Op het terras in een verrukkelijke ongekend felle ochtendzon herlees ik De dood in Venetië van Thomas Mann. Ooit hield ik van zijn proza, maar nu ervaar ik het als schier eindeloos gejeuzel.
De novelle stamt uit 1912 en is het verhaal van een eminent en pragmatisch schrijver, die in een opwelling afreist naar het door cholera geteisterde Venetië
en daar verliefd wordt op een beeldschone jongen. Terwijl de schrijver steeds meer toegeeft aan
zijn dromen wordt hij door de decadente en door ziekte
bezwangerde Venetiaanse omgeving meegesleurd in de dood, hetgeen hij
uiteindelijk aanvaardt als een romantisch noodlot.
Het is dat hij steeds hier op het Lido is en zich met vaporetti en gondels over laat varen en koffietjes drinkt op het Piazza San Marco, dat het een beetje te lezen is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten