Bij het Zoomzingen met het koor doen we even kletsen vooraf. ‘Hoe gaat het?’ ‘Goed.’ ‘Ik mag morgen naar de kapper!’ breng ik in. En alle dames gaan los over de kapper.
Vanmorgen is het zo ver. Wat ontzettend fijn. De laatste keer was in november. Het Poolse maisje is helemaal in voor mijn plan om een bob-kapsel te proberen. Het is ook nog eens zo klaar. Anders moet ze altijd om de oren heen knippen en dat is veel meer precisie-werk.
Wat heb je de afgelopen maanden gedaan, vraag ik. Niks, zegt ze. Koekjes bakken. Ze had zich helemaal gestort op koekjes bakken. ‘En eet je ze dan ook op?’ vraag ik. Nee, ze eet ze niet. Haar man eet ze op.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten