
Rond 1910 woonde hij in Parijs, maar toen WO I uitbrak vluchtte hij naar Genève. Daar sloot hij vriendschap met de schrijvers Romain Rolland, Stefan Zweig en Andreas Latzko. Tot 1920 verschenen zo'n duizend tekeningen van hem in de pacifistische krant La Feuille, waarin hij de verschrikkingen van de oorlog in beeld bracht.
Na WO I ging hij weer in Parijs wonen. Hij illustreerde boeken van Victor Hugo, Tolstoi, Thomas Mann, Oscar Wilde en Hemingway. In het boek De stad (1925) legde hij in honderd houtsneden zijn visie op het leven in de jaren twintig in de grote stad vast. Zelf hield hij het meest van de beeldroman De idee. In 83 houtsneden zien we 'de idee' - even naakt als 'de waarheid' - achtervolgd worden door de politie en de justitie, maar ze leeft, overleeft, bemint en plant zich voort. Voor Masereel was de houtsnede het middel bij uitstek om zijn ideeën bekend te maken.
De afbeeldingen in het Stundenbuch dat ik hier in handen heb (geen tekst, alleen houtsnedes) zijn heel huiselijk en liefdevol.
De afbeeldingen in het Stundenbuch dat ik hier in handen heb (geen tekst, alleen houtsnedes) zijn heel huiselijk en liefdevol.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten