zaterdag 30 juni 2018

Meneer Linh

Wat een wezenloze dag. Zo heet. Buiten is het niet te harden. Binnen is het beter, met alle gordijnen gesloten. Maarten komt vanmiddag wandelen en eten dus ik maak een aantal gerechten vast van tevoren: gazpacho, rabarber-aardbeien-compote. Mmm. Ik lijk wel een veganist.

De oplossing voor deze hitte is binnen blijven en een boek lezen. Gelukkig heb ik gisteren een prachtige novelle gevonden bij de bibliotheek. Philippe Claudel ‘Het kleine meisje van meneer Linh’, verschenen in 2005. Hij vertelt het verhaal van een oude man die voor oorlogsgeweld is weggevlucht uit zijn land waar hij alles is kwijtgeraakt: zijn dorp, zijn kinderen. Hij heeft een baby bij zich, zijn kleinkind, voor wie hij heel zorgzaam is. Welk land hij ontvlucht is en naar welk land hij toe gegaan is blijft ongewis. Hij is ontheemd, snapt weinig van wat er om hem heen gebeurt, verstaat niets. Eerst komt hij te wonen op een slaapzaal in een asielzoekerscentrum met een paar families met wie hij geen contact heeft maar die toch zijn taal spreken. Daar in de buurt op een bankje in een parkje raakt hij bevriend met een grote dikke man die zijn vrouw net is kwijtgeraakt en al verstaan ze elkaar niet, ze raken zeer op elkaar gesteld en aan elkaar gehecht. Tot het asielzoekerscentrum dicht gaat en de oude meneer Linh naar een gesloten inrichting gebracht wordt waar allemaal oude mensen wezenloos voor zich uit zitten te kijken. En dan gaat deze oude man met baby (die uiteindelijk een babypop blijkt te zijn) in die vreemde grote stad op zoek naar zijn vriend. Het is ontroerend prachtig klein geschreven. Vanuit de oude man. 

De vluchtelingencrisis. De media staan er bol van. Dag in dag uit. Ik blog er niet over, wat kan ik erover zeggen. En houd het bij mijn eigen kleine thema’s. Maar er is ook die splijtzwam in de wereldpolitiek. Niet te bevatten zo groot. En dan daarover zo’n mooi klein boek.

Ik zie dat er ook een theaterstuk van gemaakt is waarbij één acteur (Koen De Sutter) de rol van de beide oude mannen speelt. Maarten weet te vertellen dat Lidewijde Paris dit boek als voorbeeld gebruikt bij haar lezingen over literatuur.


Geen opmerkingen: