Onze laatste oom is deze week overleden. Hij was oud. Toen wij opgroeiden woonden mijn tante en hij in een villaatje aan een zij-armpje van de IJssel. Ze hadden geen kinderen, maar wel geitjes.
Hij was getrouwd met Mutti's jongste zus - die al vele jaren in een verzorgingshuis woont vanwege Alzheimer. Hele erge. Dat was al begonnen toen Mutti nog goed was. Zij was Mutti's lievelingszus. Mutti ging vaak naar ze toe. Tot het niet meer ging en tante naar een verpleeghuis moest.
Jarenlang bezocht deze oom zijn zieke vrouw elke dag. De laatste jaren kende ze hem niet meer. En was ze bozig. En toch ging hij steeds naar toe. Hij leed er erg onder en vroeg een jaar of wat geleden of ik hem niet af en toe wilde opzoeken. Ik zei ja. Maar het waren de jaren van het wegbezuinigen van collega's op het werk, het huizen zoeken, verhuizen, mij ontheemd voelen en mijn weg vinden ik Utrecht. Hij woonde te ver, zijn verdriet was te groot. Ik trok dat niet.
Zijn overlijdensbericht confronteert meteen weer met de gevoeligheden uit mijn jonge jaren. Uit alle jaren.
Jarenlang bezocht deze oom zijn zieke vrouw elke dag. De laatste jaren kende ze hem niet meer. En was ze bozig. En toch ging hij steeds naar toe. Hij leed er erg onder en vroeg een jaar of wat geleden of ik hem niet af en toe wilde opzoeken. Ik zei ja. Maar het waren de jaren van het wegbezuinigen van collega's op het werk, het huizen zoeken, verhuizen, mij ontheemd voelen en mijn weg vinden ik Utrecht. Hij woonde te ver, zijn verdriet was te groot. Ik trok dat niet.
Zijn overlijdensbericht confronteert meteen weer met de gevoeligheden uit mijn jonge jaren. Uit alle jaren.
Deze oom was in zijn arbeidzame periode leraar Nederlands. Hij schreef indertijd literatuurrecensies in een landelijke kerkblad waar Vati ook op geabonneerd was. (Ik snap nog steeds niet hoe dat kon: dat zulke creatieve intelligente mannen als Vati - en deze oom denk ik ook, maar in mindere mate - zo idioot gereformeerd konden zijn en daardoor zo verknoopt met literatuur en kunst omgingen. Waar ze een beethe atypisch wel aan hechtten.)
In de tijd dat ik net puber was ging een van ooms recensies over Turks Fruit van Jan Wolkers. Thema's als seksualiteit, erotiek en lichaam kwamen zó los in de jaren zestig en zeventig, en waren in hun/onze kringen zó taboe. Het onderwerp boeide ook hen waarschijnlijk bovenmatig, maar dat had ik toen niet door. De discussies over moderne literatuur gingen altijd over de vraag of de seks in literatuur 'functioneel' was. Dan mocht het geloof ik wel. Op grond van ooms recensie haalde ik Turks Fruit stiekem van de bieb en kaftte ik het als een schoolboek.
In de tijd dat ik net puber was ging een van ooms recensies over Turks Fruit van Jan Wolkers. Thema's als seksualiteit, erotiek en lichaam kwamen zó los in de jaren zestig en zeventig, en waren in hun/onze kringen zó taboe. Het onderwerp boeide ook hen waarschijnlijk bovenmatig, maar dat had ik toen niet door. De discussies over moderne literatuur gingen altijd over de vraag of de seks in literatuur 'functioneel' was. Dan mocht het geloof ik wel. Op grond van ooms recensie haalde ik Turks Fruit stiekem van de bieb en kaftte ik het als een schoolboek.
Ik ging Nederlands studeren, zijn vak dus, maar uit weerzin tegen zulke discussies praatte ik niet met hem daarover. In die jaren had ik sowieso grote afstand tot de familie. Hoogstens ptaatten we over de dichter Bloem en Leopold, die ik toen leerde kennen. Dat was ongevaarlijk. In de jaren 90 schreef ik een biografie(tje) over Bloems levensgezellin de dichteres Clara Eggink. 'n Vrijgevochten type. Wel een rolmodel voor mij. Vati las het tegen zijn zin en zei toen hij het uit had: 'Waarom moet ik over zo'n vieze vrouw lezen?' Ik antwoordde toen: 'Misschien omdat zij het soort vrouw is dat ik ook wil zijn.'
Ik heb ook nog wat recenter oud zeer, omdat deze oom van het terechtwijzende soort was. Dat doen/deden gereformeerden. Die wijzen/wezen graag anderen terecht. Hij had mij een reprimande gegeven, omdat hij blijkbaar mijn blog volgde over Mutti's laatste jaar. Daar gebruikte ik een keer een bijbelteksten in op ironiserende wijze. 'De HERE bewaakt mijn ingang en mijn uitgang.' Mutti vond dat zo'n mooie zin. Toen kreeg ik een mailtje van hem dat dat niet kon. Mijn oude oom zette mij (55) weg als een recalcitrante puber. Ik was heel beledigd en heb de tekst net veranderd.
Die wereld heb ik zodra het kon me afgeschud. Maar af en toe komt-ie terug. Zoals deze week. Nu ik het toch betreur dat ik niet bij hem op bezoek ging. Dat ik me niet in hem verdiept heb. Want misschien zat het allemaal heel anders.
Want. Afgelopen jaar kwam ik hem een keer tegen in de pauze van een concert in TivoliVredenburg, de Johannes Passion geloof ik. Hij was ineens heel opgewekt en vertelde dat hij daar was met de kinderen van een vriendin in de buurt van Utrecht. Nou ja, een vriendin, een vriendin, zei Zus1 toen ik over die ontmoeting vertelde. Ik vroeg niet door, het voelde wat indiscreet. Gij Zult Niet Echtbreken, is altijd een van de credo's geweest.
Nu staat er op de rouwkaart behalve de naam van onze tante ook de naam van een andere vrouw. Ik weet er allemaal het fijne niet van, maar het lijkt me respectvol naar alles en iedereen opgelost.
De verpleging heeft onze tante - die niets meer weet en begrijpt - verteld dat haar man is overleden. Dat bericht kwam op de app. Tante had de hele avond met ooms foto op schoot gezeten. Het houdt ons Geschwister allemaal bezig.
Hoe het leven een lieve leuke creatieve intelligente trouwe zorgzame diepgelovige oude man bij de kladden grijpt. Hoe hij het laatste jaar het geluk weer vond. En vrijdagmiddag is de condoleance in zijn huis. En zaterdag de uitvaart. Onze tante zal daar denk ik niet zijn. De nieuwe vrouw wel. En ik ook.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten