zondag 27 januari 2019

Innerlijke bloei

Innerlijke bloei: dat willen we allemaal wel. En als we Lisette Thooft mogen geloven is het mogelijk. Ik heb gemengde gevoelens over de boeken van Lisette Thooft. Ik lees ze bijna allemaal, ik herken me er vaak behoorlijk in, ik vind ze voor het genre spiriboeken ongemeen aantrekkelijk geschreven, maar ik gevoel ook altijd weerstand.

Alles wat ze zelf beleeft lijkt een ontwikkeling die veel - zo niet álle - vrouwen hebben. Ze schrijft nog niet niet ‘wij vrouwen’ zoals Anja Meulenbelt vroeger deed. De vrouw als draak en de man als robot, daar schreef ze ooit een boek over.

In dit boek polariseert ze niet meer over vrouwen en mannen. Het is denk ik vooral op haar vrouwelijke lezers gericht. Het gaat over hoe je van die negatieve (zelf)beelden en stemmen in je hoofd af komt, hoe je kunt leren genieten van je zelf en het leven. Inmiddels is ze zelf behalve journalist en boekenschrijver (dat is ze nog steeds) nu ook coach en rebalancer geworden. Als je je dingen bewust wordt, is haar stelling, dan ben je al halverwege de route naar verbetering en herstel. Veel oefening zijn lichaamsoefeningen. 

Wat mij vooral treft zijn de passages over het ademhalen. Oppervlakkig ademhalen. Dat zou je jezelf als kind al aanleren om minder te hoeven voelen. Zij zegt dat je ademhalingspatroon zich rond je zevende vastzet en koppelt het oppervlakkig ademhalen aan door je moeder - om welke reden dan ook - niet welkom geweest te zijn als baby, wat jou als baby een onveilig gevoel als basis gegeven heeft. Dat weet ik niet zo, misschien wel, misschien niet, het doet me een beetje denken aan incest-ervaringen die je in therapie in de herinnering opgeroepen wordt. Mijn-moeder-wou-me-niet. Thooft gaat alle hersenspinsels te lijf met chakra’s en affirmaties. Ik me ‘s morgens al voor het raam staan met wijd open armen, roepende: ‘Ik Mag Er Zijn!’ Ze schrijft verder echter in zulke prettige nuchtere taal met kennis van de theorieën en therapieën en persoonlijke ervaringen, heel herkenbare, dat je toch er wel bij blijft.  

Het voortdurend afwegen: doe ik wat ik wil, klopt het wat ik doe, wat voel ik, wat betekent dat, het onschadelijk maken van negatieve oordelen over jezelf, manieren om je minder angstig en zachter en positiever te voelen, dat zijn zaken die zich bij iedereen voortdurend in het hoofd afspelen en waar iedereen mee moet leren dealen. En als je ermee kunt dealen is er volgens haar een gerede kans dat je tot innerlijke bloei komt.

Geen opmerkingen: