maandag 16 november 2009

Principes

Een open mind, daar gaat het om. Zes mandala's moet ik inkleuren voor ik open minded genoeg ben om het boek met die Zeven Eigenschappen van Stephen R. Covey ter hand te nemen. Dat kleuren is zo leuk, er gebeuren zoveel onverwachte dingen. En het gaat helemaal nergens over, en tegelijk gaat overal over. Wat is dat een gedoe, als je niet wilt. Ik weet niet eens waarom ik zo bevooroordeeld ben, behalve dat de titel De zeven eigenschappen van effectief leiderschap me afstoot en dat ik niet van die schema's houd.

Ik moet nu bekennen dat die Covey helemaal geen gek verhaal vertelt. Sterker nog: ik kan me er eigenlijk best in vinden. Trainer heeft ons een half jaar geleden het boek meegegeven en ons verzocht de eerste 40 pagina's te lezen. Dat heb ik toen in de achterbak van de bolide laten liggen. Daar ligt het nog steeds. Maar Bobby heeft het ook in de kast staan.

Die eerste veertig pagina's, die hebben eigenlijk dezelfde inhoud als het vierminutenfilmpje dat Trainer op les liet zien en dat ik niet kon navertellen. Tweede poging dan maar. Covey betoogt dat 'succes' tót de eerste wereldoorlog gedefinieerd werd vanuit een 'principiële' levenshouding, succes was iets als je leefde volgens de principes nederigheid, integriteit, gematigdheid, trouw en geduld. Maar ná WO I werd succes steeds meer afgemeten aan persoonlijke prestatie, vaardigheden en status.

Maar, betoogt hij, succesvolle mensen hebben vaak een leeg gevoel, geen goed contact met medewerkers, met hun gezin, hun kinderen, hun familie, hun vrienden. Covey vindt dat succes alleen maar echt en diep doorleefd is als je je leven en werk inricht volgens de principiële principes. Hoe je bij de waarden kunt komen die voor jou echt belangrijk zijn is bijvoorbeeld door te bedenken wat je hoopt dat je familie, vrienden, collega's en concurrenten zeggen bij je begrafenis. En dat je daar dan ook naar leeft.

Het kan niet nieuwe zijn, maar hij zegt: elk mens, elke medewerker, heeft zijn eigen denkkader, waarheid, drijfveren, noem maar op. Een leider kan niet zijn/haar normen en waarden en denkkader aan een ander opleggen. Ja hij kan het wel doen, maar dan verliest hij het contact. Een leider moet bewerkstelligen dat de ander zich gezien en begrepen voelt. Dan zal zij/hij helemaal vol naar zijn/haar eigen passie zal leven en werken. Zoiets. Daar kan ik toch niet veel op tegen hebben? Misschien toch maar eens doorlezen.

Geen opmerkingen: