zondag 29 juli 2018

Verhuisdag

Verhuizen: het is niet mijn sterkste kant. Eerst is de vraag: zullen we nog een dag in Dragsö blijven of gaan we verder? Dat laatste lijkt toch het beste, hoezeer we ook opzien tegen de verplaatsdag in de hitte.

De derde bestemming is het eiland Öland, een smal  langgerekt eiland zuid-oostelijk van Zuid-Zweden. 140 km lang van noord naar zuid. Vanaf Kalmar gaat er een lange brug naar toe. Bobby is heel enthousiast over Kalmar. ‘Het is een heel belangrijke stad uit de tijd dat Zweden een grootmacht was...’ ‘Er is zeker ook een prachtig scheepvaartmuseum’, zeg ik. 

Maar eerst gaan we een camping zoeken op Öland. Er zijn oneindig veel campings op Öland, die als je de informatie zou geloven in juli en augustus allemaal volgeboekt zijn en waar je echt niet op de bonnefooi naar toe kan. Ik heb echter een camping Sandvik aan zee gevonden via Google Maps in zuidelijk Öland, die er heel relaxt uitziet. Voor natuurliefhebbers en zonder dorp en zonder voorzieningen. 

Maar het is best een eind rijden en Öland is nogal leeg, dus halverwege bevangt mij ineens een horror vacuï. Wat moet ik op een lege camping in een leeg land? Moeten we niet rechtsomkeert maken en naar een volle camping bij Kalmar of Borgholm, de hoofdstad van dit eiland?

We rijden toch maar door. Ik heb deze camping zelf uitgekozen, en als het echt niks is kunnen we altijd op onze schreden terugkeren. Sandvik is een grote tamelijk lege camping direct aan zee met veel naaldbomen die je beschermen tegen de moordende zon. De tenten staan aangenaam ver van elkaar. De campingbaas is een Nederlander, een Utrechter nota bene, met een Zweedse vrouw. Hij heeft geen winkeltje. Het plaatsje Degerhamn met een haventje - waar we hoge gezelligheidsverwachtingen van hadden - heeft alleen een oude cementfabriek. 3 km verderop in Södra Möckleby is een ICA-supermarkt en een pizzeria. Daar zijn we dan op aangewezen. Eigenlijk voelt het hier heel fijn. We gaan het doen.

De campingbaas die sinds begin dit jaar eigenaar is van de camping vertelt over zijn visie op de toekomst van de camping. De toekomst is aan de huisjes, de stuga. Daar gaat hij er 40 van bouwen, met behoud van deze sfeer. De caravan heeft zijn langste tijd gehad. Straks als we allemaal elektrisch rijden kunnen we geen caravans meer trekken. En die campers zijn een hobby van de babyboomers, die er grof voor betaald hebben (‘vaak tonnen’), maar er straks als ze ze oncomfortabel gaan vinden die camper niet meer verkopen kunnen. En die campers mogen steeds minder steden in. Dus de stuga hebben de toekomst. 

En het was ochtend geweest en het was avond geweest, weer een verhuisdag voorbij.

Geen opmerkingen: