zaterdag 30 juni 2018

Meneer Linh

Wat een wezenloze dag. Zo heet. Buiten is het niet te harden. Binnen is het beter, met alle gordijnen gesloten. Maarten komt vanmiddag wandelen en eten dus ik maak een aantal gerechten vast van tevoren: gazpacho, rabarber-aardbeien-compote. Mmm. Ik lijk wel een veganist.

De oplossing voor deze hitte is binnen blijven en een boek lezen. Gelukkig heb ik gisteren een prachtige novelle gevonden bij de bibliotheek. Philippe Claudel ‘Het kleine meisje van meneer Linh’, verschenen in 2005. Hij vertelt het verhaal van een oude man die voor oorlogsgeweld is weggevlucht uit zijn land waar hij alles is kwijtgeraakt: zijn dorp, zijn kinderen. Hij heeft een baby bij zich, zijn kleinkind, voor wie hij heel zorgzaam is. Welk land hij ontvlucht is en naar welk land hij toe gegaan is blijft ongewis. Hij is ontheemd, snapt weinig van wat er om hem heen gebeurt, verstaat niets. Eerst komt hij te wonen op een slaapzaal in een asielzoekerscentrum met een paar families met wie hij geen contact heeft maar die toch zijn taal spreken. Daar in de buurt op een bankje in een parkje raakt hij bevriend met een grote dikke man die zijn vrouw net is kwijtgeraakt en al verstaan ze elkaar niet, ze raken zeer op elkaar gesteld en aan elkaar gehecht. Tot het asielzoekerscentrum dicht gaat en de oude meneer Linh naar een gesloten inrichting gebracht wordt waar allemaal oude mensen wezenloos voor zich uit zitten te kijken. En dan gaat deze oude man met baby (die uiteindelijk een babypop blijkt te zijn) in die vreemde grote stad op zoek naar zijn vriend. Het is ontroerend prachtig klein geschreven. Vanuit de oude man. 

De vluchtelingencrisis. De media staan er bol van. Dag in dag uit. Ik blog er niet over, wat kan ik erover zeggen. En houd het bij mijn eigen kleine thema’s. Maar er is ook die splijtzwam in de wereldpolitiek. Niet te bevatten zo groot. En dan daarover zo’n mooi klein boek.

Ik zie dat er ook een theaterstuk van gemaakt is waarbij één acteur (Koen De Sutter) de rol van de beide oude mannen speelt. Maarten weet te vertellen dat Lidewijde Paris dit boek als voorbeeld gebruikt bij haar lezingen over literatuur.


vrijdag 29 juni 2018

Jonge vrouw

De film ‘Jeune femme’ draait in ‘t Hoogt. Hoofdpersoon is de 31-jarige Paula die het huis uit gezet is door haar oudere vriend, een fotograaf, met wie 10 jaar als geliefde en model heeft geleefd. De film won eerder dit jaar een prijs in Cannes als beste debuutfilm. Hij is gemaakt door een vrijwel vrouwelijke crew. De regisseur heet Léonor Seraille.

De film begint als ze het appartement is uitgezet en ze met haar hoofd tegen de voordeur bonkt en met een woedend chaotisch verhaal bij de crisisopvang belandt.  Daar staat ze dan. Ze heeft na school weinig meer bij geleerd, heeft als muze een luxe leventje geleid en nu staat ze met lege handen. Zelf gedaan. Eerst is ze vol ongeloof en behoorlijk hysterisch, maar gaandeweg steeds realistischer. Baantjes zoeken. Kamer zoeken. Moeder opzoeken die ze ruim 10 jaar niet gezien heeft en die haar nu niet meer wil zien. Kennissen maken. Fouten maken. Aanklooien. Maar toch ook goede vrienden maken met het meisje voor wie ze nanny is. Een Afrikaanse man die als bewaker in een winkelcentrum werkt. Het is een hele rauwe maar toch lieve film.

Aan het eind wil de fotograaf haar weer terug, maar hij is laatdunkend over alles wat zij nu voor zichzelf verworven heeft. Het baantje in de lingeriewinkel, haar kamer. En wat de toekomst ook brengen moge: terug naar hem zal ze zeker niet meer.

donderdag 28 juni 2018

Het zusje

Nu heb ik in mijn Galerie weer geen afdeling voor báby’s. Ik kan toch niet doorgaan met categorieën toevoegen? Ik ben naar Nichtje geweest, die nu al twéé Bébé's heeft, die dat best eng vinden, een oudtante. Ik ben er van 13-16 uur, maar je moet geloof ik nog net iets langer blijven, willen ze je hun gulle lach schenken.

Ze zijn adembenemend, de Bébé's. De oudste is nu anderhalf en leert steeds meer kunstjes. Ze ligt in haar ledikantje en heeft zelf het 'kleedkussen' van de commode getrokken om op te liggen. Als ze wakker is en klaar om deel te nemen aan het sociale gebeuren heeft ze dat kussen weer netjes terug op de commode gelegd. 

woensdag 27 juni 2018

Honderd gedachten

‘One hundred thoughts’ heet dit kunstwerk van de Nijmeegse kunstenares Seet van Hout (1957). Het hangt in Museum Het Valkhof in Nijmegen. Het zijn 100 schilderijtjes, 10 x 10, variaties op een thema, prachtig vind ik het. Het zijn net pupillen van ogen, of van die plakjes gesteente. Als je er maar één blik op werpt is alles een beetje hetzelfde, maar als je blijft staan en blijft kijken is elk doekje een universum. 

Het is eindelijk dat ik weer eens naar Museum Het Valkhof ga. Ooit bezocht ik er een tentoonstelling met middeleeuwse miniaturen uit het gebedenboek van Maria van Gelre, die ik erg mooi vond, maar daarna las ik over het museum voornamelijk alarmerende berichtgeving, dat het niet goed genoeg was, weinig bezoekers, niet spraakmakend of toonaangevend, wanbeleid geloof ik ook, en dat de gemeente de subsidie stopte. 

Nu zijn ze toch doorgegaan met een nieuwe directeur Hedwig Saam, een nieuwe visie en nieuw beleid. De nieuwe directeur  maakte hiervoor van het Nationaal Militair Museum in Soesterberg tot een succes. Het sentiment in Nijmegen is niet altijd positief, als je afgaat op reacties onder online-nieuwsberichten, vooral omdat de gemeente er jarenlang zoveel geld in gepompt heeft zonder succes. Nu moet Saam het hier waarmaken.

Ik weet niet precies wat er veranderd is: het museum heeft nog steeds twee peilers: enerzijds de archeologie van de stad, en anderszijds de hedendaagse kunst. Die archeologische vondsten worden nu geloof ik aantrekkelijker gepresenteerd, zodat je al bezoeker nieuwsgierig gemaakt wordt in plaats van afgestoten, en de hedendaagse kunst die ze tonen wordt vanaf nu meer geworteld in de eigen stad/regio. ‘99+ - Kunst van eigen bodem’ heet de tentoonstelling en 99 kunstenaars laten hun werk zien.

Wat ik aardig vind aan beide presentaties is dat je er heel echt in getrokken wordt. Beeld en teksten weten interesse te wekken en je nieuwsgierig te maken. Zo opent tentoonstelling over 99 kunstenaars met 99 zwart-wit portretfoto’s van de kunstenaars in hun ateliers, waardoor je je als stadgenoot met ze verbonden voelt en een glimpje inkijk krijgt in hun fascinaties en ambacht.

Er is bij de tentoonstelling een groot formaat boek uitgegeven, waarin alle kunstenaars een spread hebben, met het portret, het kunstwerk in kleur en een uitgebreide persoonlijke reflectie van de samensteller / schrijver Nico Huijbregts over zijn bezoek aan het atelier, de kunstenaar en het kunstwerk.

Ik ervaar het als een bijzonder uitnodigende tentoonstelling die je opent voor de vele verrassingen en veelzijdigheid die de eigen kunstenaars te bieden hebben. De dimensie die ze toevoegen aan het vertoog dat dagelijks via de media over ons heen valt met als invalshoek de economie, politiek, zorg, klimaat, om maar wat te noemen. Dit verstilt. Raakt de essentie. Je loopt er langs, je oog valt op iets, je kunt kijken en je laten raken, je kunt op zoek naar de achtergronden en betekenissen.

dinsdag 26 juni 2018

Pronk-erwt

Het is echt het jaargetijde van de lathyrus,  ofwel de sier-erwt ofwel de pronk-erwt. Als lichtgevende vlinders fladderen ze in de tuinen. Niet bij mij tot nu toe, maar bij anderen. Volgend jaar wil ik ze ook. De lathyrus hoort bij de vlinderbloemenfamilie. Er zijn 120 tot 200 soorten. Dat u dat weet. Het moeilijke van de lathyrus - en waarom ik er niet eerder aan begonnen - is dat ze zo ijl en lichtdoorlatend zijn en met zo veel. Wel weer mooi geworden, geloof ik. 

In wording

Het wordt zo langzamerhand een hele serie: de witte kolen. Dit is al de derde tekening. Witte kolen in wording. Bien vroeg laatst: 'Maar waar zìt die kool dan?' 'Die moet nog komen', antwoordde ik. En deze week komt-ie.

Elke keer kijk ik of ik een andere plant niet ook leuk om te tekenen vind, bijvoorbeeld de courgette, als hele plant, maar die kan ik niet te pakken krijgen. Het mooist is de bloem, maar die zit verscholen onder die enorme bladeren. Maar de kool blijft aan kop.

maandag 25 juni 2018

Dicte

Weer helemaal hooked aan 'Dicte'. Seizoen 3 wordt momenteel op tv uitgezonden. Het begon heel romantisch met een huwelijksfeest van Dicte en Bo, maar in de tweede aflevering zijn ze elkaar al helemaal kwijt. Bo is in  de eerste aflevering vlak na hun huwelijksfeest naar Syrië voor een fotoreportage, wordt daar gegijzeld en zijn vrijlating heeft heel veel gekost, letterlijk en figuurlijk. Ook mensenlevens. Dus als hij in aflevering 2 weer terug is, ligt alle pril geluk in duigen. Ondertussen lost Dicte ook nog moorden op.

Groenten

Koken uit de eigen tuin: als je rabarber hebt en aardbeien: wat ligt er dan meer voor de hand dan rabarber-aardbeien-compote? We hadden het in een Deens jampotje (van het beroemde Deense merk Den Gamle Fabrik) maar ik had het nog nooit zelf gemaakt. Het is een makkie! Mmm!

Ik oogst ook bieten en courgette. De bieten kook ik meteen. Vanavond komt Line eten. Behalve die rabarber-aardbeien-compote ga ik haar uit de tuin bij wijze van experimenteel bijgerecht ook bietenloof voorzetten. Bakken met ui en knoflook, net als snijbiet en spinazie. Ik voel me net een ouderwetse huisvrouw. 

Monster

Dit is de strandovergang bij Monster/Ter Heijde, kustdorpen in het Westland, tussen Scheveningen en Hoek van Holland in. Een beetje niksig en leeg. Wel lekker dus. 

Schoonmama verblijft daar ineens in een klein woonzorgcentrum, omdat ze weer longontsteking kreeg en te ziek was/is om alleen thuis te zijn. De vorige keer was ze naar het ziekenhuis in Schiedam gebracht en daarna naar het revalidatiecentrum in Vlaardingen. Maar naar een revalidatiecentrum mag men alleen als men uit het ziekenhuis komt, en voor het ziekenhuis was ze nu niet ziek genoeg, vond de huisarts. Dit Duinoord is een voormalig bejaardenhuis/verzorgingshuis dat jaren geleden van de politiek als zodanig opgeheven moest worden, en nu een nieuwe functie heeft gevonden: zieke alleenwonende ouderen tijdelijke verzorging bieden. Er werken vooral vrijwilligers. 

Ze krijgt hier eten en drinken en ze zorgen voor haar medicijnen en eventueel kan ze ‘s morgen met andere bewoners koffie drinken en middageten. Maar dat kon ze tot nu toe allemaal niet aan, dus ze vindt het erg saai. Een wat onpersoonlijke bejaardenhuis-kamer van 3 bij 4 en een halletje met badkamer en keukenblokje. Doet me denken aan onze oma die al rond haar vijfenzestigste naar een bejaardenhuis verhuisde. We spreken nu over de jaren zestig en zeventig. Zat ze daar de hele dag in dat kamertje voor het raam. Er woonden daar toen heel veel mensen. Hier heel weinig. Er loopt ook niemand in de straat.

Het valt haar allemaal zwaar, stel je voor dat ik nooit meer naar huis kan, zegt ze, maar we weten haar toch een beetje op te beuren. Even met een rolstoel de tuin in. Zal ik dinsdag weer komen, vraag ik als we weer gaan, en ze begint helemaal te stralen. Vorige week mocht ik niet komen, toen was ze té ziek en was ik als schoondochter toch niet eigen genoeg, denk ik.

Als om 17 uur de avondboterham komt gaan wij weg en een strandwandeling maken, met uitzicht op de industrie van de Maasvlakte. 's Avonds kijk ik naar een programma over 30 jaar hospices waar er nu al 150 van zijn in Nederland, die doorgaans een warm bad van zorg en aandacht zijn voor de bewoners. Dat is in dit opvanghuis niet. 

zaterdag 23 juni 2018

Hangende keukens

Twee beelden zijn in mijn hoofd dominant gebleven van het ‘uitje’ van de afgelopen dagen, die ik wel wil tekenen, maar ze zijn allebei best complex. Het ene beeld is van Borkum van de boulevard aan het strand met het muziekprieel. Het andere is van de hangende keukens in Appingedam. Weer eens wat anders dan een paprika of een boon. Veel meer werk ook. Ik heb er zin in.

Het is echter een onverwacht volle dag, en dat voor een vrije zaterdag. We krijgen ‘s avonds vrienden van Bobby te eten, en ik heb beloofd te koken, dus behalve de printer halen en installeren moet ik ook boodschappen doen en de moestuin gieteren. Er is uiteindelijk maar krap drie uur over en daarin móet een tekening komen. Lastig met dat perspectief en de spiegeling in het water: überhaupt de kleur van het water. Maar het lukt. Elke keer wer zo’n grote opluchting en diepe dankbaarheid als het ondanks sommige beetje verkeerde afslagen onderwerp toch weer lukt!

Als de gasten bij de rondleiding door het huis in mijn kapelkamer komen, waar de tekening nog ligt, reageert hij: ‘Op dat terras zat ik vorige week!' Hoe frappant. 

Printer

Misschien vraagt u zich af: Hoe is het eigenlijk met haar printer, die ze vijf weken geleden ter reparatie bij de BCC had gebracht ('Low Prices High Service'). Misschien denkt u dat ook niet, maar zelf denk ik het wel de hele tijd.

Anderhalve week geleden ging ik bellen naar de algemene BCC-Klantenservice (omdat je de winkel niet kunt bellen). Na 15 minuten in-de-wacht zei de Klantenservice dat ik de behandeling ook zelf online kon volgen. Dat had ik uiteraard al geprobeerd, maar mijn pogingen liepen steeds vast. Ze konden een melding maken en naar Canon sturen. 'Ja maar', zei ik, 'het zou max 21 dagen duren en daar zitten we toch wel ruimschoots overheen. Kunt u mij niet gewoon een nieuwe printer geven? Ze kosten nog geen 60 euro. Waar slaat dit op?' 'Nee, dat is niet de procedure', antwoordden ze dan weer. 'Wat is uw ordernummer? Wij gaan het navragen. U hoort van ons.'

Natuurlijk hoorde ik niets maar vanochtend is er dan eindelijk het verlossende mailtje: de printer is bezorgd bij BCC The Wall en ik kan hem ophalen. Dus ik er meteen naar toe. Ben benieuwd of er nog een reparatierapportje bij zit, of dat ik gewoon een nieuwe krijg. De verkoper: 'Nee, er zit geen rapportje bij. Maar u heeft geluk! U krijgt een nieuwe printer.' 'En moest dat nou echt 7 weken duren?' vraag ik. 'Nee, dat is niet de bedoeling.'

Ik ben echt chagrijnig. 'Mag ik even klagen', vraag ik. 'Ik bedoel een klacht indienen? Ik kom bij u vanwege de beloofde High Service. Maar op geen enkel moment heb ik daar iets van gemerkt. Ik kan de winkel niet bellen. Als ik de klantenservice bel sta ik 15 minuten in de wacht en kunnen ze ook niets anders zeggen dan we noteren uw vraag. En dan krijg ik geen antwoord.' 'Ja, maar u kunt wel naar de winkel máilen', zegt de verkoper. 'Dan zoeken wij uit hoe het met de reparatie staat.’ ‘Maar u antwoordt niet op mailtjes', zegt ik. Hij reageert niet eens met iets eenvoudigs als: ‘Mevrouw wat vervelend en sorry.’

Nu nog de printer installeren. Ik zie alweer honderd beren op de weg, vanwege dat hij alles via de wifi wil doen, en dat wil ik niet. Ik wil gewoon een printer aan een kabel. 

Als ik zes weken geleden de kapotte printer zes had weggebracht en zelf een nieuwe had gekocht voor 60 euro, dan had ik dit alles niet beleefd. Ik geloof dat ik dat beter had kunnen doen.

Miniaturen

Op het wensenlijstje staat ook nog Museum Møhlmann te Appingedam, van de kunstenaar Rob Mohlmann. Eigenlijk wilden we vóór de middagfiles weer thuis zijn en dit gaat pas om 13 uur open. Na enig gedelibereer gaan we toch. Het museum huist in een oude herenboerdetij en het hangt stampensvol miniaturen. Prachtig geschilderde kleine schilderijtjes, realistisch, ongelofelijk precies en fijntjes veel natuur, vogels, fruit, groenten, landschapjes, portretten, naakte vrouwen. Geen van de schilders kennen we. Deze kunstenaars vormen denk ik een heel eigen circuit. 

Het is een particulier museum, zonder noemenswaardige subsidie, maar desondanks heel populair. Veel publiek. 6 euro entree en bijna alle werk is te koop. Er is ook nog een beeldentuin om heen. De schilder Rob Møhlmann (1956) was altijd met zijn muze Laura, hij schilderde en zij deed het museum, maar sinds zij in 2010 overleed schildert hij niet meer en wijdt hij zich aan het museum, dat verder denk ik vooral op trotse en trouwe vrijwilligers draait.

Het maakt heel nederig: zulk precies fijn werk. 

vrijdag 22 juni 2018

Op diek

We gaan lopen rond Termunterzijl. Om er te komen rijden we eerst nog een stuk door het gruwelijk lelijke chemiepark Eemshaven, maar ineens is daar weer het oude land: te beginnen bij Termunterzijl aan de monding van de Eems. Nu is het een beetje een slaperig dorpje met zo’n 500 inwoners, maar ooit was dat anders en was het een belangrijke overstapplaats voor  de Groningers voor de veerboot richting Emden. Er was een zeesluis, en een gemaal (en dat is er nog steeds) en er was ooit een halte van de tramlijn van Groningen naar Delfzijl.  Nu zijn er een hotel met VVV en  een café met een leuk groot terras Teetied, maar er zijn geen mensen. Ik hoop maar op betere dagen wel. Er is ook een machinefabriek Bosker. Mutti heette ook Bosker en is in Noordoost-Groningen geboren.

Ik ben op mijn nieuwe witte Wolky-sneakers met metallic glimdingen gaan wandelen, omdat de Meindl-wandelschoenen zo loodzwaar zijn gebleken. Na deze dijk zitten ze vol schapenpoep. Niet alleen de zolen en zijkanten, maar ook het leer. Groene vlekken geeft dat. Door wat plassen lopen spetten help nauwelijks. Oeps.

donderdag 21 juni 2018

Te Borkum

Het is heel erg wind en regen als we het hotel te Delfzijl verlaten en richting Eemshaven rijden. Zwarte luchten en windkracht 5. In deze Noord-Oost-Groninger contreien met alle industrie en windmolens is het sowieso al behoorlijk spooky. Nu is het echt een omgeving voor een spannende crimi.

De overtocht Eemshaven Borkum duurt 50 minuten. Golven met witte koppen op de Waddenzee. Gelukkig raak ik niet zeeziek. Eenmaal op Borkum trekt het weer weer wat bij en hebben we fantastische dynamische wolkenluchten. En zandstormen.

Ik wil graag ver het weidse noordstrand op en naar het zeehondenrif, maar Will blijft liever in het stadje en het duingebied. Dus gaan we een poosje uit elkaar. Je mag niet al te dicht bij de zeehonden komen helaas, dus mooi op de foto heb ik ze niet.

Het is grappig om hier weer te zijn, een paar jaar geleden was ik er een week met Bobby in een februari-maart. Toen waren er heel weinig toeristen. Nu zijn er honderden bejaarden, jonge ouders met jonge kinderen, en schoolklassen op schoolreis. Iedereen probeert zich een beetje uit de straffe wind op een terras te nestelen. Veel bier en bockwurst aldaar. Eigenlijk moeten we gaan fietsen, maar daar is het veel te stormachtig voor.  

Tegen vijven vraag ik bij de apotheek om acupressuur-armbandjes tegen zeeziekte. Reise-übeligkeit. Ik heb ze thuis liggen maar heb er natuurlijk nooit aan gedacht die mee te nemen. Evenals de pilletjes tegen deze narigheid. De Borkumse apothekeres moet erom lachen. Ja van die armbandjes heeft ze gehoord. Nee die verkoopt ze niet. Dan koop ik maar tabletjes. Will neemt er ook een. De boot ligt echter heel stabiel op de golven. We vallen allebei in slaap.

woensdag 20 juni 2018

Te Delfzijl

Will en ik zijn naar Delfzijl. Ik hoor u denken: Delfzijl? Wie gaat er nou naar Delfzijl? We zijn er terecht gekomen door Voordeeluitjes.nl. We hebben er een driedaags uitje geboekt (twee nachten, 2 ontbijten, 2 driegangendiners, twee luxe kamers) voor 89 euri per persoon. We verblijven in Hotel De Boegschroef aan de haven. Het is een haven, niet meer en niet minder, en het hotel is aan de buitenkant prozaïsch jaren 60, maar heel goed en prettig en een Michelin-notering. Er zitten hier allemaal Voordeeluitjes-gasten. Hoe kan dat in godsnaam uit, vraag je je af.

Het idee was on langs de dijk een eind naar het noorden te lopen, maar dat blijkt niet te kunnen. Er wordt hier een enorm hoge zeedijk neergelegd. Bij de VVV zeiden ze vooral ‘Nee’. Nee. Nee, u kunt niet langs de dijk lopen nee. Verderop ook niet, nee. Een wandelkaart van de omgeving? Hebben we niet nee. Wel een goed idee! Ze heeft wel diverse wandelingen door Delfzijl zelf, zoals de Maigret-wandeling, maar niet naar Appingedam nee. Maar Appingedam is wel heel leuk. Een heel oud stadje aan het Damsterdiep. Daar heb je hangende keukens. Beeldschoon. En dan kan je met het Arriva-treintje weer terug naar Delfzijl.

Morgen gaan we met de boot naar Borkum. Vanaf Eemshaven.

dinsdag 19 juni 2018

Opbeuren

Gisteren met K. hadden we het over tekst over beeldende kunst. Zelf heb ik daar niet veel van. Werk spreekt me aan, of niet, en dan zeg ik 'Mooi!' of: 'Gewéldig!, maar dan. De kleuren? De sferen? De afbeeldingen? De associaties? Stel je wilt stukjes gaan schrijven over tentoonstellingen. Je hebt natuurlijk altijd de website en Wikipedia en de catalogus met veel tekst waar je op kunt voortborduren..

Ze wil een keer met mij naar het Emil Nolde-Museum in Noord-Duitsland, tegen de Deense grens. Die vinden we allebei erg mooi. Ik wil ook naar Paula Modersohn-Becker, die hangt momenteel in het Rijksmuseum Twente. Maar als je er over zou schrijven, wat dan? Ik heb een boek van Nolde met aquarellen van bloemen. Hij laat de verf fantastisch vloeien. 

Over mijn eigen tekeningen heb ik ook geen tekst, zeg ik. Het gebeurt gewoon. Ik teken dingen die ik onderweg tegenkom die me blij maken. En van het tekenen zelf word ik ook blij - als tenminste de tekening lukt. Ik vind ze meestal verrassend leuk. Ik probeer de vorm te vereenvoudigen, maar de kleuren moeten dansen. De raakheid van strips. Het wit wordt steeds belangrijker. Oogwit. Glans. Tegenlicht. Dat licht het op. Daardoor gaat het heeft het iets opbeurends. ‘En die donkerbruine lijntjes doe ik omdat het anders een knoeiboel wordt. Mét lijntjes wordt het geen knoeiboel.’ 'Paula Modersohn-Becker werkt ook met zwarte lijnen, hele dikke zwarte lijnen', zegt K. 

Misschien moet ik hier eens een dag op gaan zitten. Waarom? vraagt Bobby, Vincent van Gogh hoefde toch ook niet uit te leggen wat hij deed? Dat is nog eens mooie support. 





Gaai

Het verhaal van de gaai. Er is geen verhaal van de gaai. Bobby belt dat ze een conferentie hebben en dat er in de kerk een Vlaamse gaai rondvliegt. Ik weet niet of ik ooit een gaai heb gezien. Vast wel. Deze verdwaalde Vlaamse gaai is hongerig en dorstig, en met een schoteltje water op de drempel weten ze hem uiteindelijk naar buiten te lokken.

Het liefst teken ik koppeltjes vogels, dat vind ik mooi romantisch, maar koppeltjes Vlaamse gaaien kom ik veel niet tegen.

maandag 18 juni 2018

Rood

Ik ben de diner-aanbiedingen van Social Deal aan het uitproberen. Kijk maar online of in hun app. En zo heb ik vanavond ineens met K. een uit-etentje te IJsselstein. Dat ligt ten zuidwesten van Nieuwegein, er gaat een Utrechtse sneltram naar toe, vanaf het Jaarbeursplein. 

Het ritje voelt als vakantie, alsof je bijvoorbeeld in Berlijn naar een verre voorstad gaat. Heel anders dan wanneer je er met de auto naar toe zou gaan. Eerst maken we een toeristisch rondwandelingetje rond en door het oude centrum - wat een pittoresk oud-Hollands stadje is dit! - en dan de verrukkelijke drie gangen bij restaurant Rood. 

Dit Social Deal is een nieuwe vorm van adverteren, legt de ober uit. Het driegangendiner is - zeker voor Nederlandse begrippen - tamelijk spotgoedkoop, maar daarnaast gebruiken de gasten natuurlijk water, wijn en koffie, zodat de rekening ter plaatse toch nog verdubbelt. En wij hebben mooi een onverwacht een onvergetelijk exotisch avondje uit.

Cruisen

Omdat ik voor het ‘netwerken’ vlakbij de Nieuwe Meer ben doe ik een uitje naar De Oeverlanden. Ik ben erg dol op de Nieuwe Meer, maar heb dat stuk altijd een beetje een raar gevonden, vanwege de vele hunkerende mannen die daar rondlopen. Ik denk dat het daar veilig is voor alleenwandelende vrouwen, want de mannen die daar lopen hunkeren naar andere mannen, maar op de een of andere manier sta ik er toch altijd op scherp. Je wilt niet beroofd worden, waar dan ook van. Het is niet het soort mannen dat er speciaal gay uitziet. Maar misschien is hun anders, er zijn daar door de jaren heen veel meer woon- en kantoorwijken gekomen. Misschien is het nu anders.

Er staat een bord met een plattegrond en daarop is een roze vlak ingetekend: ‘cruise-gebied’. In dat gebied mogen de mannen nu vrijelijk cruisen. Daar buiten niet, hoop je. Ik hun het de mannen van harte, daar niet van, maar het blijft lastig dat je je daar als medewandelaar een beetje raar bij voelt. Ooit (toen ik in Amsterdam-Noord woonde bij Het Twiske, waar je ook van die terreinen had, maar zónder verklarend bord) had ik er felle discussies over met een vriend die die cruiseplaatsen een mooie oplossing vond voor al die brave huisvaders die niet uit de kast waren en niet naar Amsterdamse homokroegen durfden. Wat zeurde ik, die mannen waren toch niet op mij uit? Dat kun je wel zeggen, zeg ik, maar vrouwen zijn in de natuur altijd op hun hoede. En niet voor niets! We sloegen elkaar bijna de koppen in. Hoe verschillend mensen de wereld om hen heen kunnen ervaren. En dan is dit maar één terreintje.

In je eentje in de ‘natuur’, ik vind het fascinerend of ik me wel en niet veilig voel. Hier dus niet.

Netwerken

De UWV-ambtenaar zei het al: ‘Wij kunnen weinig voor u doen, u moet het hebben van netwerkgesprekken?’ OK, dan gaan we dan doen. Ik doe nu één sollicitatie en één netwerkgesprek per week. Gemiddeld. En een dagdeel surfen voor de sollicitatie en een dagdeel surfen voor het ‘netwerkgesprek’.

Hoe gaat dat dan, zo’n netwerkgesprek, vraagt u zich wellicht af. Nou je kiest wat werkcontacten uit die leuk waren. Mensen vinden het vaak best leuk om zo’n gesprek met je te voeren, maar allereerst kunnen ze nu even niet maar pas over 3 weken. Dat is goed. Tien uur, is dat goed? Ja dat is goed. Een dag van tevoren krijg je een mailtje of 13 uur ook goed is. Ja dat is ook goed. En dan kom je aan en dan blijkt ze toch nóg een dubbele afspraak te hebben. Dus je mag 20 minuten kletsen - 10 minuten gezellig sociaal en 10 minuten to the point - en dan weet je dat ze het hartstikke leuk vindt wat je voorstelt en ze staat er helemaal achter, maar omzet gaat nu eerst even vóór. Er is nu even geen budget voor. We houden contact! 

En dan sta je weer buiten. En dan kun je thuis op Werk.nl invullen dat je weer een netwerkgesprek had. Op  een dag wordt het wat.

Gisteren keek ik naar de eerste aflevering van een nieuwe Deense detective-serie Dicte, heftig! Maar dat is een ander verhaal. Een aantal scenes speelde zich af op een redactie en toen kreeg ik helemaal buikpijn. Want mopperen op lelijke te krappe redactieruimtes is één ding, helemáál geen redactieruimte is weer wat anders! Nu ben ik vanwege dat netwerkgesprek ook weer even in een lelijk kantoorgebouw aan de rand van de stad. Onder Amsterdam Slotervaart, net boven de A4. Hier werken allemaal ‘nerds’. Zou ik dat weer willen? 

zondag 17 juni 2018

But we had yesterday...

Mo nodigt mij uit om 10 dagen lang op Facebook de 10 mooiste platenhoezen te plaatsen. Wat een vraag. Wat zijn dat: de mooiste platenhoezen? Mooist in de betekenis van mooiste afbeelding? Mooiste muziek? Grijsgedraaide muziek?

Ik lig lui op bed in mijn geheugen te peuren. Meteen ben ik terug in de seventies en eighties, toen ik mijn eerste lp’s kocht.  Toen ik ging studeren had ik helemaal geen geld en was ik aangewezen op de uitverkoopbakken van V&D. Nu hebben we Spotify en allerlei andere kanalen, toen had je als je gratis muziek wilde alleen de radio.

Een eigen collectie was héél belangrijk, muziek waar je je mee identificeerde, waar je je gemoedstoestanden van rebellie en melancholie in herkende. Muziek die je op je draaitafel legde als je bezoek kreeg. Muziek die je luide meezong als je alleen thuis was.

Deze zestien albums komen het eerst en spontaan bovendrijven. In de platenkast staan er natuurlijk veel en veel meer. Het zijn - dat zie ik ook wel  veel tamelijk marginale zangeressen: de hoezen zullen bij weinig mensen een Aha-Erlebnis oproepen. Wil ik ‘likes’ genereren dan moet ik gangbaarder groepen en hoezen zoeken.  

De eerste die ik plaats is ‘Touch me in the morning’ van Diana Ross. Veel liefdesverdrietliedjes. ‘Touch me in the morning.... Then just walk away...  we dont’t have tomorrow... But we had yesterday...’ O wat zong ik dat mee op mijn zolderkamer aan de Bloemstraat 27.

Het zijn veel te veel hoezen en veel te veel filmpjes. Ik doe er acht. Voor  dames van mijn eigen generatie waarschijnlijk een feest van herkenning. 












Refo-meisjes

Gelezen: de roman ‘Hoor nu mijn stem’ van Franca Treur. Zeeuws refo-meisje. Van de bibliotheek geleend. Inmiddels is zij al 38, dus echt ‘meisje’ kun je haar niet meer noemen. De refo-schrijvers blijven maar komen, steeds weer nieuwe generaties. Ik heb er wat afweer tegen, maar misschien ben ik bang voor teveel herkenning. Deze hoofdpersoon Gina (eigenlijk heet ze van huis uit Ina, ze heeft het wat mooier gemaakt, herkenning 1). Haar geliefde heeft haar net verlaten voor een jonge studente, haar baan als radio-interviewer raakt ze kwijt, en ze gaat mantelzorgen bij haar oude Zeeuwse tante door wie ze ooit opgevoed is. 

Best een dikke pil. Ik lees door, aan een stuk, maar ik denk wel steeds: kon het niet wat korter? We lezen twee verhaallijn: die van haar jeugd bij opa en de twee tantes, die van de strengste stroming Gereformeerde Gemeente zijn, de refo-middelbare schooltijd te Middelburg, en de studietijd in Leiden waar ze nog lid is van een refo-studentenvereniging. En de periode dat haar verkering uit gaat, dat ze haar baan verliest en dat ze voor haar tante gaat zorgen. 

Ik kan er niet zo goed tegen, dat ze zo in dat wereldje blijft hangen. De schrijfster en de hoofdpersoon. Dat ze er niet los van komt. Natuurlijk herken ik veel, al heb ik alleen maar geleden onder de vrijgemaakt gereformeerde regelgeving en heb ik zelf nooit in enig theologisch of geloofsvraagstuk verdiept, maar wat hetzelfde is is de afstand tot de seculiere wereld groot is als je het huis uit gaat. Je gaat studeren en je kent hun gespreksonderwerpen niet, hun muziek niet, je hebt een negatief zelfbeeld. Je bent niet goed genoeg. Wie denk je wel niet. Ze reflecteert niet zozeer op de betekenis van dat nest, alswel dat ze de verhalen vertelt en herhaalt, verhalen gedrenkt in de tale Kanaäns.

WK Voetbal

Het was wel een disaster van de week toen Aziz Bouhaddouz de bal  in het eigen Marokkaanse doel kopte en daarmee Iran de zege gaf. Ik vind het heel leuk dat op radio en tv gezocht is naar een invulling voor de WK-programma’s nu Oranje niet meedoet. Op Radio1 volgen ze met Abdelkader Benali diverse Nederlands-Marokkaanse voetbalfans. Ook Rutger Castricum van PowNed maakt een reeks programma’s ‘Marokko op 2’  over Nederlandse Marokkanen voetbalsupporters. Heel erg leuk dat-ie het doet en hoe hij het doet. Behoorlijk open. Hij komt bij een Marokkaanse kapsalon, een modern café van jonge Marokkaanse ondernemers. Hij komt bij de mensen thuis. Ze hebben leuke gesprekken. Steeds weer over de polarisatie in de Nederlandse maatschappij waarbij alle Marokkanen over één kam worden geschoren, waardoor ze zich verl meer ‘Marokkaan’ voelen dan zeg 20 jaar geleden.

Het lijkt erop dat hij overal met open armen wordt ontvangen, wat nogal verbaast, maar zo was het ook niet, vertelt hij bij Jinek. Als hij met zijn kinderen op straat loopt en hij komt Marokkanen tegen is hij altijd een beetje beducht, vertelt hij, ook vanwege zijn rol op de Nederlandse televisie, en ze doen eigenlijk altijd aardig tegen hem. Hij is er verbaasd over.

Het gesprek bij Jinek gaat voor een groot deel over homoseksualiteit, dat dat hem nogal rauw op het dak viel, dat dat onderwerp zó taboe is onder moslims. Zelf zou hij ook wel even schrikken als zijn zoon homo zou zijn, maar dan zou hij hem toch helemaal steunen. Maar het programma gaat daar verder niet zo over.  

De serie heeft 4 afleveringen, 4 weken, maar het zou dus zomaar kunnen dat Marokko volgende werk al uitgeschakeld is...

zaterdag 16 juni 2018

Krulsla

Niet dat u er erg over in zit, denk ik, maar na al mijn alarmerende berichten over mijn mislukkende moestuin in Oud-Zuilen wil ik toch graag even laten zien dat ik hem nu toch enigszins onder controle heb. Ik doe minstens drie keer per week gieteren en onkruid wieden. 

De tijd van het niet-vergeten-te-oogsten is weer begonnen. Om de dag een courgette en de enorme kroppen (krul)sla  die - als je een paar dagen talmt omdat je geen krulsla nodig hebt - nóg enormer worden. Wil een halve krop krulsla, vraag ik aan Zus3. Alleen als-ie kléin is, zegt ze. Krijgt ze eenderde krop.

De spruiten staan er nu ook in en vandaag koop ik bij Vechtweelde zes plantjes bleekselderij die ik alleen al omdat de kleur van de blaadjes zo anders is zo leuk vind. Die kweek ik eerst in de achtertuin een beetje op. Op de ‘kweekplank’ staat nu paksoi, Chinese kool en bleekselderij.

De moestuin in wording:

vrijdag 15 juni 2018

Land-Art

Het eerste magazine van de nieuwe uitgever ligt in de bus. Oef. Is me wel weer een momentje. Valt het mee? Valt het tegen? En dan, wat is erger? In de inleiding door de nieuwe eigenaar wordt eerst Mandy bedankt, dan Eva de marketeer, en pas dan ik, en mijn naam ook nog eens verkeerd gespeld. Bien die al die jaren de magazines geredigeerd heeft wordt helemaal niet genoemd. Au au. ‘Loslaten!’ appen we naar elkaar.

Dat valt niet mee, want de plannen voor vandaag gaan ineens ook al allemaal niet door. Wat nu? ('Wat nu, wat nu, zei Pichegru')

Het wordt een uitje naar het Museumbos in Almeerderhout, het bos ten oosten van Almere-Haven. 25 minuten rijden. Ik was er al eens eerder, in december, toen de aarde nog woest en ledig was. Ik bewandelde er met K. het bomenlabyrint. Het was koud en glibberig, en we hadden het al circulerend over onze ervaringen met onze vriendinnen met kanker. Het viel niet mee, vriendinnen met kanker.

Nu is het zomer en begroeid. De vriendinnen zijn niet meer. Nu zijn hier  beukenboompjes in de rondte en daartussen hoge brandnetels. Het paadje is gelukkig geschoren, maar het centrum van het labyrint is wel overwoekerd met brandnetels. De tuinman zal niet begrepen hebben dat dat heilig midden het rustpunt moet zijn. In plaats van een plek waar je blaren krijgt.

Het Museumbos is best groot. En in the middle of nowhere. Er kwinkeleren vogels maar ik kom geen mens tegen. Is dat lekker? Is dat unheimisch? Allebei een beetje. Sinds de gruwelmoord op Anne Faber voel ik me toch weer iets minder veilig in mijn eentje in een bos. Ik ben een stadsmeisje, thuis in de parken en natuurgebieden aan de rand van de stad.

Het uitzicht over de eindeloze aardappel-akkers richting de dijk is eigenlijk heel veel  fijner.

Dat grenzeloos optimisme van de polder. Ooit werd-ie drooggelegd voor landbouwgrond en woningen, en toen moest-ie leefbaar gemaakt. De nieuwe Almeerders gingen niet de natuur in, ze bleven steken op hun woonerven. Toen hebben de optimisten dit Museumbos bedacht en kunstenaars gevraagd een perceel in te vullen. Land-Art. Naar het bos gaan in Almeerderhout is daardoor echt een belevenis. Nee, het is geen oerbos. Het is kunstmatig. Maar heel Nederland is kunstmatig. Hier in dit rechthoekige land zijn de bospercelen rond. Het Labyrinth, het Cirkelbos, een ronde Berg, en nog zo wat.

Dan ga ik op zoek naar De Groene Kathedraal van Marinus Boezem, geplant in 1987. Ik herinner me dat planten nog wel, maar ik ben er nooit geweest. Toen we hier in december waren konden we het niet vinden. Nu vind ik ze wel. Ze zijn al dertig jaar oud en indrukwekkend hoog. Eén kathedraal staat in een veld, de andere is een grasmat, uitgespaard in het bos.



donderdag 14 juni 2018

Trotse tante

Jongste Nichtje doet eindexamen conservatorium. Ze studeerde dacht  ik voor jazzzangeres, maar bij haar afstudeerconcert is ze richting soul gaan. Ze is niet alleen zangeres, ze brengt eigen nummers, heeft een hele band met 3 backing vocals en 4 violen op de been gebracht. En ze swingt als een gek. Ze is geweldig! Alleszins. Zo’n stem, zo mooi, zo totaal, echt, swingend, kwetsbaar, overtuigend... Wat zijn de woorden? De docenten zijn ook vol lof. Ze krijgt een 8,5. Ik hoop dat er een video gemaakt is, die online komt en dat ik die kan delen. Haar artiestennaam: Thirza Athalja.

Knutselen

Het is ongeveer vier uur knutselen, maar nu heb ik de Galerie opnieuw ingericht, met nu ook plaats voor de erwtjes en de kamelen, in de afdelingen 'De moestuin' en 'Dieren'. Dat herindelen kan natuurlijk niet eeuwig doorgaan. Want je moet overal alles aanpassen. En checken en dubbelchecken. En optimaliseren op de telefoon, zodat je niet tegen de mensen hoeft te zeggen: 'Kijk liever  op je laptop'. 

Het enige probleem is dat de nieuwe url's niet kloppen. Nu staat er ineens https://www.lucietheodora.com/kopie-van-vogels in plaats van https://www.lucietheodora.com/dieren. Maar weer een mailtje eruit: 'Hani501, Hélp!'

woensdag 13 juni 2018

Erwtjes

De moestuintjes worden steeds meer een inspiratiebron voor de tekeningen. De vormen, vooral van de jonge plantjes, die je tegemoet dansen. De chaos waar je je even goed op moet concentreren om te kiezen wat je er uit licht. Het licht. Altijd wanneer in het wit erin breng gaat-ie werken.,

De erwtjes in mijn moestuinbak: een paar weken geleden kocht ik  twee tuinerwtenplantjes. Twee boontjes vol erwtjes kwamen er van af en nu sterft de plant af. Wat moet men met een oogst van twee erwtjes? Een amuse maken voor twee, met één erwtje per persoon?

Ik vrees dat ik nu al mijn website moet ombouwen. Er missen afdelingen 'Dieren'en 'Groenteportretten'. Als ik nog maar weet hoe dat moet...

Verboden voor fietsen

Vandaag doe ik een netwerkgesprek in/op Papendorp. Dat is een nieuwe kantorenwijk klem tussen de A2, A12 en het Amsterdam-Rijnkanaal. Je ziet de futuristische bouwschetsen al voor je, maar het is er is heel mensonvriendelijk. Moeilijk om er te komen en moeilijk om er weer uit te geraken. Moeilijk om er te parkeren of je fiets ergens neer te zetten. Een fietsenrek of een parkeerplaats... hoe moeilijk kan het zijn. Dat detoneert geloof ik in de bouwschets.

Ooit ging ik er met de bolide naar toe, om daar de grote baas te interviewen. Toen was het ook al zo moeilijk vinden, omdat de navigatie-systemen er geen weg mee wisten. Nu ga ik fietsen. Als ik Google mag geloven is het vanaf mijn huis 23 minuten fietsen, de route is over de nieuwe Daphne Schippersbrug, de fietsersbrug die Leidsche Rijn en Oog in Al verbindt. Nol en Erni wonen onder die brug en zij denken dat iedereen vanaf die brug in hun tuin kan kijken. Dat is niet zo, kan ik ze nu vertellen. Je ziet niets.

Het is best een leuke fietstocht van mij naar daar. Eigenlijk helemaal langs het kanaal. Het is dé route richting Nieuwegein. IJsselstein. Nooit geweten. Open luchten, water. In Amsterdam-Zeeburg was ik er ook al zo dol op.

Ondanks dat ik 10 minuten extra genomen had vanwege mogelijk verdwalen arriveer ik toch een kwartier te laat op mijn date. Dat komt omdat in dit futuristische kantoorlandschap niet te zien waar men haar fiets kwijt kan. Uiteindelijk kies ik een vlaggenmast uit, maar pas als de fiets helemaal met kettingen vastgeklonken zit zie ik de sticker: ‘Verboden voor fietsen’. Wat nu? Uiteindelijk blijkt er een fietsenstalling in de parkeergarage onder het gebouw. Kan niet iemand bedenken daar bij de ingang een mededelinkje over te doen?

Nu ik toch aan die kant van het kanaal ben kies ik voor de terugweg een route door de wijk Leidsche Rijn naar het nieuwe prestigieuze Centrum aldaar, dat onlangs met veel bombarie is geopend. Het heeft inderdaad grootstedelijke allure, een beetje Parijs, maar je kan beter nog een jaartje wachten, want het is nog steeds een bouwput. Maar er zijn weer etages met woningen boven de winkels. Het winkelcentrum als kloppend hart van de nieuwe stad. De Vinexwijk een beetje leefbaar, hopen ze. 

dinsdag 12 juni 2018

Lunch

Ik heb een lunchafspraak met A. Hij werkt al zes jaar niet meer waar hij werkte en waar ik hem van ken, maar af en toe komen we elkaar nog op straat tegen en dan zeggen we: ‘We moeten nodig eens lunchen!’ De laatste keer zei hij er nadrukkelijk bij dat híj contact zou opnemen. Don’t call us, we’ll call you. En zowaar, vorige week kwam een mailtje met wat  datumvoorstellen.  

Zo zitten we bij restaurant De Veldkeuken in Amelisweerd te kleppen over koetjes en kalfjes, tot ik er achter kom dat hij denkt dat ik nog te Bunnik werk. ‘Weet je dan niet eh ...’ stamel ik. Nee, dat weet hij niet.

Dus ik probeer kort te vertellen wat er geschied is. ‘Dus je moest zélf maar concluderen dat je WW moest aanvragen...’ ‘Dus je hebt achttien jaar voor het vak gewerkt en je hebt helemaal geen dank je wel en afscheid gehad!’ ‘Ik snap heel goed dat je nog van slag bent.’ ‘Zie je je oud-collega’s nog wel?’ Hij is zo rechthartelijk meelevend en zonder enige terughoudendheid, dat de tranen me in de ogen springen. 

We praten daarna over musea en welke musea we allemaal mooi vinden. Heerenveen, Wassenaar, Gorssel. Den Haag, Zwolle, Rotterdam.  Ik laat hem mijn tekeningen zien - op de telefoon - en hij vindt ze allemaal prachtig. Ook zonder enige reserve. Heerlijk netwerken zo. Ik moet er helemaal van bijkomen. 

Memorial


Hier is het gedoe van de afgelopen dagen met de zilvervaren voorlopig op uitgedraaid. Misschien is er een kritieke datum voorbij, een datum dat er doorgaans een grafsteen klaar is en geplaatst wordt en dat er weer een fase van rouw voorbij is? 14 maart stierf ze. 20 maart was de uitvaart. Het is nu drie maanden later. 

Er is geen steen met Margs naam erop om naar af te reizen. Mijn memorial staat nu. Er zijn waarschijnlijk in diverse woningen kleine memorials. Ik zal ze hoogstwaarschijnlijk nooit te zien krijgen. Ik ben tevreden over de memorial op de boekenkast in mijn kapelletje. Simpel. Respectvol. Remember me, liet ze zingen tijdens de uitvaart. We zullen je niet vergeten.

Onder Margs memorial is dat van Mutti. Een foto van haar en mij toen ze nog redelijk goed was. En een bord met al haar plastic kralen. En een notitieblokje waarin ze alle adressen had geschreven. Met haar pregnante ouderwetse juffen-handschrift. Daaronder mijzelf in Maleisië. Circa 1995. Met Bartje ervoor. De kast is een bonte verzameling herinneringen aan vervlogen tijden.

Niet zo (links) maar zo (rechts)

Uiteindelijk raken we verzeild bij tuincentrum ‘Groen Goed Menken’ te Hommerts (bij Heeg) voor een prachtige brede blauw geglazuurde pot voor Margs varen. Zo begint het niet. Hani501 heeft de varen ongeveer ìn een der heggen bedacht,  en ik vind dat niet speciaal genoeg. Ik wil ‘m op afstand van de heg, maar wie ben ik, want ik moest zo nodig van de varen af en het is hun tuin. We lopen de varen almaar heen en weer te schuiven totdat zij ineens een stukje ‘onderhoudsarm’ bedenkt, bij het huis,  aan de buitenkant van de serre.  Op grijs grint.  Daarop kan mooi die grijsgroene varen. Bij Menken gaan we op zoek naar een mooie pot 

Menken is een erg leuk tuincentrum, omdat het niet zo gelikt is als de meeste tuincentra in de Randstad. En ze verkopen groenteplantjes los, à 0,20 cent. Bij de tuincentra hier gaan groenteplantjes per zes, zodat je als ze te ooogsten zijn vaak veel en veel teveel hebt. Ik vind er ook nog oude zakjes losse lonten voor onze tuinfakkels, waar ik al weken naar op zoek ben. 

Onder het avondeten zeg ik intens tevreden dat ik het gevoel heb dat er nu toch een beetje een gedenkplaats is voor Marg. Want als vriendin mis je dat toch na een crematie in familiekring. Ook al is Marg nooit in Heeg geweest en zou die gedenkplek in Den Bosch moeten zijn. Inge veert op. Hoezo? O, zij is niet op de hoogte van de herkomst en betekenis van de varen. Hun tuin is geen begraafplaats. 'Nee nee nee', haast ik mij te zeggen, 'het is gewóón een varen.' Ik voel me ineens Petrus in de Hof van Getsemane, die zegt ‘ik ken die Jezus niet’ en toen kraaide de haan drie keer.

Maar dat is het dus. Ik zal op zoek naar een wat kleinere blauwgeglazuurde pot voor de kleinere vervang-varen in mijn kapelletje. Met de ingelijste tekening. Dat wordt de échte gedenkplaats.

maandag 11 juni 2018

Varen

Marg had twee enorme zilvervarens in haar kamer. Ze had een ruime niet zo volle woonkamer en ze stonden er fantastisch weelderig. Welkom. Goeie sfeer. Ik prees Marg daar regelmatig om. Zodoende dat ik er een toebedeeld kreeg uit haar nalatenschap. Ik had het nog voorzichtig geprobeerd tegen te houden, maar dat gong niet. Marg vond het fijn om in wat spulletjes door te leven na haar dood. Dus toen haar zus belde of ik de varen kon ophalen zei ik natuurlijk ja. Het werd in mijn kapelletje op de kast. Maar kijk nou zelf, dat past toch niet? 

Hani501 appt of ik misschien een mooie hangplant weet. ‘Wéét?!?Ik hèb er een, en die mag je hebben. Ik koop een nieuwe verse kleinere en dan leeft ze bij mij in de kleinere varen voort. Maar bij nader inzien vindt Hani501 ‘m eigenlijk ook wel erg groot. Ze wilde een hangplant. 'Te laat!' zeg ik. Ik ga hem gelijk naar Friesland brengen. Want weg is weg. 

Ondertussen voel ik me een enorme verrader dat ik Margs varen weg doe. Wat kan men met zoiets in haar maag zitten! 

zondag 10 juni 2018

Rabarber rabarber rabarber

Wegens de aanhoudende warmte moet ik dezer dagen   elke avond gieteren, dus de liefde voor de groenten neemt weer wat toe. De rabarber (die ik in april plantte, die in mei helemaal niets deed en waarover Zwager4 een maand geleden heel overtuigend zei: ‘Rabarber doet het eerste jaar nóóit iets’) doet het nu ineens toch wél. Die heeft blijkbaar een lange aanlooptijd nodig. Rabarber vind ik geweldig. Dat oerwoud.

Rabarber is lastig om te fotograferen, laat staan om te tekenen. Ik ben er uren mee bezig en vind 't resultaat hoogstens wel aardig, ik ben niet helemaal tevreden. Er is geen focus. Maar dat heb ik wel vaker, en ik plaats de tekening toch maar op de Facebookpagina 'Iedere Dag een Tekening'. Daar vliegen de complimenten mij weer om de oren. Heerlijk is dat. En dan denk ik milder: ‘Ach, best leuk’. Rabarber rabarber rabarber.

Vertragen

Vandaag doe ik vertragen. Niet op stap, maar in de tuin blijven. Bobby ligt in een schaduwhoekje naar zijn muziek te luisteren en ik lig in de volle zon een beetje sproeten te vangen. In de zon is echter de zon veel te schel om lang te lezen, dus ik ga Peeqs nieuwe podcast beluisteren. Haar podcasts verschijnen eens per maand. 

We hadden er nog een discussie over, twee weken geleden. 'Wanneer kom je nieuwe podcast uit', vroeg ik. 'Die is al uitgekomen', zee Peeq. 'Waarom weet ik dat niet', vroeg ik. 'Je kan je abonneren', zee Peeq. 'Ik wil me niet abonneren', zee ik, 'ik wil  een enthousiaste mededeling. Per mail of per app of per Facebook.' Maar op de een of andere manier is zij daar niet van.

Dus nu zoek ik de podcast zelf maar op. De aflevering is behoorlijk anders dan de eerste met bandoneonspeler Carel Kraayenhof. Nu is het bergbeklimmer Wilco Dekker. Was de eerste aflevering gevuld met muziek, nu is er veel meer stilte. De man is niet direct een woordkunstenaar. Toch kom je er langzaam wel in, en dat komt vooral door de gretige nieuwsgierigheid van de interviewers. Ja-maar-hoe-zit-dat-dan. Ja-maar-waarom-dan. 

Uiteindelijk is het het vertragen, vertelt hij door de enorme kou, en het uitbannen van alle prikkels, want je ziet alleen maar wit, wat het hoge bergbeklimmen zo mooi maakt. Nou prikkels zijn er wel in het trotseren van gevaar en pijn. En de top bereiken is een pure niet te evenaren gelukservaring, zegt hij. Vertragen, minder prikkels, klinkt naar meditatie.

En dat ik dat nou net op mijn manier in mijn eigen snikhete tuintje lig te ervaren.

zaterdag 9 juni 2018

Kamelen

Kamelen. Dat wilde ik de hele week al maar het kwam er niet van. Nu ben ik hoesterig en snotterig en heb ik me ziek gemeld voor mezelf en hoef ik niets. Dan kan de kameel er eindelijk van komen. Geïnspireerd op het bezoek aan de Wildlands te Emmen afgelopen maandag. Het was zo'n leuk bezoek. Het is niet zo'n dierentuin als je gewend bent omdat er zoveel ruimte is. De savanne is enorm. Er zijn oude treinstellen in het landschap gezet zodat je wat dichter bij de kamelen kan komen.

Wat hebben kamelen ingewikkelde gelaatsvormen. Hoe zit dat met die neus, die ogen, die lippen. Best leuk geworden. Bobby zegt: 'O! ik hoor mijn moeder al reageren!' Maar ik kan haar geen printje sturen, want onze printers zijn nu allebei kapot.

In mijn galerie heb ik geen categorie voor kamelen. Ik heb 'landschappen', 'vogels', 'bloemen', 'zangeressen', 'gebouwen', 'religiosa'. Maar geen 'dieren'. Welke categorie zou u doen?

Utrecht Maliebaan

Dat er veel Duits en NSB was aan de Maliebaan te Utrecht in de Tweede Wereldoorlog, dat weet ik wel, maar het fijne weet ik er eigenlijk niet van. Ik vind het altijd een beetje ongemakkelijk er naar te vragen als mensen er een opmerking over maken, alsof het mij aan algemene ontwikkeling ontbreekt. Utrecht was dé NSB-stad. Mussert zetelde er. En de SS ook. Bij het Centraal Museum vond ik twee weken geleden dit boek en zoals ik tegenwoordig doe: dan bestel ik het bij de bibliotheek. Goed beeld werkt toch altijd het best om mijn interesse te wekken. 

Geweldig indrukwekkend boek van journalist en ex-Nova-hoofdredacteur Ad van Liempt, met vooral zwart wit foto's van de inval, de bezetting, hoe relaxed het het eerste jaar nog leek te zijn en hoe de terreur langzaam toenam. Drie keer van voor naar achter bekeken en gelezen. Het gemarcheer van de NSB en de Wehrmacht door de straten. De massale bijeenkomsten op de verschillende pleinen, en in de Galgenwaard, maar ook kleine joodse kinderen, onderduikers, verzetsmensen, bombardementen, graven van schuilplaatsen, en uiteindelijk de explosie van de bevrijding. Daar is heel veel van, daar spaarde blijkbaar iedereen zijn fotorolletjes voor op. 

vrijdag 8 juni 2018

Jazz

Nu wil ik iedereen met een huiskamer wel aan de huiskamerconcertjes brengen. Wat is dat leuk! Vanavond was de Nijmeegse ‘formatie’ Papa Jazz te gast bij buurtgenote Beatrijs. Zij zet haar huis open, kookt heerlijk vegetarisch, vraagt daar €12,50 pp voor plus een extra donatie voor de muzikanten. Wijn moet je zelf meenemen. Ik heb maar liefst zes gasten ingebracht. 

De ‘formatie’ die optreedt heet Papa Jazz. De zanger heet Rick, een al wat oudere zanger en een ware charmeur. Beatrijs vertelt dat hij ook acteur is in de Efteling. 

Wat ik er zo leuk aan vind? Dat er iemand is die zomaar haar huis open stelt voor andere mensen om ze te laten genieten van leuke live muziek en lekker eten. Die kleine muziekgroepen de kans geeft op te treden publiek. Het plezier van geven is groter dan de business case. In een gewoon huis in een gewone straat, allemaal niets bijzonders, gaat opeens een droomwereld open met vrolijke gulle mensen. Het geeft moed. Zo is de wereld óók. 

Blij

‘Ben je blij met je nieuwe laptop’, vraagt Bobby. Nou blij... Hij doet nu bijna weer alles zoals bij mijn vorige laptop, dus ja, soort van blij, ja. En dat-ie niet zo duur was. Maar het is een fantasieloze donkergrijze doos, heel wat minder vrolijk dan mijn rode platte glimding. En of hij zo betrouwbaar zal blijken te zijn, we zullen zien. De Asus heeft het ook acht jaar volgehouden. Gelukkig zie je niet dat het een saaie donkergrijze doos is als-ie opengeklapt is.

donderdag 7 juni 2018

Groen groener groenst

Ik heb zoveel taken en taakjes, dat ik om 15 uur - na het spitten in het door hoog onkruid overwoekerde moestuinen-gebiedje in ons plantsoen en na weer een sollicitatiebrief en een ‘netwerkmail’ - besluit een stukje te gaan fietsen. 

Meer dan een maand geleden had ik bedacht dat wekelijks te gaan doen, maar daar is het niet van gekomen. Het knooppunten-systeem er weer bij gepakt en een route uitgetekend: Zuilen, Maarssen, Breukelen, Nieuwersluis, Loenen aan de Vecht, Oud Loosdrecht, Nieuw Loosdrecht, Vliegveld Hilversum, Maartensdijk, Achttienhoven, Westbroek, Overvecht, Zuilen. Het is 43 km. Best pittig, want ik fiets nogal uptempo, met gemak haal ik een paar pensionado’s op e-bikes in. Maar na 30 km beginnen wel de spierpijn in de bovenbenen en de zadelpijn. Au au.

Het is overal zo waterrijk en weelderig groen, prachtig,  ik zoef er doorheen, het is net vakantie. Moest ik vaker doen.

woensdag 6 juni 2018

‘Uw haar heeft rust nodig’

Mijn haar wordt steeds erger. Op zich zit de krul er na drie maanden nog best aardig in, maar het aantal dode punten neemt explosief toe. En als ik het ‘natuurlijk rood’ verf dan is het tegenwoordig in een week weer geelblond en bij de wortels spierwit. De Poolse kapster werkt op woensdag. Haar baas die niet van permanenten houdt - en zeker niet van míj permanenten - vraagt bezorgd of ik voor een nieuwe permanent kom. ‘Nou eh’, zeg ik, ‘dat wilde ik even overleggen.’

De Poolse kapster gaat binnenkort trouwen en wel in Polen, ze raakt er niet over uitgepraat. Dat is mooi. Van die verhalen over jurken en schoenen en haren en gasten, die niet ophouden.

Ze wil niets chemisch meer aan mijn haar doen. Niet permanenten en niet kleuren. Uw haar moet tot rust komen, zegt ze. Ze onderzoekt het vakkundig. ‘Het is net kauwgom!’ constateert ze verontrust. De slotsom is dat er een stuk afgaat en dat we het haar een paar maanden rust gunnen. Ze knipt er heel veel af. Met handoekdroog haar loop ik naar huis. Heb ik straks nog krullen? Of heb ik straks een steil kort pottenkapsel? 

Een ode aan rood haar: