dinsdag 31 juli 2018

Uit wandelen

We gaan wandelen in een natuurreservaat aan de westkust geheten Beijershamn. Het water dat u ziet is het water tussen het eiland Öland en het Zweedse vasteland. Veel vogels. Oei een koei. De meeste koeien gaan van het padje als ze ons zien komen, maar deze ene blijft staan en staart me onafgebroken indringend aan. Wat een belevenis.

We krijgen weer onbarmhartig veel zon, maar lopen uiteindelijk ook een heel stuk door het bos onder verrukkelijk gebladerte. Wat is dit een heerlijke andere energie dan een stad bezoeken. We gaan nog één stad bezoeken, en achteraf vind ik dat ook altijd interessant en de moeite waard, maar ik houd meer van dit. Het is niet of-of, het is en-en.

In het late avondlicht buiten aan zee met ons laatste flesje wijn beginnen we alvast te evalueren. Als we nooit meer zouden kamperen, zegt Bobby, dan hebben we nooit meer van die fantastische plekken direct aan zee zoals deze vakantie. Dan krijgen we een B&B, een stuga, een apartement... Dat háált het toch niet bij dit?

Öland in the sun

Steeds ben ik op zoek naar een uitzicht van een groot gemaaid graanveld een heuvel op met grote ronde stro-balen erop. Het is zo mooi met al dat licht erop. Maar vooralsnog vind ik mijn gedroomde uitzicht niet. Het steekt nogal nauw welk uitzicht in een tekening omgezet wordt. Deze werd het duidelijk wél. Eerst zonder en toen mét electriciteitspaal.

Mijn Facebookgroep ‘Iedere Dag Een Tekening’ is erg enthousiast en nu ben ik deze week ‘uitgelicht’. Best trots op! 

maandag 30 juli 2018

Chokladbröd

Ik heb het nu al drie keer gegeten: chokladbröd. De eerste keer dacht ik: ‘Ha lekker! Chocoladecake!’ Maar het bleek onvervalste arretjescake. Geen idee wie van u ooit van arretjescake gehoord heeft, maar mijn Geschwister zeker. Mutti was een paar jaar helemaal van de arretjescake. Het was omstreeks 1980. Boter, suiker, cacao en biskwie, opgestijfd in de koelkast. Heel zoet en heel vet. Ze maakte het elk weekend. Ik vond het heel vies, maar durfde dat niet te zeggen. Ik denk dat de Geschwister die mening deelden, maar we hadden het er niet over. 

Vandaag krijgen we te Zweden drie lekkernijen bij de ochtendkoffie, koffie met dopp. En daar zit weer die arretjescake bij. Hoe heet dat hier, vraag ik. Chokladbröd, zegt het meisje van de bediening. 

Een herinnering. In de jaren 80 ging Hani501 wel eens mee naar Emmen. Zij was nogal precies in wat ze wel en niet lekker vond en margarine was een van de dingen die ze niet lekker vond. Ik vond het al een beetje moeilijk om vriendinnen mee te nemen naar huis, mede wegens Mutti’s kookkunsten. Die waren niet zo modern en stads. Aardappelen, boontjes, gehaktbal. Nu vind ik zulk eten heerlijk, maar toen leerde ik net wat geavanceerdere manieren van koken kennen en mensen hun sterke meningen over de traditionele Hollandse pot. Dus van tevoren begon ik tegen Hani501 al over die arretjescake, dat ze die niet mocht weigeren. Niet. Gewoon kiezen op elkaar en doorzetten maar. Maar ze liet het zich aanreiken, keek ernaar en liet het gewoon staan. Ik ging door de grond. Maar we hadden het er niet over.

Op fietse


Laten we eens iets geheel anders doen. Op deze camping zijn leenfietsen te leen en we gaan een eindje fietsen. Ca 35 km. Het eiland wordt van noord naar zuid in tweeën gedeel door een kalksteenplateau. Dat is ca 7 km breed en dat steken wij over. Ook dat is gortdroog, een beetje Hoge Veluwe. Op de strook langs de kust wuift graan, als het niet al gemaaid is. 

In noordelijker Zweden is inmiddels veel regen gevallen en weer zoveel dat er overstromingen waren in Stockholm en Uppsala, vertelt een meisje van een hotel waar we een kopje koffie doen. Hier zucht het land naar water. Veel bomen zijn helemaal verdroogd zodat we een voortent vol herfstbladeren hebben.


De dorre vlakte

Over de vraag of we nog wel genoeg gas hebben in de gastank hoeven we ons geen zorgen meer te maken. Het was een issue omdat de Zweden niet het merk Campingaz hebben maar een eigen merk Primus. Hun tanken passen niet op onze gasstelletjes en vice versa. Wij hebben een middelgrote tank, die kun je als die leeg is omruilen voor een volle. Het is op vakantie in het buitenland altijd een kunst de dealers te vinden. Hier te Zweden al helemaal. Want je moet hem eerst leeg gebruiken.

Op Öland mag niemand meer barbecuen of buiten koken op gas. Ten strengste verboden. Het is hier kurk- en kurkdroog. Vanwege de grote bosbranden elders in Zweden neem ik aan. ‘Het is niet leuk meer met die zon’, zei de campingbaas, ‘de boeren hier hebben geen voer meer voor hun dieren.’ Op de camping van Dragsö gold er bij mijn weten geen verordening tegen koken op campinggas. De camping hier lijkt wel een woestijn. Pas vanochtend realiseer ik me dat de verdorde grond normaal groene grasvelden zijn.

Nu moeten we voor de ochtendthee en de ochtendkoffie naar de keuken. Elektrisch water koken.

zondag 29 juli 2018

Verhuisdag

Verhuizen: het is niet mijn sterkste kant. Eerst is de vraag: zullen we nog een dag in Dragsö blijven of gaan we verder? Dat laatste lijkt toch het beste, hoezeer we ook opzien tegen de verplaatsdag in de hitte.

De derde bestemming is het eiland Öland, een smal  langgerekt eiland zuid-oostelijk van Zuid-Zweden. 140 km lang van noord naar zuid. Vanaf Kalmar gaat er een lange brug naar toe. Bobby is heel enthousiast over Kalmar. ‘Het is een heel belangrijke stad uit de tijd dat Zweden een grootmacht was...’ ‘Er is zeker ook een prachtig scheepvaartmuseum’, zeg ik. 

Maar eerst gaan we een camping zoeken op Öland. Er zijn oneindig veel campings op Öland, die als je de informatie zou geloven in juli en augustus allemaal volgeboekt zijn en waar je echt niet op de bonnefooi naar toe kan. Ik heb echter een camping Sandvik aan zee gevonden via Google Maps in zuidelijk Öland, die er heel relaxt uitziet. Voor natuurliefhebbers en zonder dorp en zonder voorzieningen. 

Maar het is best een eind rijden en Öland is nogal leeg, dus halverwege bevangt mij ineens een horror vacuï. Wat moet ik op een lege camping in een leeg land? Moeten we niet rechtsomkeert maken en naar een volle camping bij Kalmar of Borgholm, de hoofdstad van dit eiland?

We rijden toch maar door. Ik heb deze camping zelf uitgekozen, en als het echt niks is kunnen we altijd op onze schreden terugkeren. Sandvik is een grote tamelijk lege camping direct aan zee met veel naaldbomen die je beschermen tegen de moordende zon. De tenten staan aangenaam ver van elkaar. De campingbaas is een Nederlander, een Utrechter nota bene, met een Zweedse vrouw. Hij heeft geen winkeltje. Het plaatsje Degerhamn met een haventje - waar we hoge gezelligheidsverwachtingen van hadden - heeft alleen een oude cementfabriek. 3 km verderop in Södra Möckleby is een ICA-supermarkt en een pizzeria. Daar zijn we dan op aangewezen. Eigenlijk voelt het hier heel fijn. We gaan het doen.

De campingbaas die sinds begin dit jaar eigenaar is van de camping vertelt over zijn visie op de toekomst van de camping. De toekomst is aan de huisjes, de stuga. Daar gaat hij er 40 van bouwen, met behoud van deze sfeer. De caravan heeft zijn langste tijd gehad. Straks als we allemaal elektrisch rijden kunnen we geen caravans meer trekken. En die campers zijn een hobby van de babyboomers, die er grof voor betaald hebben (‘vaak tonnen’), maar er straks als ze ze oncomfortabel gaan vinden die camper niet meer verkopen kunnen. En die campers mogen steeds minder steden in. Dus de stuga hebben de toekomst. 

En het was ochtend geweest en het was avond geweest, weer een verhuisdag voorbij.

zaterdag 28 juli 2018

Modern times

‘How insensitive’, zingt Astrud Gilberto. Heerlijke muziek. Zo zit ik nu voor de tent te Zweden. Bobby is weer naar zijn Scheepvaartmuseum want hij had nog lang niet alles gezien. Ik heb mijn tekening af, kan geen boek meer zien, moest maar eens aan de afdeling muziek beginnen.

In mijn koffer heb ik ook mijn iPod mee, een apparaat dat nu welhaast prehistorisch lijkt. Rechts op de foto. Links is de power bank, waarmee ik alle apparaten in charge houd. Op de iPod staan oneindig veel nummers. Mijn lievelingsmuziek uit de late jaren negentig en de jaren 2000-2010. Met dit apparaat hoef ik me niet bezorgd te maken over bereik en verbinding. Alleen de stroom is belangrijk, want die apparaten lopen leeg waar je bij staat. Dit jaar heb ik twee stevige power banks mee, dan kan de een opladen terwijl de ander in gebruik is. 

Ik vind mezelf best een beetje karikaturaal. Ik zie hier hele gezinnen lopen waarvan alle gezinsleden voortdurend op hun schermpje kijken. Ik niet, denk ik dan, ik stop ermee. Maar echt houd ik er toch niet mee op. Dit is een onderwerp dat ik graag met Leen behandel. Zij heeft een power bank die oplaadt via zonne-energie. Dat is natuurlijk beter. Zij is ook de hele dag in de weer met stroomvoorziening en wordt daarbij grif uitgelachen door Ekfa en Riemer, die er echter mooi wel gebruik van maken. 

En ze kunnen me wat. Ik heb wel heerlijk mijn hele cd-kast bij me.

Ik app Leen doorgaans een linkje naar de blogs waarin zij figureert. ‘Hoe is het? Waar ben je? Ik ben in Zweden!’ Ze antwoordt: ‘Ik ook! In Getnö Gård zijn we nu, in het merengebied onder Växjo. Zit nu al je blogjes te lezen (moet ik straks weer naar het oplaadhok ;)’ 


Islands in the stream

Ooit kocht ik een keyboard en een boek met liedjes waarmee ik mezelf kon begeleiden op. Een van mijn favoriete liedjes toen was ‘Islands in the stream’ van (ik meen) Kenny Rogers en Dolly Parton. In Amsterdam-Noord stond ik voor het raam te zingen. Jaren negentig. Uitzicht op de straat. ‘Islands in the stream, that is what we are, no one in between, how can we be wrong, Sail away with me, to another world. And we rely on each other, ahahaha.’ Ofzo. Daar moet ik nu aan denken.

De tekening is best weer gelukt, geloof ik. De lucht, het reepje zee, het volgende eiland in de verte, het witte huis op de rotsen.

Op de camping


Vanwege het grote succes van de boottocht langs de eilanden voor de kust gisteren zouden we het vandaag weer proberen en nu dan westwaarts. Maar door de slechte nacht (om 05u gaat de zon op en om 08u brand je de tent uit) stel ik voor om vandaag maar helemaal op de camping te blijven. Na het ontbijt val ik meteen weer in slaap. 

Om ons heen het volle campingleven. Er zijn deze week veel mensen gegaan en gekomen op ons veldje. Ik volg ze allemaal nauwgezet. Gezinnen met onwillige pubers, gezinnen met jonge kinderen, oudere stellen met hun gewoontes, moeders-alleen met drie dochters.,Dikke mensen, sportieve mensen, motormuizen. Veel meisjes, op de een of andere manier zijn er veel meer Zweedse meisjes dan jongetjes. Hoogblond. 

Het grote vertrekken is trouwens ook begonnen, er gaan nu meer mensen weg dan er komen. Het tent afbreken en auto inpakken is ook een groot genoegen om te bestuderen.

Het toiletgebouw is wel vijf minuten lopen van ons veldje vandaan. We moeten nogal vaak op en neer voor de koelkast, vers water, toilet, douche, afwas, nieuwe yoghurt, noem maar op. Het is haast niet op te brengen met die hitte. ‘Ik begin steeds meer begrip te krijgen voor mijn moeder’, zegt Bobby, ‘die klaagt dat het zo’n afstand is van haar bed naar haar tafel.’ 

Schoonmama  is weer thuis, want ze hield het niet meer uit in Monster. Dat is dus einde episode Monster. Ze krijgt driemaal daags thuiszorg, wat een godswonder is, zo midden in de zomervakantie, en een ziekenhuisbed in de woonkamer. En er zijn de buren die langskomen en een oogje in het zeil houden. Bobby’s zus neemt de honneurs waar. Zij overlegt met de huisarts en geriaters, indicatiestellers en thuiszorg over Schoonmama’s wel en wee. Die driemaal daags thuiszorg is haar verdienste. Bellen, bellen, bellen. Het gaat allemaal niet vanzelf, zeg maar. Als het je te zwaar wordt moet je het zeggen, zeggen wij, dan komen we terug. 

En ondertussen puffen wij op de camping.

Tuincentrum


Gelezen: ‘Inge en Mira’ door Marianne Frederiksson. De Zweedse Inge en de Chileense Mira ontmoeten elkaar bij een tuincentrum en raken intens bevriend. Een in mijn verzameling Zweedse e-boeken van de digitale bibliotheek. Ik geloof dat het daar nu tijd voor wordt. Als ik niet goed kan slapen, en dat is deze nacht weer eens het geval, kan ik lekker op de iPad lezen.

Beide personages Inge en Mira zijn in de vijftig, gescheiden, en hebben een heftig verleden achter de rug, dat ze liefst verstoppen, maar dat door de vriendschap opgerakeld wordt. Echt een vrouwenboek. De een met een pijnlijk verleden in de Chileense dictatuur met Pinochet, de ander met een alcoholische vader en een alcoholische man waar haar dochters ook de dupe van zijn. Vrouwenlevens in detail beschreven. Ik heb wel eerder boeken van Frederiksson gelezen, dikke pillen over vrouwenlevens, ze was/is heel populair. Ik vind het niet echt boeken voor mij, maar moet toegeven: ze gaan over wezenlijke zaken (al is het allemaal wel een beetje too much) en lezen goed weg.

vrijdag 27 juli 2018

Stenshamn


Hadden we bedacht dat we om 12 uur met de boot island hopping zouden gaan doen in het eilandengebied ten zuid-oosten van Karlskrona. We monsteren om 11.30 aan, maar dan blijkt de boot al vol. Hm. Wat nu. Niet voor een gat te vangen rijden we oostwaarts naar Torhamn, waar de boot ook aandoet en verder vaart naar Stenshamn en Utlängan. 

Dit is mijn topdag van de vakantie tot nu toe: island hopp
en in de volle zon met een frisse bries om de oren. Prachtig zijn die eilanden. Vroeger waren ze onbewoond of vissersplaatsen, ik denk dat er nu vooral weekendbewoners zijn. Er zijn geen winkels maar wel is er de boot. Heerlijke leegte.



donderdag 26 juli 2018

Botenmuseum

Ik heb hier te Karlskrona nog niet zoveel inspiratie om te tekenen. Hoewel het wel toeneemt als je langer er bent. De kerken zijn wel mooie gebouwen, maar vooral binnen. De meeste gebouwen zijn vooral gróót.

In het plaatselijke ‘cultureel centrum’ is een kleine tentoonstelling van lokale kunstenaars. Beetje onopvallend onbelangrijk, sorry dat ik het zeg. Wel zie ik er een aquarel van het Marine Museum waar Bobby vandaag de hele dag doorbrengt. Dat is een heel groot ambitieus museum. Zelf vond ik het niet zo inspirerend als onderwerp. Maar - zie ik nu weer - eenmaal getekend krijgt een gebouw meer importantie. Dat is ook het leuke van urban Sketching. Toch vreemd dat het veel kleinere Ystad zo’n mooi kunstmuseum heeft en dit grotere Karlskrona niets. Marine marine marine.uc

Vandaag valt mij  oog op het botenmuseum dat bij het Marine Museum hoort. Dat komt denk ik ook door de lichtval. Het is een wit gebouw maar dat wit ligt in de schaduw. Er is donkergrijs dak en dat schittert in de zon. Ik ben er uren mee bezig om dat effect goed te krijgen.

Wat me ook wel intrigeert is de lelijke sociale woningbouw in gebouwen van lichtgeel golfplaat. Maar als ik daar aan zou beginnen: dat is wel heel veel werk. Te veel.

Trio Wolski


We gaan naar Scandinavische folk-muziek van Trio Wolski. Ze spelen in de Admiraliteitskerk van Karlskrona. Het is een houten kerk. Heel warm nu, veel warmer nog dan buiten. Het zweet gutst van mijn gezicht, het hele concert door. Ik droog mijn gezicht bijna elke minuut af met mijn rokje. Het concert was aangekondigd als jazzmuziek, maar ik vond het meer folk. 

In het kader van de couleur locale: Halverwege het optreden krijgen we een korte bijbellezing en de zegen van de dominee. Zij is hoogzwanger en gekleed in een nauwe aqua-kleurige jurk met bovenin zo’n domineesboordje.

Het is weer een erg leuke avond. Alle drie spelen ze echt goed. Alles uit het hoofd, volmaakt op elkaar ingespeeld. De violiste en de accordeonist maken de meeste indruk. Op het laatst doet de muziek me sterk denken aan de fiddle-muziek die ik ooit hoorde in Nova Scotia. Ik ben zeer te spreken, maar ik neem toch geen cd mee, want thuis zal ik er hoogstwaarschijnlijk niet naar luisteren.

Grootmoeder

Gelezen: ‘Tot ziens meneer Friant’ door Philippe Claudel. Klein boekje met herinneringen aan zijn grootmoeder, brugwachter, aan de hand van schilderijen van de Franse schilder Emile Frilant van begin vorige eeuw. Hij weeft zijn herinneringen aan zijn jeugd in de Elzas door observaties over schilderijen van Frilant. De sfeer moet ongeveer hetzelfde zijn. Ik koos het boek bij de bibliotheek omdat ik laatst zo genoten had van ‘Het kleine meisje van meneer Linh’. Op de achterflap staat dat dit het boek is waar hij het meest aan gehecht is. 

De herinneringen aan de altijd bezige grootmoeder bij wie hij wekelijks vele uren doorbracht zijn het mooist. Ze zei niet veel maar het vertrouwen over en weer was groot. En het oog voor detail. Haar meningen, waar hij als jongetje maar weinig van begreep. 

Ook interessant is zijn commentaar op de inhoud van de schilderijen. Het schilderij op de cover van het boek heet ‘De verliefden’, maar het meisje kijkt helemaal niet verliefd, eerder gereserveerd. Terwijl hij aan het begin van zijn carrière dingen schildert die je raken, zijn het aan het eind alleen nog idyllische famulietaferelen, volgens Claudel was dat waarschijnlijk werk in opdracht.

woensdag 25 juli 2018

Wantsen


Afdeling flora en fauna. In Karlskrona word ik bepoteld door een grote tor met een groen schild en groene poten. Eerst wandelt hij op tafel en dan kruipt hij achter in mijn hemd. Hú! Ik app onmiddellijk een afbeelding naar mijn nieuwe Goudse vriendin die zo into vlinders is. ‘De groenpotige vlindertor’ schrijft ze terug, maar even later heeft ze hem echt: het is een wants. De palomena prasina. Wat een wilde vakantie!

Karlskrona - 2


Vorig jaar zomer was het ook af en toe zo heet. Toen waren Bobby en ik in de Dolomieten. Zo heet was het dat ik geen enkele energie had om op stap te gaan. Daar blogde ik over. Of het de leeftijd was. Nu heb ik dat thema weer. 

Bobby wil de stadswandeling van Karlskrona doen, uit zijn reisgidsje. Nu heb ik het nooit zo op stadswandelingen uit gidsjes, liever loop ik intuïtief van hot naar haar waar de wind mij waait. In eerste instantie ga ik mee. Het was hier te Karlskrona sinds de 17e eeuw een militair bolwerk, dat nog niet zo lang geleden als zodanig afgebroken is, sinds de Koude Oorlog soort van voorbij is. Het voormalig militaire eiland is nu opengesteld voor publiek. Zoals ik al zei: net als in Den Helder. Je kan langs diverse voormalige kazernes, er is een groot militair museum, er staan nog wat oudere en nieuwere kanonnen. Nu ik er toch ben probeer ik wat interesse op te brengen. Alleen als ik een Polygoonfilmpje zie met roeiende matrozen aangeblaft door een ‘meerdere’ raak ik even involved. In die kazernes hebben jongens in stapelbedjes gelegen. Hunkerend maar hun moesje. Maar eigenlijk vooral kanonnenvlees. 

Na de helft van de stadswandeling ga ik terug naar de camping. Zet mij maar onder een boom. Pff wat warm.

Daar denk ik aan Marg. Een jaar geleden was ze net geopereerd. Ze lag in juli thuis te genezen. Ik had haar nog een oudroze elastisch hemd gestuurd om haar verwonde buik op haar plaats te houden. Ze volgde mijn blog over de Dolomieten dagelijks. Het was echt niet de leeftijd dat ik geen puf had, reageerde ze op die aflevering over het gebrek aan puf: het was gewoon veel te heet. 

Afgelopen september vierden we haar 60e verjaardag. Die was op 6 augustus. In september heette ze beter te zijn. De kanker was weg. Een maand of twee later volgde echter plompverloren de diagnose: U bent ongeneselijk ziek, u heeft nog een paar weken, of heel misschien een paar maanden. Het werden een paar maanden. 

Callantsoog

Gelezen: ‘De val van Annika S.’ door Annejet van der Zijl en Jo Simons. Simons is de man van Van der Zijl. Leuk goed spannend boek, ook al ben ik niet zo van het genre. Ik heb het gevoel dat ik het al gelezen heb, maar ik heb het niet al gelezen. Het zullen we interviews met de twee bij verschijnen geweest zijn. Teveel weggegeven. De val van een Duitse politica die niet de waarheid heeft gesproken over haar (gebrek aan) opleiding en uitgekotst wordt door haar man & schoonfamilie, door de partijgenoten en door de Duitse pers. Berooid verstopt ze zich op een aftands huisjespark in Noord Holland, waar ze ooit met haar opa en oma logeerde. Bij Callantsoog want Bergen was te duur. Ze groeide op bij opa en oma omdat haar moeder een hippie en aan de drugs was. Haar oma was getraumatiseerd door de bombardementen op Dortmund. 

Ik heb de neiging alle verhaallijnen uit de doeken te gaan doen, maar dat is niet handig voor de lezer dezes die denkt: O interessant, ga ik lezen. 

Huilbaby


Eerst heb ik om 04 uur een vogel in de tent, die niet weet hoe hij er weer uit moet. Het is een vleermuis, zegt Bobby, waarvan ik in de muizenstress schiet, maar het is toch echt een vogeltje. Daarna wordt om 05 uur de huilbaby wakker. Het tentje met daarin moeder en baby ligt vlak bij mijn hoofd. Er is geen ontkomen aan. De moeder loopt wat met haar rond. Gaat ontbijt maken. Allemaal binnen een meter van mij slapeloze hoofd. De vriendin heeft een hangmat gekocht om in te slapen. Die trekt het niet meer.

De moeder kijkt steeds weg, zij snapt denk ik ook wel dat het moeilijk is om vriendin of buren te zijn van een huilbaby. Gisteravond huilde de huilbaby even niet en maakte de moeder vrolijke foto’s van baby op camping. En van het prachtige uitzicht over het fjord. Om zichzelf ervan te overtuigen dat het echt wél een goed idee was om met de huilbaby naar de camping te gaan. Het is wel erg voor mij, een huilbaby, maar voor de moeder en de vriendin (geen stel, zo te zien) is het nog wel een tikje zwaarder. Ik heb grote bewondering voor ze.

dinsdag 24 juli 2018

Stuga



Het is nogal warm, ook hier, en we hebben allebei weinig puf. Bobby stelt een rondje klauteren rond ons eilandje voor. Langs de waterlijn. Dat is een goed idee. Het leidt wat af van de muizenissen. Mooi moment ook om mijn nieuwe lichte wandelschoenen uit te proberen. Ze hebben geweldige grip op de gladden stenen. Helemaal tevreden. Een heuveltje op het eiland is niet de camping maar staat vol particuliere stuga’s. Allemaal even paradijselijk.

maandag 23 juli 2018

Karlskrona - 1


We hebben ons verplaatst. Verplaatsingen tijdens kampeervakanties zijn altijd zwaar, en met deze hitte helemaal. Eerst moet de tent af van het hete zanderige duin te Löderup, dan gaan we uren rijden en dan bij Karlskrona een nieuw plekje zoeken. Camping na camping beoordelen. Gruwelen van caravans en campers. Toch wel steeds welwillend blijven. 

Vooraf heb ik me vooraf niet zo met de reis bemoeid. Ik vond Zuid Zweden goed. Dus tien minuten voor we Karlskrona bereiken vraag ik aan Bobby: ‘Waarom gaan we eigenlijk naar Karlskrona?’ Dat leek hem leuk, want het was een stad met een lange historie, het was groot geweest in de Zweedse maritieme militaire historie. Toen Zweden een grootmacht was. Ooit. Een soort Den Helder dus, concludeer ik.

Het wordt de camping te Dragsö. Die ligt midden in de zee/ tussen binnenmeren, en heeft een páár aparte tentenveldjes. En bomen. Zonder mopperen zetten we de tent weer op. We staan naast twee vrouwen en een huilbaby. En een piepklein tentje. Onze tent is voor dit veldje hysterisch groot. Ik peins wat over de vervreemding als je als kinderloze naar kinderrijke campings gaat, wat waarschijnlijk nog erger is als je holebi bent. Maar op ons veldje staan vooral stellen zonder kinderen. Met dure tenten. En dure fietsen.

Eten gaan we in Karlskrona. Het is niet direct een gezellige stad. Op het grote plein grote gebouwen, en veel parkeerplaatsen. Bij een Engelse pub eten we fish&chips. Morgen maar op onderzoek uit.

zondag 22 juli 2018

Turks


Dag op het duin. Gelezen: ‘Marsepeinen vingers’ door Öznur Karaca. Tweede generatie Turks te Gent. Ik ken de uitgever, vind hem mooi literair en geëngageerd, dus het moet wel wat zijn. Een Turks meisje Servi wier vader jong overleden is trouwt met een Turkse jongen die in Gent woont. Vol verwachting gaat ze naar Europa waar ze in het huis van de schoonfamilie ongeveer opgesloten wordt. In fabriek werken, veel huis houden doen, vier kinderen baren. Man is veel weg, werkt elders in Europa, wordt met de jaren agggressiever. De dochters vervreemden en proberen een eigen weg te vinden. Mooi geschreven, interessant om te lezen, maar net niet meeslepend.

Kyrka


Zondag. We zijn nu een week onderweg. Om toch een beetje een gevoel van de dagen van de week te hebben gaan we naar de kerk. De kerken in de wijde omtrek werken samen. Vandaag is de dienst in Hörup. Dat ligt tegen Löderup aan. Er zitten ongeveer 15 mensen in de kerk. Ik versta er hele-helemaal niets van maar dat heeft niet. Het zijn hele mooie kerkjes, maffe combinaties van vormen. Het is ook raar weer en dientengevolge rare kleuren. Het is niet licht en toch is het licht. Grijs door het waterigste blauw en daar dan weer wit door. 

zaterdag 21 juli 2018

Swedish Jazz


We inventariseren beider wensen. Na uren lezen bij de tent wil Bobby graag naar het kloostermuseum in Ystad. Zelf wil ik wel naar een jazzconcertje in een dorpje Gladsax vlakbij Simrishamn. Dat is dus precies de andere kant op. Om elkander tegemoet te komen besluiten we welwillend beide te doen. 

Het Kloostermuseum in Ystad is een prachtig oud gebouw maar al eeuwen geen klooster meer. Sinds de reformatie, zeg maar. Het heeft allerlei functies gehad, zoals ziekenhuis. Het is inmiddels waardig gerenoveerd met een mooi parkje eromheen, maar het heeft niet veel mysterie meer. Er moet bij een klooster toch iets omslotens blijven, iets geheimzinnigs, iconen, een bibliotheek, een omsloten tuin. 

Dan rijden we dus naar Gladsax bij Simrishamn, waar voormalig boerenbedrijf nu tegelijk café, galerie en ‘butik’ is. De dochter die schildert exposeert, en een Noorse fotograaf. We kunnen er vanaf 17.30 eten - ze zijn gespecialiseerd in worstjes - en om 19u is er de jazz. Er komen wel 80 pensionado’s op af. De muzikanten zijn denk ik ook wel boven de zestig. Het ensemble heet het ‘Per Bäcker en Staffan Martanssons Kvintett’. Het speelt heerlijke instrumentale Swedish Jazz. Nummmers van Gerry Mulligan, Paul Desmond, Benny Goodman en Charly Parker. Thuis draaien we die muziek ook. Late Night jazz. Oude mannen jazz.

Het is weer erg leuk om erbij te zijn. Live muziek op vakantie is altijd prijs. Hier het kijken naar die well-to-do pensionado’s. Uitgebotte karakters. Het dorp. Het echtpaar en hun dochters die dit uitbaten. In het land van de crimi’s verwacht je wel een moord, maar die blijft uit.

Ik app naar Zus4 of dit misschien een idee is voor in/bij hun Gutshaus na hun pernsioen. Tenslotte speelt zij ook sax. Het is natuurlijk wel de vraag of er in MeckPom net zoveel publiek voor is als hier. Te Zweden.

Miriam


Gelezen: ‘Ik heet geen Miriam’ van de Zweedse schrijfster Majgull Axelsson (1947). Indrukwekkend. Het levensverhaal van een 85-jarige dame, die op haar 85ste verjaardag van haar (stief)zoon, zijn vrouw en hun dochter een mooie zilveren armband krijgt met daarin de naam Miriam gegraveerd. Waarop Miriam zegt: ik heet geen Miriam’. De opmerking wordt genegeerd maar haar kleindochter komt er op terug. 

Voor Miriam is de maalstroom van herinneringen aan haar jeugd in de jaren twintig en dertig als dochter in een Roma-familie losgekomen. Malika heette ze. Eerst een nonnen-weeshuis, toen naar Auschwitz, waar haar broertje door medische experimenten van Mengele een afgrijselijke dood stierf, toen als Miriam naar het ‘werkkamp’ Ravensbrück. Ze kon als Miriam overleven omdat ze de jurk van de dode joodse vrouw had gepakt. 

Na de oorlog kwam ze in Zweden terecht waar een grote haat heerst tegen zigeuners en zo heeft ze haar hele leven als Miriam geleefd. In detail beschrijft ze het kampleven. En de leugens daarna. In Zweden is de algehele stemming heel erg anti-zigeuners, en de keren dat ze daarmee geconfronteerd werd sterkten haar in haar overtuiging dat het Beyer was te liegen. In Zweden kun je beter een joodse zijn dan een Roma. Het is geen fijn maar wel een adembenemend boek. Hét boek van de vakantie, denk ik.

vrijdag 20 juli 2018

Simrishamn


In de ochtend liggen we wat te zonnebaden, in de middag gaan we naar Simrishamn. Dat is een beeldschoon heel oud havenplaatsje met veel geschiedenis en weer met die pittoreske oude gekleurde huisjes met stokrozen ervoor. Daar ga ik tenminste voor. 

Bobby wil vooral winkels kijken. Zijn missie is een stoffer & blik (niet onbelangrijk op een zanderige camping) en een blik espresso-koffie. Die is op. Mijn missie is materiaal vinden om te tekenen, dus vooral veel pittoreske stadsgezichten. We slagen allebei in onze missie.

Campingleven


We zitten alweer vier dagen op deze camping aan het Zuid-Zweedse strand. Vandaag schijnt eindelijk weer de zon, en staat er ook een straffe koele bries. Graag vertel ik wat over het campingleven. Dat ik geen gezworen kampeerder ben moge bekend zijn. Het buiten zijn vind ik heerlijk, maar het gedoe met alles wat minder. Dus de afspraak is dat Bobby kookt en ik sleep.

Mijn meest pregnante herinnering aan een Zweedse camping een paar jaar geleden was er een met pasjes. Alles ging met pasjes. Ik heb dit verhaal de afgelopen week een paar keer verteld aan deze en gene, ik weet niet meer of ik het al geblogd heb. Hoe dan ook: zelfs de douche ging met zo’n pasje. En als je dan eindelijk aan de beurt was en je had je uitgekleed, dan deed het pasje het niet. Weer aankleden, naar de receptie, ‘mijn pasje doet het niet’, ‘Wat raar hij zou het moeten doen’, ‘Ja maar hij doet het niet’. Dan deden ze wat met dat pasje en dan mocht je weer in de rij staan en dan deed-ie het wel. En dit tafereel herhaalde zich een paar ochtenden. Dus ik heb het niet zo ip Zweedse campings. 

Deze camping is echter van een heel ander slag: namelijk zwabberdeflutski. Hij heeft twee sterren en dat komt denk ik van het strand. Er zitten honderden mensen, voornamelijk campers en caravans, acht trekkershutten en een stukje duin voor tenten. De policy is: u zoekt een plekje en als u een plekje heeft gevonden komt u zich aanmelden. En als we er niet zijn dan probeert u het later nog eens. De receptie is tevens winkeltje en touristinformation. Alles gaat via één loketje. De eigenaren zijn vriendelijke zestigers zonder haast. Er staat altijd een rij wachtenden. Ze zijn er van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat en wekken de indruk dat ze het allemaal heel leuk vinden. 

Er zijn vier toiletten die zowel voor dames als heren zijn. Er staat altijd een rijtje wachtenden voor. Er zijn vier afwasbakken met koud water, voor 2 kronen krijg je een teiltje warm water. Daar staat ook altijd een rijtje wachtenden voor. Er is een hokje met een magnetron en een kookplaat. Dat wordt nauwelijks gebruikt. Er is een ruimte met 4 douches, heen deuren maar wel wat douchegordijnen. Voor 5 kronen in een automaat krijg je 3 minuten warm water. Daar staat op de populaire tijden ook altijd een rijtje wachtenden voor. En er is een ruimte met 2 wasmachines en 2 koelkasten en een strijkplank. Van die koelkast maken we heel dankbaar gebruik. Eigenlijk van alles. Er is ook een afgeschot stuk met golfplaat erover en wat tafels en stoelen. Daar staat ook een tv (vooor het geval van voetbal denk ik) en een verdeelstekker met vijf ingangen waar de honderden gasten hun telefoons aan kunnen opladen. Er is altijd een plekje voor mij mij.

Als je aan alles gewend ben is het helemaal goed. Dus terwijl Bobby voor ons natje en droogje zorgt loop ik de hele dag heen en weer van de tent naar de koelkast, de afwasbak, de toiletten, etcetera.

donderdag 19 juli 2018

Mysticus


Het zijn onze jaarlijks weerkerende discussies op vakantie; ga je je geest vullen met oneindig veel nieuwe indrukken of ga je je geest een beetje laten leeglopen. En daarbij: alles wat we van onszelf en elkaar gewend zijn is tegenovergesteld aan thuis. Waar ik thuis behoorlijk ondernemend ben wil ik op vakantie vrij weinig. Bobby wil thuis vrij weinig en hier wil hij overal naar toe en alles bekijken. Hij zou ook alleen kunnen gaan, maar dan ben ik toch weer bang dat ik wat mis.

Vandaag wil hij graag we naar het buitenhuis van Dag Hammarskjöld, dat hier vlakbij in een natuurgebied ligt. Hammarskjöld was een Zweedse diplomaat in de jaren vijftig en secretaris generaal van de VN. Hij was vredelievend en invloedrijk, deelbelangen overstijgend, en geliefd, en hij kwam bij de vliegtuigongeluk om het leven in Congo in 1961. Onduidelijk of het wel echt een ongeluk was. Hij was een soort van mysticus, zegt men. Na zijn dood werden dagboeken gevonden vol levenswijsheden. Ze zijn toen gepubliceerd onder de titel ‘Merkstenen’ en dat wordt nog steeds verkocht. Bobby kreeg het boek pasgeleden op zijn afscheid van zijn baan.

Mij zegt deze Hammarskjöld niet zoveel, maar ik ga toch mee. Zijn huis staat in the middle of nowhere waar hij af en toe woonde als hij niet op vredesmissies was. Hij leefde alleen, had in elk geval geen echtgenote. Homo? 

Bij binnenkomst word ik onmiddellijk getroffen door een poster van een man aan dit strand met een wijsheid uit dat boek ‘Merkstenen’ namelijk: ‘Now you have been there - and it wasn’t much’. Dat spreekt mij natuurlijk aan. Vraag mij af of het diepe wijsheden zijn of tegeltjeswijsheden, je weet het niet. En daarbij: tegeltjeswaarheden zijn ook diepe wijsheden.

In de heuvels rond zijn huis ligt een meditatieplek: een grote cirkel van keien, en daarbinnen een grote kei met daarop het woord Pax. Vrede. Hoe zou hij dat gebruikt hebben? Of is het van na zijn dood? Na het zien van al die foto’s van vergaderingen van de Verenigde Naties stel ik me voor hoe een vergadering van al die wereldleiders op deze plek zou uitpakken. Al die leiders zonder al dat uiterlijk vertoon. 

Zeg ik tegen Bobby dat ik net zulke dingen denk als deze Dag, namelijk: ik hoef niet overal naar toe, want uiteindelijk gaat het gaat om vrede in jezelf en met jezelf, en dat we als we zeggen dat we liever thuis blijven misschien ook wel mystici zijn.





Ystad

De tweede tekening van de vakantie alweer en wel van de meest pittoreske straat van Ystad. Leuke kleine kleurige huisjes met stokrozen en andere bloemen ervoor sieren het landschap.

Laten leven

Gelezen: ‘Leven en laten leven’, de nieuwe Hendrik Groen. Ik had me weer eens niet van tevoren verdiept en dacht dat het een nieuw dagboek van Hendrik Groen in het bejaardenhuis zou zijn, maar dat is niet zo. Dit is een roman over de vijftigjarige Arthur, woonachtig op een woonerf te Purmerend, werkzaam bij een firma in wc-papier te Breukelen, dus dagelijks minstens twee uur in de file. Hij is getrouwd met Afra, ze hebben geen kinderen en ze zijn totaal op elkaar uitgekeken. Hij heeft drie vrinden met wie hij op zaterdag golf speelt. Dan verliest hij zijn baan, weet er ruim een ton afkoopgeld aan over te houden en bedenkt dan een list. Hij gaat op golfvakantie met zijn vrienden, hij gaat daar zogenaamd dood, en dan begint hij een nieuw leven in Italië. Het wordt allemaal breed uitgesponnen, heerlijk cynisch over het leven van de man, zijn werk, zijn huwelijk, zijn woonerf, zijn vriendschappen, en zijn gemarchandeer. Af en toe is er kort een tussenhoofdstukje waarin zijn vrouw aan het woord is voor wie het ook allemaal niet meer zo hoeft met die luie bankhanger. Het is een niet erg noodzakelijk maar wel erg vermakelijk boek.

woensdag 18 juli 2018

Konst


Vanwege de aanhoudende regen gaan we maar naar Ystad en bezoeken we het Konstmuseum. Er hangt een prachtige tentoonstelling over de Zweedse landschapsschilder Henry Mayne (1891-1975). Erg mooi licht kleurig. Zijn werk zou zo in het Singer Museum passen. Ik kan niet zoveel Engelse tekst over hem vinden. Aan Zweedse tekst kan ik helaas geen touw vastknopen.

Peeq en Joost sturen aan het eind van de middag een foto uit Noord Duitsland, alwaar de zon schijnt.

Zeiseman

Het regent nog steeds. Zachtjes maar gestaag de hele nacht en de hele dag. Peeq en Joost hebben in deze situatie (nat en zand) hun tent opgebroken op bewonderenswaardig kalme wijze. Wij gaan maar lezen. Mijn eerste boek is ‘Zeiseman’ van Martha Heesen (1948). Ik ken haar niet, zij is een veel bekroond kinderboekenschrijver. Dit is haar eerste volwassenroman. Ze is dus al zeventig. Het is heel experimenteel, een literair genre dat ik vooral ken uit de jaren zeventig en tachtig. Je moet het niet willen snappen maar gewoon binnen laten komen. Het spreekt me meer aan dan een crimi. Alle Zweedse boeken die ik gedownload heb zijn crimi’s. Wéér een lijk. Heb ik geen zin in. 

Dit boek gaat over een hele oude man die zijn vrouw en zoons overleefd heeft en op een bankje voor zijn huis de tijd laat verglijden. Flarden van zijn jeugd vliegen voorbij. Eerste Wereldoorlog, tweewereldoorlog. Zijn ontoegankelijke ouders, zijn vader baas van een scheepswerf, zijn bozige moeder die boos op een kamer zit, de huishoudster Johanna, de oudere broers en zusters. Hij wordt verzorgd door dikke schoondochters en af en toe komen er achterkleinkinderen langs die hij niet herkent. Liever verdwijnt hij in zijn vaak wat vage herinneringen. Hij was een angstig kind dat zich bijna nergens veilig voelde. Maar wel bij Johanna de huishoudster en bij Matthias, die uit een gereformeerde bond-milieu komt.  

Het is niet gemakkelijk lezen, want waar refereert hij precies aan, maar de vage noties geven toch een inkijk in dat leven dat bijna voor bij is en in vergetelheid zal verdwijnen, zoals het lot van ons allen zal zijn, tenzij er een vuistdikke Biografie over je geschreven wordt. Het is bijzonder en mooi. Kan ik aanbevelen.

Avant Gardens

De eerste tekening is van de B&B in Nykøbing in Denemarken. De B&B-kamertjes waren gelegen in het souterrain, de eerste etage was Patricia’s woon-en werkkamer en keuken, waar heel veel kunst hangt: haar eigen werk  en dat van vrienden. Een heerlijke plek. Daar mochten we het breakfast genieten en haar esoterische theorieën over het leven. 

De buitenkant was een beetje somberig, dat kwam denk ik van de donkerbruin geverfde raamkozijnen, maar toch van een bijzondere architectuur. Ze zei dat het huis en de tuin helemaal niks waren toen ze het kocht en dat ze het helemaal opgefleurd had. De tegelvloer (zie foto onder) is geen tegelvloer maar een schildering ip de houten vloer. Ze had er ook een Perzisch tapijt op geschilderd. Op de tafel in de voorkamer lagen allemaal stapels kaarten zoals tarotkaarten en engelenkaarten, klaar om te leggen.


Ales Stenar


Bobby en ik doen een klein uitstapje naar Ales Stenar, het Stonehenge van Zweden, een soort schip van grote stenen. Maar dan wel veel kleinere stenen dan bij Stonehenge en meer hunebedstenen  het monument in de vorm van een schip stamt waarschijnlijk uit de tijd van de Vikingen. Een enorme klus moet dat geweest zijn. Hoe zeul je zulke stenen zo’n heuvel op? 

Het zou natuurlijk het mooiste zijn om er helemaal alleen te zijn en de kosmische krachten te ervaren, maar zo is het niet: het is een doel voor vele dagjesmensen. Grootfamilies. De meesten gaan vervolgens boven aan het klif naar de zee zitten kijken. 

En dan weer een heerlijk broodje haringsalade in de dorpje Ķåseberga. 

‘s Avonds doen we in een kustdorpje Skillinge ‘bonte avond’ met Peeq en Joost, omdat ze morgen weer verder trekken naar ergens in Noord-Duitsland, richting huis. Over en weer prijzen we deze spontane gezamenlijke tweedaagse vakantie, die heel relaxed langs elkaar bewoog. Het is erg leuk om ook eens andermans gedoe rond de tent mee te maken. 



dinsdag 17 juli 2018

De regen


We hebben een geweldig plekje op een duin. Gisteravond met Peeq en haar Joost in zee gezwommen, en toen een wijntje gedronken op het strand in de avondzon die haast nooit neer gaat.  En toen hen mee mogen eten met hun pastaschotel. En daarna als een blok in slaap gevallen. Wakker geworden van de regen. En alle handdoeken gered.

We hebben een grote droge periode achter de rug en er komt een grote droge periode aan, lees ik in het weernieuws, maar nu regent het hier. En we staan op een zandduin. Dat is niet eenvoudig voor een tenthuishouden. Wat een troep onmiddellijk. Bobby mag nu zijn belofte waarmaken: overal voor zorgen. Dat is de deal. Ik houd niet heel erg van kamperen en alle gedoe en hij geniet ervan. Dus ik doe aartslui. Lees als een gek. Om 13 uur is de regen weer over zegt de weer-app. 

maandag 16 juli 2018

Löderup


Zus1 had getipt de Löderup Strandbad Camping, dus daar koersen we op aan. Eerst een stop in Ystad om kronen te pinnen en voor een lunch met haringsalade en een onderzoek naar de campings aldaar. Alle campings bij Ystad zijn stampensvol en niet van het genre dat je wil. De hoop is geheel gevestigd op Löderup. Daar is het ook vol, maar daar zijn ze heel relaxed. Als wij een plek vinden dan is er een plek, zegt de receptionist. Ik
vind een plek op een duintje. We staan nog wat te twijfelen als ik een stem hoor roepen: Stek! En daar zijn Peeq en Joost, die al twee weken in Zweden zijn en die ik van Löderup verteld had. Nu staan we samen op een duin aan zee.

Avant Garden


De Autobahn in Duitsland is hell. Het is half vier eer we Hamburg voorbij zijn. Overal Stau. En we vertrokken al om half negen. En na Hamburg is het nog bijna twee uur rijden voor we bij de oversteek naar Denemarken zijn. Voor wie vaker richting Zweden gaat: we doen ditmaal de route Putgarden - Rødby. In een van de reisgidsjes stond te lezen dat je als je vroeg vertrekt en doorrijdt met een beetje mazzel met de lunch aan de zuidkust van Zweden kunt zijn. Echt niet!

De finale van het WK missen we.

Als je van de boot afrijdt in Denemarken is er uitgebreide grenscontrole. De nieuwe tijd. Wie blond is - zoals ik tegenwoordig - mag doorrijden. Bruine en zwarte reizigers worden gecheckt. Ik vind het pijnlijk.

Nou ja, we belanden in Nykøbing in een heerlijke B&B met een prachtige tuin. De weg er naartoe leidt door lege landschappen met wuivend graan. Her is zo mooi in het zonnige Denemarken, waarom gaan we eigenlijk nog verder?

We eten pizza in het centrum, waar de mensen samen op een groot scherm naar de WK-finale hebben gekeken. 

Als we weer ‘thuis’ zijn komt de mevrouw van de B&B er bij zitten. Ze praat graag. Zij is Iers en kunstenares, en gescheiden van een boswachter, en helemaal into healing en shamanisme en astrologie. Natuurlijk krijg je de vraag: wat doen jullie voor werk?

Ik geef eerlijk antwoord. Ik weet niet of ik dat een volgende keer weer doe. De mevrouw meent dat mijn ontslag begin april te maken heeft met Orion (of Uranus, daar wil ik af zijn), en mijn frustratie erover met mijn ‘ego’.  Ik vind dat nogal wat om tegen iemand te zeggen die je niet kent en dat meld ik ook even, en later excuseert ze zich daar gelukkig over. 

Wat ze precies over Orion (of Uranus) zegt is me ontschoten, maar misschien is het een idee om op een dag een echte astroloog te vragen naar zijn/haar visie. 

Ze heeft nog nooit gehoord van mensen die bij het ontbijt én thee én koffie willlen. 

vrijdag 13 juli 2018

Duindistel


Bobby heeft meer last van prevakantiestress dan ik dit jaar. Dat is logisch. Hij moet op zijn werk nog 100 duizend dingen regelen. En Schoonmama bellen en bezoeken.

Ik hoef alleen maar de zorg voor de diverse tuinen over te dragen aan deze en gene, niet onbelangrijk in deze hete tijden. En ook niet eenvoudig omdat veel mensen  dit jaar tegelijk op vakantie gaan. Verder houd ik me onledig met vakantieboeken verzamelen, het tekenmateriaal op orde krijgen, nieuwe lichte wandelschoenen kopen, en een jurk voor de bruiloft van Bobby’s oudste nichtje die gaat plaatsgrijpen vlak na onze terugkomt. Het is al met al toch weer nogal een waslijst. Vier uur shoppen. 

We gaan nog één keer naar Monster, alwaar Schoonmama probeert te survivelen. Ze is zo teer dat ik maar geen foto’s meer maak. Wel zit ze vandaag in de tuin tussen de medebewoners te socialisen, in die zin gaat het iets beter, maar ze is echt zwak. Ons wandelingetje met de rolstoel naar de duinovergang en weerom is voor haar een mega-inspanning. Ze geniet er wel van, maar wil eigenlijk het liefst weer snel naar haar kamertje en dan mogen we wel weer gaan. Duizendmaal dank dat we zo vaak komen. 'Ik blijf vechten hoor', zegt ze.

Bobby en ik gaan nog maar een keer naar het strand, want het wandelingetje met Schoonmama was wel erg kort, en het is zo’n heerlijk strand daar. We eten een lekkere souvlaki. Langs de opgang groeien prachtige duindistels: grijsgroen of grijspaars. Ook wel ‘blauwe zeedistel’ genaamd. Op de een of andere manier vind ik de plant een mooie metafoor voor dit alles.

donderdag 12 juli 2018

Eend

Met Will doe ik een uitstapje naar Vreeland voor de wandeling door het meer naar Kortenhoef/Oud-Loosdrecht, en aldaar een lunchje bij restaurant De Eend. Aan het water. Ik liep hier in april en mei al een paar keer. Misschien herinnert u zich de loftuitingen van toen. Het is nu in juni totaal anders: manshoog het riet. Zo mooi. Je kunt daar alleen maar glimlachen. En dan dat terras.

Het gesprek gaat deels over het verliezen van je plek op de arbeidsmarkt. Het fenomeen arbeid. Je gaat naar kantoor, beantwoordt de hele dag mailtjes, voert gesprekken, maakt afspraken, administreert, hebt oppervlakkig contact met je collega's, het is een mal waar je in past, het is maatschappelijk zoals het hoort. Niet naar werk gaan, ook al is het jouw schuld niet, is niet zoals het hoort. Daar ga je je dan toch schuldig over voelen. Op feestje vraagt iedereen als eerste wat je doet, dat betekent wat je werk is. Soms heb je de neiging om maar wat te liegen. Om ervan af te zijn. Maar het is beter van niet. Voor je het weet raak je in je eigen leugens verstrikt.

Nu is het de kunst om niet te lijden onder maar te genieten van de vrijheid. En alleen nieuwe verplichtingen aangaan waar je blij van wordt. Als je zulke wandelingen maakt en zulke gesprekken voert gaat het een beetje makkelijker.

Shelter

Een nieuwe bijdrage gemaakt voor Museumkijker.nl. Het is niet zo opwindend als de eerste keer om te zien, maar toch wel erg leuk. De beheerster heeft er nu ook een foto van mij bij geplakt. Liefst wil ze dat ik zelf foto's maak met een camera maar daar fotografeer ik al jaren niet meer mee. Weet niet eens waar hij is. De keren dat ik voor voorheen mijn Vakblad fotografeerde vonden de opmakers de kleur en/of resolutie vaak niet goed genoeg.

Eerst wilde ik naar Enschede naar het Rijksmuseum Twente waar een expositie hangt van Paula Modersohn-Becker, maar dat vond ik bij nader inzien een te ommelandse reis. Nu heb ik geschreven over het Catharijneconvent hier te U.

Museumkijker heeft vandaag 160 unieke bezoekers, aldus Google Analytics  gisteren 159, maandag was de stand nog 42. De Museumkijker vriendin stuurt een ranking: haar eerste kleurenfoto-verhaal had 315 ‘hits’, daarna kom ik met Het Valkhof (206) en Utrecht (177), zij sluit dit rijtje met de kwab-expositie, 141 keer bekeken.  Boven de 150 kan ze  zich  niet herinneren, ’t schommelde steeds tussen de 50 en 100, met een enkele uitschieter. Nu verdubbelen, makkie…

woensdag 11 juli 2018

Honingwit

Nichtje gaat verhuizen. Met man en de Bébé’s. Ze hebben een mooi groot huis gekocht aan de rand van Oosterbeek aan de uiterwaarden van de Nederrijn. Vandaag krijgen ze de sleutel. Ik heb beloofd te helpen. We gaan alles poetsen, en we gaan de muren van de meisjeskamer verven. Het is een ideaal huis. Alles is er, en alles is klaar. Ze kunnen er zo in. De vorige bewoners hebben het huis brandschoon opgeleverd. Voor de grap hebben ze een muisje in een van de keukenkastjes achtergelaten. Ha ha.

Oosterbeek is een mooi leuk chique dorp. Mooie huizen, goeie winkels. Het is maar 10 minuten fietsen naar Arnhem Centrum, zegt Nichtje. Vanaf ons is het 53 minuten rijden, meld ik. Hun huis in Nijmegen is 71 minuten rijden. Dat scheelt toch weer 18 minuten. Meten is weten. 

Er wordt laminaat gebracht, want ze willen nieuw laminaat op de eerste verdieping. En een picknicktafel. Ik help de pakken slepen. Ik ben niet handig, meld ik, maar ik ben daarentegen goed in slepen. Aanvoer en afvoer. Trap op trap af. Naar de vuilstort. Dat vind ik leuk.

Nichtje en ik poetsen het hele huis, zetten de picknicktafel in elkaar en bespreken het tuintje. Het is een beetje een saai tuintje. Aan een kant een hoge thuja-heg en twee kanten een met klimop begroeide schutting. Dan een terras en een grasveldje. En een grote roze hortensia. Plus twee vlakjes met fijn grind. Dat grind vindt Bébé heel erg leuk. Zij grabbelt in het grind en strooit het overal uit. Stralend. 

Nichtje is erg blij dat ik er ben. Voor de morele support. En ik blijk ook het werktempo behoorlijk te verhogen. Morgen komen de (schoon)vaders helpen het laminaat te vernieuwen. Het oude eruit, het nieuwe erin.

Om vijf uur gaan ze nog even bij de plaatselijke verfwinkel verf halen voor de meisjeskamer. Homingwit. Ik ga intussen vast alle randjes afplakken. Om half zes appt Nichtje naar een pizzeria voor pizza’s. ‘Wij beginnen vast te verven. We zien wel hoe ver we komen’, zeggen Manlief en ik. De pizza wordt nooit bezorgd en hop het kamertje is geverfd.

dinsdag 10 juli 2018

Ons plantsoen

De halve dag breng ik door in het plantsoen voor het huis. Het perceeltje waar de moestuinbakken in staan verwildert waar je bij staat. Onkruid onkruid onkruid. Manshoog. En sommige bakken ook. Ik krijg niet alle hoog opgeschoten onkruid meer uit de door de droogte keihard geworden aarde en knip het dan maar helemaal af. 

Sommige moestuinbakken zijn heel onverzorgd, dus na overleg met mijn compaan doe ik een appje naar de groepsapp of mensen die hun bak niet verzorgen hem alsjeblieft willen teruggegeven. Eén bak komt terug en er belt prompt een dame verderop uit de straat aan de deur die graag een bak wil.   

De meneer uit de Sterrenwijk die hier ooit opgroeide en nu elke dag op zijn pauwblauwe damesfiets hier naar toe fietst om een uurtje op ons bankje te zitten is er ook weer. We voeren ongeveer dezelfde conversatie als een paar maanden geleden. Hoe het hier was toen hij klein was was en hoe het veranderd is. 'Kijk, daar aan de Prins Bernhardlaan zat de apotheek. Die is ook weg.'

Verderop bouwen een stuk of tien werklieden met groot materieel aan de zit-elementen die op de op van het park komen. Het geeft al met al een reuring van jewelste. Opgewekt wel. We-maken-er-wat-van. 

Ik maak ook nog een praatje met een tuinman die het onkruid wegmaait buiten ons moestuinperceel: hij doet de randen en rond de iepen bankjes en het biebje. Met zo’n lawaaimachine. Een 'bosmaaier'. Tuinman, noem ik hem, maar hoe heet zo'n man tegenwoordig? Vroeger had je de plantsoenendienst, nu is het 'groenonderhoud'  uitbesteed aan een aannemer. Hij komt slechts twee keer per jaar, zegt de tuinman, want de gemeente wil nergens geld aan uitgeven. Voor zo lang als het duurt ziet het er nu weer even beheerst wild uit. Dat is leuk. 

maandag 9 juli 2018

Het thema Monster

Het wordt een beetje saai, ik ben de eerste die het toegeeft, het thema Monster. Maar het is zo enorm aanwezig. Want het is zo warm en dan ga je na het bezoek aan Schoonmama toch even eten bij een strandtent of bij de plaatselijke Chinees of pizzeria. Plaatselijk dat kan dan ook Poeldijk zijn of Hondelersdijk Naaldwijk. Maar het is allemaal Westland.

zondag 8 juli 2018

Vijf hemden

We gaan weer Ter Heijde/Monster, naar Schoonmama. Het valt haar nog steeds niet mee. Het gaat nogal wisselend. Ze voelt zich veel ziek en rot en alleen, en heeft weinig moed voor ontmoetingen met medebewoners. Al laat ze zich daar nu toch wel af en toe toe overhalen. Er wonen en werken bijzonder aardige mensen, die het beste met haar voor hebben, dat realiseert ze zich nu ook wel. 

Ik heb vijf nieuwe hemden mee, op haar verzoek, en zacht fruit: meloen, perzik, aardbeien. Dan denk je tenminste even aan wat anders, zeg ik. Ja, lacht ze. Ze houdt erg van lekker eten, dat weten we allemaal. 

Het is bijzonder om haar proces van acceptatie van de situatie aan te zien. Ik vind haar wijs en dapper. De toekomst is ongewis. Samen vullen we een aanvraagformulier in voor het woonzorgcentrum in Maassluis. Dat gaat morgen ter post. En dan maar zien wat er kan. En dan doen we even in de tuin (foto), een rondje tot de duinen en weerom, nog even in de tuin, en dan een boterham en dan gauw weer naar bed.

Voebele

Het WK. ‘Voor mij hoeft het niet’, was een gevleugelde uitspraak van Mutti, dodelijk, maar zelf denk ik het dezer dagen ook nogal vaak. Maar ja. Eigenlijk vind ik alleen de penalty's echt leuk. Kort maar krachtig. Ijzingwekkend spannend. En dan nog even een kwartiertje het juichen en omhelzen bij de winnaars bekijken en de tranen bij de verliezers, en de nagesprekken bij Studio Voetbal, en dat was dan weer dat. 

Zoals u wellicht zult begrijpen gaat Bobby er helemaal in op. Dus ik kan er niet omheen. Als ik echt niet wil kan hij naar de bibliotheek om daar te kijken, of ik ga naar mijn kapel. Ik leef er een beetje omheen. Ga ik tuin sproeien of oude kranten, plastic en glas naar de diverse containers wegbrengen. En af en toe kijk ik mee.

Penalty’s zijn spannender om naar te kijken als je de hele wedstrijd gezien hebt inclusief de verlening. Dat moet ik wel zeggen. Als je alle strijd en miskleunen en uitputting en blessures hebt meebeleefd. Nu de kwartfinales zijn kijk ik vanaf de tweede helft mee. Ik snap steeds niet voor wie hij is. Hij is aldoor tégen de Belgen. Want die hebben nooit iets laten zien. En eerst was hij ook tegen de Russen, want die kunnen ook niet voetballen. Maar gisteren was hij weer vóór de Russen en tegen de Kroaten. Ik ben altijd voor de underdog, zegt hij. Maar het wisselt wie hij als underdog ziet.

Het napraten bij Studio Voetbal met onder andere Hugo Borst en zijn teckel Messi vind ik erg vermakelijk. Die teckel schijnt al jaren een hit te zijn, nooit geweten. Nog een week, dan is het weer voorbij.