, maar die liep niet zo warm. Uiteindelijk wilde ze wel, maar vooral voor mij. Datb overwegende vond ik de entree te duur om met een niet-liefhebber te gaan. Dat was een goede beslissing, want de recensies waren best vernietigend.

'Ze is net teveel een zuchtmeisje', appte Leen na afloop van het concert van Bruni. Met haar was het denk ik erg leuk geweest. Wij hebben een beetje dezelfde smaak en nieuwsgierigheid.  'Laat me weten als je weer naar iets leuks gaat!' zeg ik. Ze appt dat ze onder andere in maart naar Paul Groot in de 'You're the Top', een musical over het leven van de liedjesschrijver Cole Porter, en wel in De Meervaart. Cole Porter? Ik heb een geweldige elpee nog van Ella Fitzgerald die Cole Porter zingt. The songbook. Maar De Meervaart?

Blijkt de voorstelling net vanavond in de Stadsschouwburg van Utrecht te spelen! En helemaal niet uitverkocht te zijn. 'Peeq, ga je mee?' Maar Peeq kan niet. En zo ga ik in mijn eentje. Ik ga mooi Eerste Rang. Te lang heb ik thuis op de bank gezeten. We gaan er weer op uit. De 25 minuten fietstocht is mijn sport-activiteit.

Nog nooit ben ik naar een musical geweest, realiseer ik me. Het is een genre waarvan ik denk dat het me niet aanspreekt met al die liedjes en dansjes. Maar Paul Groot is een zeer aaanstekelijke acteur/zanger/persoonlijkheid. De voorstelling is geestig en mooi en veelzijdig. Natuurlijk zijn ze geen Ella, dus ik moet er even inkomen, maar het is heel erg de moeite waard. Het is prachtig. Het is geweldig.

De mensen om mij zijn heel mooi aangekleed en joelen en gillen bij het applaus. Een oudere meneer straalt om zich heen en mij toe. Hij wuift naar een vrouw. 'Dat is mijn dochter', deelt hij mij ongevraagd mede. 'Zij is de zus van Paul Groot'. Huh? Zegt hij nu dat hij de vader is van Paul Groot? 

Het leek wel een première, zeg ik als ik thuis kom. Daar lees ik op Google dat vanavond de première was. En ik was erbij.


zondag 21 januari 2018

Sinkel

Er is een gezamenlijk Urban Sketching in Utrecht vandaag, in café-restaurant De Winkel van Sinkel, van 11-14 uur, maar ik ga niet. Ben ik te moe? Heb ik een aanval van vreemde-mensen-angst? Heb ik faalangst? Dat ik door de mand val? Of zijn dat nare negatieve gedachten en ben ik gewoon toe aan een dagje niks. Ik denk zelf het laatste. Na afloop van de kerkdienst in de Domkerk loop ik wel even het café even binnen, en ik zie maar één schetser op het terras.  

Er verschijnen vanaf 15 uur echter tientallen foto’s op Facebook. Er zijn zo dertig mensen geweest. Ze zaten bóven, in de danszaal. De berichten en vooral de foto’s laten laten zien dat het feest was en dat ik volgende keer zeker wèl moet gaan.

Dom

Vandaag doe ik zondagsrust. We gaan eerst naar de Domkerk, met bus 5, en daar zingt een prachtig kleine versie van de cantorij met twee volwassen zangeressen en vier meisjes. Net éngeltjes zijn het. Daar kan je dan geen foto van maken, hoe graag je ook zou willen. Na de dienst spreekt een oude heer ons aan: ‘Bent u hier voor het eerst?’ We voeren bij een bekertje koffie een aardig gesprekje en aan het eind bekent hij dat het vandaag zijn taakje is om nieuwe mensen aan te spreken. ‘Dat weten wij wel’, zeggen wij, ‘en dat vinden wij heel leuk.’ Hij kijkt een beetje betrapt.

In de boekwinkel van de Domkerk koop ik een kinderboek van Thea Beckman: ‘Stad in de storm’. Met een kinderboek op de bank. Hoe fijn kan zondag zijn. Het gaat over het beleg van Utrecht door de Fransen in 1672, en de orkaan uit 1674 die het midden van de Domkerk in puin legde. Heel educatief allemaal ook. Voor mijn Utrecht-plankje in de boekenkast. 

zaterdag 20 januari 2018

Ode

Ik had alvast thuis paprikasoep klaargemaakt, maar dat was fout. Paprika is gasvormend en gasvormende ingrediënten doen we niet. Van uien prei en bonen weet ik dat, maar van paprika was het me even ontgaan. Soep: ja graag, maar liever wil ze soep met tomaten en olijven. Huh? Nou goed dan. Bij de Jumbo aan de Pettelaarsweg koop ik kippenbouillon in een potje en in blokjesvorm, tomaatjes en olijven, én kwark met verse aardbeien, want nu ik er eindelijk weer ben moet het wel een feestlunch worden. Ik ben blij dat ik weer in Den Bosch ben.

Heb nog overwogen om met bus-trein-bus te reizen, en diverse Freunde boden aan mij naar Den Bosch te rijden, maar ik ga toch zelf met de bolide. De hele route langs de A2 rijd ik zo rechts als maar kan, maar er komt geen duizeling, het gaat helemaal goed.

'Ik weet niet goed wat ik moet zeggen als de mensen vragen hoe het met je gaat', vertel ik. 'Ja, dat je een bed in de kamer hebt, en dat je morfine krijgt en nu ook wiet-olie, dat je een mutsje draagt, maar dat je soms ook nog naar de overkant van je park loopt om met je bezoek in een etablissement een kopje koffie te drinken, en soms zelfs naar de Jumbo. Maar vooral vertel ik dat het zo gezellig is. Dat vinden ze dan een onverwacht antwoord. Maar zo is het toch?' Ja, dat vindt Marg zelf ook. 

Ze is een erf-boekje begonnen. Of er ook iets is wat ik wil. Ik weet het niet. 'Misschien de ingelijste zeefdruk van een regel uit de 9e Symfonie van Beethoven:  uit het stuk 'Ode an die Freude' de regel 'O Freunde, Nicht diese Töne!' Ik weet ook niet waarom ik je die gegeven heb, het moet omstreek 1990 geweest zijn, maar ik móest hem aan je geven, en hij heeft altijd aan je muur gehangen in je diverse huizen.'

O Freunde, nicht diese Töne! Sondern laßt uns angenehmere anstimmen Und freudenvollere!

'En wat ik ook heel mooi vind zijn je beide enorme grijsgroene varens. Maar ze zijn zo groot en ik ben bang dat ze doodgaan bij mij.' Het wordt genoteerd in het erfboekje. 

Plat


Mijn prachtige slangenleren (Fretons-) sneakers zijn nu echt op. Het is hoog tijd voor nieuwe. Daar zie ik nogal tegen op, want erg weinig schoenen voldoen aan mijn wensen. Ze moeten vrolijk zijn, degelijk en toch soort van elegant, van mooi materiaal, en vooral niet doorsnee. En ze moeten bij mijn huidige kleren passen en ik moet ze naar het werk aan kunnen. Kom daar maar eens om. 

Een paar heb ik er nu gegoogeld, en de volgende vraag is: waar vind je ze? Ik wil niet online shoppen. Het altijd de vraag of ik maat 39 heb of maat 40, zeker omdat ik er zooltjes in leg. En om alles in twee maten te bestellen en weer terug te sturen: nee. Ik loop nu veel op m’n  Ecco-laarsjes met kleine hak. Maar in de huidige wankele staat van zijn wil ik liever helemaal plat. De zware wandelschoenen voelen het meest solide. 

Ik twijfel nu tussen de groene en de blauwe. En de zilveren. En de bruine...

Naar buiten allemaal


Luigi komt eten. Ze heeft 50 rode tulpjes mee, tulpen uit Amsterdam. ‘Misschien wel voor het laatst’, zegt ze erbij. Wat? Denkt ze dat ik doodga? Gaat ze zelf dood? We zitten qua leeftijd wel in de gevarenzone. Maar we blijven goede moed houden, toch? Denk ik terwijl ik 50 tulpen snijd en in twee vazen zet. 

Maar nee, dat is het gelukkig niet. Maar ze is nu een halfjaar met pensioen en zij en haar Gus gaan verhuizen, Amsterdam uit, naar buiten, naar een huis met een grote tuin en uitzicht over de velden. Naar Almen. Ja ik weet waar Almen ligt, tussen Zutphen en Lochem. Ik ken het omdat mijn eerste verkering te Groningen een oma te Almen had. Daar fietsten we dan naar toe. Het was een heel leuke oma, zij en ik konden goed met elkaar. Toen de verkering uit was ben ik geloof ik nog eens alléén bij haar langs geweest maar dat stelde ze niet zo op prijs. Een éx-vriendinnetje van je kleinzoon op bezoek, nee. Er zijn grenzen. 

Hoeveel inwoners heeft Almen, vraag ik en Luigi gokt 1500. En ik vraag en zij vertelt nog veel meer. Als ik weer thuis ben ga ik onze hele conversatie nog even na-googelen. Allereerst het huis. De plek. De bouw. De vraagprijs. Almen heeft 1178 inwoners, lees ik, en een beroemd etablissement ‘De Hoofdige Boer’, en een supermarkt Superr!! die gedreven wordt vanuit zorginstellingen met personeel met-afstand-tot-de-arbeidsmarkt. Het zijn grote goed-geassortimenteerde winkels in dorpskernen waar geen winkels meer zijn, maar je moet als klant geen haast hebben. Ook dat gegoogeld: dat Super!! is een supermarktketen met inmiddels 12 winkels. Van die twee keer dat ik er als 19-jarige kwam herinner ik me een brink.

We gaan naar ‘t Dikkertje, mijn lievelingsGriek aan de Amsterdamsestraatweg. Ik vraag het meisje dat ons bedient waarom het restaurant heet zoals het heet, omdat ik altijd zo mijn best moet doen om mijn gasten te overtuigen dat we echt naar een heel leuk lekker goed resttaurant gaan. Ze zegt: Kijk maar in de keuken. De kok, dat is mijn vader. Hij heeft dir restaurant nu 13 jaar. Eerst wilde hij de zaak ‘Dikkertje’ in het Grieks noemen: κοιλιά, maar dat bekt ook niet lekker voor Nederlanders. Ik geloof tenminste dat ze κοιλιά zei, ook dat woord heb ik gegoogeld. Misschien zei ze iets heel anders.

We nemen het verrassingsmenu, krijgen enorme lekkernijen en hebben een verrukkelijk onderhoudende vreugdevolle vertrouwde avond. Daar was ik na een week werken wel aan toe.,We gaan weer vaker samen eten, zo ver is Almen niet..


vrijdag 19 januari 2018

Urban

Eigenlijk heb ik geen verhaaltje. Het idee hier is een praatje bij een plaatje, of een plaatje bij een praatje. Vanmorgen mis ik de trein. Net. Ik denk dat hij tot half tien vier keer per uur gaat, maar dat is dus niet zo. Dus sta ik een half uur te kleumen op Station Utrecht Zuilen. En dit is het uitzicht. Ik kan ook naar het zuiden kijken, maar dat is zo mogelijk nog erger. En ik vind het ineens mooi van lelijkheid. Wat is mooi? Wat is lelijk? Eigenlijk.

donderdag 18 januari 2018

Code Rood


We hebben inmiddels Code Rood. Ga Niet De Weg Op. Keiharde wind. En ik heb voor mijn werk een symposium over de lezende Nederlander in Amsterdam.  Hoe belangrijk kan het zijn. Maar ik heb arbeidsethos dus ik ga. Terwijl de storm op zijn hoogtepunt geraakt stap ik in bus en trein. Er rijden veel minder treinen, heeft de NS aangekondigd, want dan kunnen ze handelend optreden als er een boom op de rails waait. Er zijn al heel veel vrachtwagens omgewaaid, lees ik op Nu.nl. 

De vertraagde trein heeft nog een kwartier extra vertraging, staat op de borden.

De perrons van station Utrecht CS liggen West-Oost, dus de storm blaast ons er haast doorheen. Listen to the anouncements, staat nu op de borden, maar die zijn door de gietende storm niet te verstaan. 

Er gaan helemaal geen treinen meer. 

Ik ga alles afzeggen en weer naar huis.

woensdag 17 januari 2018

Quinoa


Bonen en peulen. Vezelrijk eten. De site allrecipes.nl heeft een aparte afdeling met 356 bonenrecepten. Zo kom ik uit op zwarte bonen met quinoa en komijn, afgemaakt met verse koriander. Ik heb nog nooit quinoa gegeten, omdat ik het zo modieus vind en ik ooit een stuk gelezen heb over het verbouwen van quinoa in Peru (ofzo). De boeren daar verdienen meer als ze de oogst exporteren naar westerse landen, waardoor de bewoners van het land zelf het niet meer kunnen kopen. Maar goed, daar zet ik me nu maar even overheen. Er staat ook nog ‘veganistisch’ bij het recept, waar niets mee mis is maar het klinkt nogal gelovig en humorloos. 

Ik zet het gerecht voor aan Bobby en Jongste Nichtje die mee-eet, en daarnaast een pannetje glanzende wortel en een mooie groene sla, dus ze komen niets tekort. Sterker nog: ze vinden het bijzonder en heerlijk. 

Pas na afloop vertel ik dat ze vandaag veganistisch hebben gegeten. Oef, zegt Jongste Nichtje, daar heb ik normaal toch wel moeite mee. Bobby zegt dat t zelfs zónder die glanzende wortelen nog een mooi lekker maaltje was geweest. 

Ik voel me met de dag gezonder worden. Ik ben ook nog naar Oud Zuilen heen en weer gewandeld en heb geouwehoerd met oude tuinierders van Volkstuinencomplex Ons Genoegen. Ik ben met Will en die is ook heel enthousiast over de tuintjes. Dat ze midden in een idyllisch landschap liggen op loopafstand van mijn huisje maakt het extra aantrekkelijk. De oude tuinierders zeggen dat er een wachttijd van anderhalf jaar is en dat ik me elke zaterdagochtend kan inschrijven.

Over twee weken als ik voor check weer naar de dokter mag zijn vast die hoge bloeddruk en die hoge cholesterol weer opgelost.

dinsdag 16 januari 2018

Bijvangst


De dokter weet het ook niet. 'Suiker’ is het in elk geval niet, maar er is wel ‘bijvangst’ bij de bloedonderzoeken dat ik én een hoge bloeddruk heb en hoog cholesterol. Je wordt ouder Papa, geef het maar toe.

Nu heb ik pilletjes tegen de bloeddruk en mag ik met behulp van de site van het Voedingscentrum mijn gewoonten en voeding verbeteren. Ik eet al heel gezond, vind ik zelf, hoewel soms ook niet. 

Schoonzusje appt meelevend dat ik maar met een glaasje wijn en een dekentje om bij de kachel moet gaan zitten. ‘Ik mag geen wijn meer, geen dropjes en geen chocola! Geen kaas en geen snacks!’ ‘Nu heb ik echt medelijden met je!’ Ik ook, want ik heb ontzettend zin in een glaasje wijn, dropjes en chocola.

Bobby is een kies armer en ligt wat te kwijnen op de bank. Ik lees hem de voorschriften voor van het Voedingscentrum, a voor de bloeddruk en b voor de cholesterol, maar hij luistert niet echt. Verder is het best gezellig, stel ik vast.

VPRO

Wonderlijke conversatie met twee youngsters op het werk. Zij blijken op RTL5 naar ‘Temptation Island’ te kijken, een naar zij zelf onmiddellijk toegeven behoorlijk smakeloze serie over overspel. Ze griezelen giechelend of giechelen griezelend van hun eigen guilty pleasures

Om ook een duit in het tv-zakje te doen vraag ik: ‘Hebben jullie gisteren dan ook naar de eerste aflevering van de nieuwe serie over China van Ruben Terlou gekeken?’ In het volste vertrouwen dat wij die interesse delen, zeg ik dat. Ze kijken me echter verbijsterd aan. ‘VPRO! Jij kijkt natuurlijk VPRO. Alleen naar dingen met goede smaak. Natuurlijk kijken wij geen VPRO. Onze óuders, díe kijken VPRO.’  ‘Maar het is een prachtige serie’, probeer ik nog. ‘Jullie zijn in principe toch ook geïnteresseerd in beelden en ontmoetingen uit een enorm land als China?’  Er volgt geen antwoord meer. Ze hinniken nog wat na over Temtation Island (‘Lucie!  Dat je dat niet ként!’) en dan is het gespreksonderwerp tv wel definitief van tafel.

Het is een prachtige aflevering, deze eerste. Dat worden weer acht zondagavonden voor de buis. Hij is zo ontwapenend aanwezig in dat grote zo vreemde land. Mongolen in het noorden, dat door de klimaatveranderingen verwoestijnt waar je bij staat. Worstelwedstrijden en paardenrennen zijn de sporten daar in dat oneindige grasland dat door de jarenlange droogte haast geen gras meer heeft. Zou je het niet proberen? vraag ik. Het niet uitgesproken antwoord is duidelijk. Net als ik geen ‘Temptation Island’ zal proberen.

maandag 15 januari 2018

Natuur

Gelezen: 'Natuurlijk' door Jan Terlouw. Het is het boekenweekessay voor de komende Boekenweek. Maart. Nu alleen nog als preview in pdf. Dat komt: Mandy en ik hebben bedacht en besloten dat we weer een digitale special gaan maken en wel over 'natuurboeken'. Ik houd erg van natuurboeken: botanische tekeningen, boeken met natuurfotografie, tuinen, parken, kinderboeken met mooie illustraties, moestuinboeken, wandelgidsen, vogelgidsen, paddenstoelengidsen, bomengidsen: you name it. We hadden het bedacht voordat we ons realiseerden dat de natuur ook nog eens thema is van de komende Boekenweek. 

Dus maar even het essay aangevraagd. De natuur: het is zo'n groot breed alomvattend thema, dat vooral verbazing en verwondering opwekt of het nu de Grote Wonderen der Natuur zijn of hele kleine. En het is met de klimaatverandering een heel politiek thema. Ik geloof dat het wel een intelligent essay is, hij snijdt veel aan, maar het raakt me niet zo. Wat moeten we hem vragen, als we hem gaan interviewen, is nu even de kwestie.

Deze special bulkt van de kwesties. Het is nog nooit zo lastig geweest een special te bedenken. Maar nu ik het eindelijk bedacht heb wil iedereen graag meedoen.

zondag 14 januari 2018

Römertopf revisited


Ik heb zin in een Römertopf-maaltje. Dat is lang geleden. Bij mijn huidige trage levenswijze in en om huis hoort ook slow cooking. Ik kies een viscurry-recept met in kerrie gekruide kabeljauw, wortel, doperwten, appel en banaan. Dat moet drie kwartier tot een uur in de in water gedrenkte Topf in de oven. Het is zó calorie-arm en gezond dat Bobby na afloopt een Himbeeren-witte-chocolade-crème uit de kelderkast tovert, die hij anderhalf jaar geleden meegenomen heeft uit het Ahrtal.

Als je denkt Römertopf, wat leuk! waar koop je die? Dan hoef je maar te googelen en je ziet dat ze online overal te koop zijn. Zoals https://www.pannenexpert.nl/bakken-en-braden/romertopf.html en vast oneindig veel op Marktplaats. Natuurlijk wil je liever naar een échte winkel. In Amsterdam had je leuke keukenspullenwinkels aan de Albert Cuyp, in Utrecht misschien Betsies Kookwinkel en/ of Dille&Kamille?

Het aardige is dat je het heel goed werkt met (een) gast(en). Je zet de oven aan als de gasten binnen komen (de Römertopf moet doorweekt in de koude oven) en ruim een uur later is het maaltje klaar. 

Foto voor Marg

Ik zou vandaag naar Marg, maar ik ga niet. Ik zie erg op tegen de autorit naar Den Bosch. Het idee van de mogelijkheid dat ik ga duizelen en flauwvallen moet geloof ik nog even slijten. Volgens Marg is het ‘suiker’. Zij vermoedt dat ik al snel na het eten weer een laag suikergehalte heb. Zij herinnert zich een fietstocht die we ooit maakten langs de Linge, dat ik plotsklaps niet meer kon en dat het instortmomentje met een boterham zo weer verholpen was. Iedereen die met mij loopt en fietst kent inderdaad die taferelen: Ik-Kán-Niet-Meer, al jaren, waarbij ik graag theatraal op de grond ga liggen. 

Volgens haar gaat de bloedproef die ze nu bij mij gedaan hebben dat niet uit wijzen. Je moet - als ik het goed begrijp  - een uur na de maaltijd je suikerspiegel meten. Als die al snel erg laag is kun je een hypo krijgen. Dan kun je duizelen en flauwvallen.

Ik herinner me nog dat ik de fenomenen hypo en hyper omstandig bestudeerd heb (en hoe ingewikkeld ik dat vond) toen mijn laatste kat Vespa suikerziekte kreeg. Die moest meer dan een jaar tweemaal daags insuline. Op vaste tijden. Om 07 uur en om 19 uur. Dat was nogal beklemmend.

Als ik over hypo’s lees zóu het heel goed dat ik een hypo had. Het klinkt heel plausibel en ik haal onmiddellijk druivensuiker en mueslirepen voor in mijn damestasje. Dit inzicht nemen we mee in het voortgangsoverleg met de huisarts.

Het is erg fijn om het leven in al haar facetten door te nemen met Marg. Dat doe ik al meer dan 40 jaar.  Nu ik niet naar Deb Bosch kan komen doe ik maar een wandeling naar Oud Zuilen en weerom, en eerst drie boterhammen in de maag. Het gaat helemaal goed. 

Deze foto maak ik onderweg. Voor Marg. In de iCloud vind ik ook nog een foto van haar in Oud Zuilen. 2016. Volgende week kan ik hopelijk weer wel naar Den Bosch.

Hypo:

Geluk

In onze bibliotheekkamer ligt op tafel een klein boekje van Herman Pleij, getiteld ‘Geluk!? Van hemelse gave tot hebbeding’. Bobby meent dat ik het ooit meebracht van de redactie, omdat ik dacht dat hij dat leuk vond. Dat is geloof ik niet zo. Het is het essay bij de afgelopen Maand van de Geschiedenis 2017. Het thema van die Maand was ‘geluk’, door de eeuwen heen wel te verstaan, en dat begrip werd gedurende die maand op vele wijzen geëxploreerd. Ik snap die themaweken als marketing-instrument en laat ze daarom meestal aan mijn voorbij gaan. Maar later kunnen ze je toch ineens verrassen.

Dus ga ik dat boekje maar eens lezen. Herman Pleij ken ik eigenlijk alleen  televisieoptredens bij praatprogramma’s, hij hoort tor de categorie zeer welbespraakte geestige wetenschappers. Hij is emeritus hoogleraar Middeleeuwse letterkunde en een begenadigd causeur. Alleen al de manier waarop hij spreekt maakt het de moeite van het luisteren meer dan waard. Zo’n specifieke kennis en zo knap die naar een algemeen publiek over te brengen.

Maar bij dit boekje gaat het toch een beetje mis. Hij begint met een geestige verhandeling over het menselijk zoeken naar geluk dezer dagen, waarbij geluk een veel te breed containerbegrip geworden is. Geluk is een must, bijna een plicht. Geluk is een moment dat je af en toe komt aanwaaien, en vaak ook niet, maar wij hebben het gevoel dat geluk maakbaar is met mooie uitstapjes, lekker eten, luxe wellness producten, meditatie, kunst. Anyhow, daar gaat het eerste hoofdstuk over en het is puur genieten, zijn observaties, zijn brede kennis en geestige rijke woordkeus. 

Maar dan stapt hij over naar hoe de kerk in de Middeleeuwen de mensen afhield van welk geluksgevoel dan ook, vooral seksueel genot/geluk, want het geluk was gereserveerd voor het hiernamaals. Waarom? Een paar hoofdstukken is het wel onderhoudend, want Pleij is nu eenmaal onderhoudend, maar na verloop van tijd dan denk je: Why? Als ik wat resensies googel blijken de recensenten het allemaal met mij eens. Hij is bezig met een proefschrift over erotiek in de Middeleeuwen, en dit zijn wat vingeroefeningen ofzo.

Het is wel een aardige toevoeging aan mijn persoonlijke leesgeschiedenis. Tót ik uit huis ging las ik uitsluitend uit de bibliotheek. Mijn studiejaren begon ik een bibliotheek te bouwen kocht ik vooral boeken bij De Slegte en bij de ECI (steeds weer die aanbieding: 3 klassiekers voor een tientje). En een van de eerste nieuwe boeken die ik kocht was ‘Geluk is ook niet alles’ van Paul Watzlawick.


zaterdag 13 januari 2018

Brand!

Gelukkig is er afleiding. Er zijn jongens met vuurwerk op straat en die hebben dat in de afvalcontainer voor ons huis gegooid. Ik moet zeggen, ik heb er niets van gemerkt, maar Bobby die op zijn computer gaat zoeken op ‘wortelkanaalbehandeling’ roept dat ik een foto moet maken voor het blog. Ramptoerisme voor de eigen deur: alle buren op straat, heel gezellig.

Buurjongetje Liam staat wat te bibberen in hun deuropening. ‘Lucie!! Wanneer gaan we weer tekenen?’ Dat is nog eens een mooie afleiding en aanmoediging.

Kiespijn

Jut en Jul. Bobby heeft kiespijn die erge zeer doet, en tegen de avond wil hij niet meer tot maandag wachten maar op zoek naar spoedeisende tandzorg. En wel nú. Na al mijn gedoetjes wil hij ook wel eens wat. De site van de tandarts verwijst daarvoor door naar het St. Anthonius Ziekenhuis in Leidsche Rijn, maar daar zeggen ze de hele avond al volgeboekt te zijn. ‘Probeer het zondagochtend maar weer’, is de boodschap. 

Gelukkig is Google mijn tweede naam en zo vind ik uit dat ook het Diaconessenziekenhuis tegenwoordig aan Spoedeisende Mondzorg doet, overigens pas sinds december 2017. Daar kan hij nog net wel terecht. Om 21.20 uur. En slikt u onderwijl maar Ibuprofen naast de paracetamol, zeggen ze. En: U moet niet raar opkijken, maar we zijn nog niet helemaal klaar: we zitten nog in een bus op de parkeerplaats bij de spoedeisende hulp.

Het is inderdaad een bijzondere ervaring: tandartsenzorg in een bus. De ene helft van de bus is wachttkamer, de andere behandelkamer. Er zit alleen een vouwdeur tussen die ruimtes, dus je hoort alles. Bij een vrouw is haar kroon afgebroken. Een man heeft schele hoofdpijn die loopt van zijn kies tot bovenin zijn hoofd. Maar hij is heel bang en nu hij hier is in de hoofdpijn ineens weg.

Bietjesrisotto

Risotto met bietjes, pijnboompitten en geitenkaas op een bedje van rucola: een prachtig en héérlijk maaltje. Zou zo in De Veldkeuken (waar ik gister was) geserveerd kunnen worden. In het recept staat boekweit-risotto, maar onze Albert Heijn heeft dat niet. Dat geeft niet. Ik heb het gewoon met risottorijst gemaakt.

Het is wel raar om weer in AH te zijn, omdat ik daar woensdag ‘flauwgevallen’ ben. Zo noemt Nichtje het. ‘Collaps’. Zij belt om even mee te helpen een een diagnose te stellen, maar dat valt niet mee. Ook de vraag: hoe vóelde het? komt weer langs en dat ik dan anekdotes ga vertellen. Had ik lage bloeddruk? Had mijn hart gejaagd? Het is moeilijk om een diagnose te stellen, zegt ze, als het niet meer aan de hand is. 

In de AH herbeleef ik het allemaal weer een beetje. Maar ditmaal kom ik veilig buiten met mijn bietjes en mijn geitenkaas. Kan het recept zéér aanbevelen.

vrijdag 12 januari 2018

Slow

De vrije dag. Je wordt er toch een beetje onzeker van. Moet ik nu de hele dag op de bank liggen? Om geen gevaar te lopen? Nee toch zeker! Daar ben ik niet voor in de wieg gelegd. In de middag besluit ik tot een slow uitje in Amelisweerd. Dat is nog wel 26 minuten rijden, maar niet over de snelweg, en je bent altijd in de buurt van museum MOA,  Theehuis Rijnauwen en café restaurant De Veldkeuken.

Een slow uitje is heerlijk. Het had misschien nog wel twee keer zo traag gekund. Net als bij meditatief lopen. Stapje voor stapje. Nu ben ik gebiologeerd door boomschors, wilgjes, rimpelingen in het water,  Chinese kunst in museum MOA. Ik trakteer mezelf maar eens op verrukkelijk gevarieerd en smakelijk en gezonde slow food in De Veldkeuken. 

Maar het is goed dat ik om half vier thuis ben, want er is alweer nieuws dat we bijna gemist hadden. Quick quick slow.

Prikken


Ik was dus eergisteren in de Albert Heijn onderuit gegaan. Hoe noem je dat? Onwel geworden. Van mijn stokje gegaan. Onder het boodschappen-halen-het-is-soms-geen-pretje werd ik heel duizelig, ik kon de weg tussen de schappen laat staan naar de uitgang niet meer vinden en ging toen blijkbaar onderuit. Dat ik de weg niet meer wist: dat weet ik nog wel, ik bevond me een soort escape-room, maar dat ik onderuit ging, dat herinner ik me niet meer. 

Wel herinner ik me dat ik weer stond, een zorgelijke mevrouw riep er een employee bij, die een stoel haalde en mueslirepen en kopjes water. Het was net spitstijd met veel klanten en rekken en dozen. Ik zat enorm in de weg. 'Heeft u wel gegeten?' vroeg de employee. En: 'Wel naar de dokter gaan he?' Op een gegeven moment ben ik toch maar gaan afrekenen en ben ik aan de fiets naar huis gelopen. Daar zag ik dat ik een blauwe elleboog had, dus ik moet een aardige klap gemaakt hebben. 

Nu zit ik in de wachtkamer bij de Utrechtse bloedprikdienst Saltro. Zo leer je je stad kennen. Het is een bijzonder klantonvriendelijk gebouw. Er is een lange smalle gang waar de patiënten naast elkaar op een stoel zitten en een ruimte om te prikken, zonder ramen, zonder daglicht. Dat was in Amsterdam wel anders. Daar was een mooi bloedprikdienstgebouw met hele leuke beetje extravagante medewerkers.

De huisarts waar ik gisteren was had geen idee nog. Het is niet de eerste keer, vertel ik. Ik word al anderhalf jaar af en toe heel duizelig. Het gebeurt vooral op de fiets, en tijdens wandelingen in de natuur. En soms in de auto naar Den Bosch ter hoogte van Beesd. Hij weet het ook niet. Als je het googelt lees je dat een op de drie klachten bij de huisarts duizeligheid betreffen. En dat dat vele oorzaken kan hebben. En soms ook niet te achterhalen is. Maar erbij omvallen is geloof ik een gradatie erger. Eerst maar bloeddruk meten en bloed prikken. Vier kruisjes heeft hij gezet. Vier buisjes dus.

donderdag 11 januari 2018

Amy again

Ik ben een beetje ziek, of niet, dat zal de tijd uitwijzen, en ik sla weer heerlijk aan het tekenen. Amy Winehouse denk ik, die vind ik geweldig qua zang en uitstraling - in haar betere tijden dan. Ik vind 'm m best mooi geworden, maar tot mijn verbazing blijkt - als hij af is en goedgekeurd en  ingescand - dat ik deze foto al eens eerder uitgekozen heb. 4 juli 2014 was dat.

Van de honderden foto's die er zijn van Amy Winehouse is dit blijkbaar voor mij de ultieme foto van haar. Om te tekenen. In haar goede doen. Dit is een iets andere uitsnede, iets dichterbij, maar uiteindelijk gewoon dezelfde foto. 

Ludgerus

De heilige Ludgerus: hij stond tientallen jaren als een kalmerende aanwezigheid op het Bernhardplein en beetje bij de Jacobuskerk te staan, en nu is hij weg. Dat had ik even gemist. Sinds die kerk verkocht is aan de Evangelischen is hij verhuisd naar het Klooster Cenakel verderop in de wijk, bij de Roze Zusters.

Ludgerus (ook wel Liudger)  leefde in de 8e eeuw. Hij werd geboren in Zuilen. Hij moet als kleine jongen Bonifatius nog gekend hebben, die in 754 werd vermoord bij Dokkum.

Ik mis hem wel. Het eerste huis dat ik serieus bekeek om te overwegen om naar toe te verhuizen als ik dan toch naar Utrecht ging was om het hoekje precies bij die kerk. Bij dit beeld. Dat leek me wel wat, die mooie tuin om de kerk en dit beeld en meneer pastoor als overbuurman... Een brokje jaren vijftig sentiment in het 21e-eeuwse bestaan. 

Dat doet me dan weer denken aan de boeken van Don Camillo, die ik als puber leende bij de bibliotheek te Emmen/Angelslo en waar ik bijzonder van genoot. Het waren satirische verhalenbundels over een dorpspastoor, een communistische burgemeester en de rest van het dorp. Deze boeken zijn later verfilmd, met Fernandel als pastoor.


Telefoonboeken

Lees net een bericht op Nu.nl dat de telefoongidsen nu écht gaan stoppen. Ik wist eerlijk gezegd niet eens dat ze nog bestonden. Maar ik herinner wel de opwinding over de telefoonboeken. Elk jaar kwamen er nieuwe en het was echt belangrijk dat je de nieuwste had. Dan had je de betrouwbaarste nummers. Er was immers geen andere manier om aan telefoonnummers te komen. Je kreeg alleen het telefoonboek van je eigen woonplaat. In het Postkantoor en de bibliotheek kon je de edities van het hele land inzien. Die waren gekartonneerd.

Via het telefoonboek kon je bijna iedereens adres vinden. Er waren maar weinig mensen die er niet in stonden. Volgens mij betaalde je er als ontvanger niet voor. Het distribueren van die telefoonboeken was elk jaar een mega-operatie. Ik herinner me dat nog uit de studententijd, ik spreek nu over eind jaren zeventig, ik woonde met vier andere studenten op een bovenhuis. Dan lagen er maar twéé telefoonboeken op de de trap. Je moest er als de kippen bij zijn. Maar vaak lagen de stapels van waaruit gedistribueerd werd dan nog ook ergens in de straat en kon je er nog wel een pikken.

dinsdag 9 januari 2018

Frau und Auto

Auto’s zijn best een beetje een thema voor sommige van mijn vriendinnen - en mij. De verhaallijn Frau und Auto. Zo zaten we een keer aan een Kerstdiner bij mij aan de Zeeburgerdijk waar de drie aanwezige vrouwen alle drie een opschepperige auto hadden waar zij schaamteloos over opschepten, en van de drie aanwezige mannen hadden twee geen auto. en de derde een krotje. Wel is het alweer jaren geleden dat de vriendinnen zelf foto’s instuurden voor mijn verhaallijn Frau und Auto. 

Deze foto heb ik maar zelf gemaakt. Hani501 heeft een Landrover gekocht en ze noemt hem ‘Het Beest’. Hij is bedoeld om de paarden mee te kunnen trekken, maar ze heeft nog geen trekhaak. Ik heb er nog niet in gezeten, laat staan gereden, want ik was met mijn eigen ‘Porsche’. Ik wil ook graag een trekhaak, maar onder mijn ‘Porsche’ past geen trekhaak.

maandag 8 januari 2018

Kathleen

Dat is leuk! Ik krijg een bestelling van een ‘schilderij’ van mij: van de zangeres Kathleen Ferrier. Ooit startte ik mijn blog met tekeningen omdat ik er maar niet in slaagde een website te maken met Wordpress. Wil iemand mij dat leren??? Toen ben ik maar doorgegaan met het mij bekende Blogger. 

Het idee was toen dat ik alsnog kunstenaresje zou worden. Via mijn site konden de mensen dan mijn tekeningen kopen, al dan niet ingelijst, maar verder dan ordners vol tekeningen en het ene boekje met tekeningen van Japanse schonen is het 'kunstenaarschap' nog niet gekomen. Het boek is uitverkocht, zie ik nu op de site van de uitgeverij. Het is vast in de ramsj gegooid. Op Boekwinkelstjes zijn wel war exemplaren te koop. En voor wie het wil hebben: ik heb er zelf ook nog enkele tientallen.

Ik stuur de tekening zo maar op naar de mevrouw. Vragen wie ze is, en waarom Kathleen Ferrier. Ik was de hele tekening helemaal vergeten. Best mooi.

zondag 7 januari 2018

Vesper

Dat de Vesper in de Domkerk pas om 19u begint vind ik wel lastig - eten we nou vóór die tijd eten of na afloop? -  maar we geven ons er maar aan over. Zolang er geen voetbal is (het is Winterstop) zegt  Bobby kan hij mee. We doen niet 25 minuten met de fiets (Hú) maar met de bus.

Ik vind het weer een verrukkelijke sfeer. De vier rijen mensen tegenover elkaar in de kloosterbanken,  de trage beurtzang. Vandaag zingt de cantorij 'Reges Tharsis' van John Sheppard. Er is een Werkgroep Vespers die helemaal gek van de vespers: het is twee maal per week, op zondag en woensdag, er zijn meezing-oefen-vespers en af en toe heb je ook nog een inleiding op vespers met inleiding, meezingen en maaltijd. Je daalt er heel snel af en de stilte van je ziel, wat thuis niet altijd zo lukt. 

Bobby weet dat de Janskerk op het Kanskerkhof elke vierde zondag van de maand een Vesper doet met een volgens hem nog mooier koor, namelijk de Scola Davidica, en dat is om 17u. De Monthly Choral Evensong. Dat is misschien nog beter.

Forest bathing

De lunchafspraak in Wijk bij Duurstede gaat niet door en dus kunnen we uitslapen en de dag opnieuw invullen. Het wordt een uitje naar het Zeisterbos, dat ik het leukste bos in de omtrek vind. Een bezoek aan een bos werkt heel helend. In Japan is dat ook al lang uitgevonden en nu ook wetenchappelijk onderbouwd. Binnenkort verschijnen er twee boeken over de Japanse kunst van het ‘bosbaden’, die  'Shinrin-yoku' heet: forest bathing in eigen huis, tuin, park of bos.  Het ene boek is van de Nederlandse journaliste Annette Lavrijsen (verschijnt bij Ambo|Anthos), het tweede van een Chinese Dr. Qing Li (verschijnt bij A.W. Bruna).

Volgens het  principe van 'Shinrin-yoku' heeft de natuur niet alleen het vermogen haar bezoekers te verwonderen en te ontspannen, maar vergroot zij daadwerkelijk ons fysieke en mentale welzijn: bloeddruk, hartslag en adrenalineniveau dalen opvallend.  Er is een wonderbaarlijke verwantschap tussen de natuur, ons lichaam, onze geest en ziel.

Dr. Qing Li doet al jaren onderzoek naar de gezondheidsvoordelen van Shinrin-Yoku. Hij belooft  in zijn boek te laten zien hoe je optimaal van de voordelen van deze natuurtherapie kunt profiteren, zowel in de buitenlucht als in eigen huis en tuin. Wij zullen het zien. Vandaag beleefden we het volop te Zeist.