Ik ben nu 25 uur in het klooster en inmiddels helemaal ingedaald. Het is wat ik me ervan voorstel: lezen, muziek luisteren, wandelen, naar de zusters kijken en luisteren, aandachtig om mij heen kijken. De nonnen zingen prachtig, heel hoog, ijl, zuiver, gelijk, jong. als één stem. En zonder dirigente.
Hoe anders is de wereld als je niet converseert. Er zijn zes andere gasten. We eten samen, zwijgend, en wassen samen af, zwijgend. Het zwijgen is even wennen, maar niet erg. Het is veel glimlachen en galant zijn.
Er is een abdij(boek)winkeltje, dat twee uur per dag open is en dan goed bezocht wordt. Ik heb twee boekjes gekocht: een over de geschiedenis van de orde en het klooster, en een met interviews met een aantal zusters. Hoe ben je hier zo terecht gekomen. Misschien koop ik later nog een boek met herinneringen van Thich Nhat Hanh, maar men moet niet overdrijven, ik had al vijf boeken mee.
Twee wandelingen heb ik al gemaakt. Dat is goed voor de Ommetjes-app. Er zijn hier veel naaldbomen. Ze doen me denken aan mijn eerste vakantie naar Zweden - met Will. We logeerden in huisjesparken in eeuwige naaldbomenbossen. Ik vond het er niet echt fijn, ben daarna altijd naar de kust gegaan, maar die hoge naaldbomen (‘Hoog Sammy kijk omhoog Sammy!’) vond ik prachtig. In het avondlicht werden die stammen roze-lila. Daar heb ik toen nog een pastel-tekening van gemaakt.