De huisarts die niets kon vinden dacht dat hij misschien een ruisje had gehoord en stuurt mij naar de cardioloog. Dat is vandaag. Ik zit er vooral in de wachtkamer, naar de mensen kijken. Af en toe komt er een dame, een zuster? - ik weet niet hoe hun functies heten. Een maakt een hartfilmpje, ofwel ECG, maar daar is niets bijzonders op te zien, en dat ruisje hoort ze ook niet. Een ander maakt een echo, en daar is ook niets aan te zien. Zij zegt: als ik u in de Albert Heijn had zien flauwvallen, dan had ik u niet naar huis laten lopen maar ik meteen de ambulance gebeld.
De cardioloog is een meneer en tevens een echte professor. Het onderzoek krijgt een vervolg. Volgende week krijg ik een etmaal een ‘holterkastje’ om dat 24 u mijn hart meet (niet douchen) en daarna de ‘kieptafeltest’. Wat zegt u? Kieptafeltest. Dat moet ik even opschrijven hoor, zeg ik, dat is een woord dat niet landt. Er gaat een wereld voor je open.
Na afloop rijd ik maar naar Peeq. Peeq, wat me nu weer overkomen is! Mag ik even bij je komen wenen? Natuurlijk moeten we ook heel hard lachen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten