zondag 14 maart 2021

Engeland

Gelezen: Een huis in Engeland door Maarten Asscher. In mijn vorige blog schreef ik er al iets over. Vandaag lees ik het boek uit. Hij schrijft over het huis van zijn grootouders in Engeland, waar zij ná WOII naar toe verhuisd zijn. Zij hebben - met hun kinderen - in 1943 korte tijd in Westerbork gezeten, maar kwamen weer vrij. 

Maarten, van 1957, net als ik, had heerlijke vakanties bij zijn grootouders. Hij probeert zijn herinneringen aan het huis scherp te krijgen en ook om er achter te komen waarom zij na de oorlog ineens naar Engeland verhuisden. Hij noemt het adres van het huis heel vaak, je kunt het zo googelen. Maar in de jaren zestig en zeventig zal het er heel anders uitgezien hebben, nu staat er een SUV op de oprijlaan. Verhalen, kamers, spullen, kasten, gekibbel, het park, de schilderijen, de keuken, de achtertuin, alles komt aan de orde. Maarten Asscher heeft een gave om met grote precisie over ‘dingen’ te schrijven.

Er werd in de familie over veel niet gepraat, zo ook niet over de oorlog en al die familieleden die vermoord waren. Als kind wilde hij het ook niet weten, dat kwam pas later. Maar in het boek is het stukje over de oorlog relatief klein. Zijn opa vond in de oorlog een jurist die kon aantonen dat hij niet joods was maar Arisch. Wat helemaal niet waar was. Maar daarmee hadden zijn grootouders dus een ‘gemengd huwelijk’ en mochten ze uit Westerbork terug naar huis. 

Waarom ze na de oorlog ineens naar Engeland verhuisden was omdat er twee nichtjes opdoken die in de oorlog een paar jaar ondergedoken hadden gezeten en nu geen familie meer hadden. Opa wilde echter niet voor de meisjes zorgen, zoals verwacht werd, en smeerde hem naar het buitenland. 

Het klinkt allemaal heel rauw zo hier, maar het boek gaat over de herinneringen aan dat hemelse huis en de vakanties, waar dus niets over de oorlog was, en over slapen. Het is een mooie vertelling.

Geen opmerkingen: