We hebben ons verplaatst. Verplaatsingen tijdens kampeervakanties zijn altijd zwaar, en met deze hitte helemaal. Eerst moet de tent af van het hete zanderige duin te Löderup, dan gaan we uren rijden en dan bij Karlskrona een nieuw plekje zoeken. Camping na camping beoordelen. Gruwelen van caravans en campers. Toch wel steeds welwillend blijven.
Vooraf heb ik me vooraf niet zo met de reis bemoeid. Ik vond Zuid Zweden goed. Dus tien minuten voor we Karlskrona bereiken vraag ik aan Bobby: ‘Waarom gaan we eigenlijk naar Karlskrona?’ Dat leek hem leuk, want het was een stad met een lange historie, het was groot geweest in de Zweedse maritieme militaire historie. Toen Zweden een grootmacht was. Ooit. Een soort Den Helder dus, concludeer ik.
Het wordt de camping te Dragsö. Die ligt midden in de zee/ tussen binnenmeren, en heeft een páár aparte tentenveldjes. En bomen. Zonder mopperen zetten we de tent weer op. We staan naast twee vrouwen en een huilbaby. En een piepklein tentje. Onze tent is voor dit veldje hysterisch groot. Ik peins wat over de vervreemding als je als kinderloze naar kinderrijke campings gaat, wat waarschijnlijk nog erger is als je holebi bent. Maar op ons veldje staan vooral stellen zonder kinderen. Met dure tenten. En dure fietsen.
Eten gaan we in Karlskrona. Het is niet direct een gezellige stad. Op het grote plein grote gebouwen, en veel parkeerplaatsen. Bij een Engelse pub eten we fish&chips. Morgen maar op onderzoek uit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten