Luigi komt eten. Ze heeft 50 rode tulpjes mee, tulpen uit Amsterdam. ‘Misschien wel voor het laatst’, zegt ze erbij. Wat? Denkt ze dat ik doodga? Gaat ze zelf dood? We zitten qua leeftijd wel in de gevarenzone. Maar we blijven goede moed houden, toch? Denk ik terwijl ik 50 tulpen snijd en in twee vazen zet.
Maar nee, dat is het gelukkig niet. Maar ze is nu een halfjaar met pensioen en zij en haar Gus gaan verhuizen, Amsterdam uit, naar buiten, naar een huis met een grote tuin en uitzicht over de velden. Naar Almen. Ja ik weet waar Almen ligt, tussen Zutphen en Lochem. Ik ken het omdat mijn eerste verkering te Groningen een oma te Almen had. Daar fietsten we dan naar toe. Het was een heel leuke oma, zij en ik konden goed met elkaar. Toen de verkering uit was ben ik geloof ik nog eens alléén bij haar langs geweest maar dat stelde ze niet zo op prijs. Een éx-vriendinnetje van je kleinzoon op bezoek, nee. Er zijn grenzen.
Hoeveel inwoners heeft Almen, vraag ik en Luigi gokt 1500. En ik vraag en zij vertelt nog veel meer. Als ik weer thuis ben ga ik onze hele conversatie nog even na-googelen. Allereerst het huis. De plek. De bouw. De vraagprijs. Almen heeft 1178 inwoners, lees ik, en een beroemd etablissement ‘De Hoofdige Boer’, en een supermarkt Superr!! die gedreven wordt vanuit zorginstellingen met personeel met-afstand-tot-de-arbeidsmarkt. Het zijn grote goed-geassortimenteerde winkels in dorpskernen waar geen winkels meer zijn, maar je moet als klant geen haast hebben. Ook dat gegoogeld: dat Super!! is een supermarktketen met inmiddels 12 winkels. Van die twee keer dat ik er als 19-jarige kwam herinner ik me een brink.
We gaan naar ‘t Dikkertje, mijn lievelingsGriek aan de Amsterdamsestraatweg. Ik vraag het meisje dat ons bedient waarom het restaurant heet zoals het heet, omdat ik altijd zo mijn best moet doen om mijn gasten te overtuigen dat we echt naar een heel leuk lekker goed resttaurant gaan. Ze zegt: Kijk maar in de keuken. De kok, dat is mijn vader. Hij heeft dir restaurant nu 13 jaar. Eerst wilde hij de zaak ‘Dikkertje’ in het Grieks noemen: κοιλιά, maar dat bekt ook niet lekker voor Nederlanders. Ik geloof tenminste dat ze κοιλιά zei, ook dat woord heb ik gegoogeld. Misschien zei ze iets heel anders.
We nemen het verrassingsmenu, krijgen enorme lekkernijen en hebben een verrukkelijk onderhoudende vreugdevolle vertrouwde avond. Daar was ik na een week werken wel aan toe.,We gaan weer vaker samen eten, zo ver is Almen niet..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten