Dit is een gedicht van Judith Herzberg. Ik leerde het kennen in een tumultueuze periode in mijn leven, jaren zeventig. Studie in Groningen. Doordat de rit van MeckPom gisteren onverwacht langs Groningen voerde komen er allemaal herinneringen boven. Ik las en deelde dagelijks gedichten met Marg (en af en toe ook met Piet, die later mijn Zwager4 werd). We schreven de gedichten met de hand voor elkaar over en gooiden ze ‘s avonds laat bij elkaar door de brievenbus. Dit vond ik zo’n mooi gedicht, terwijl ik denk ik niet eens Scarlatti kende. Nu zoek je een playlist met sonates en hop! heb je de muziek op je speakertje.
We hadden gedacht: willen we nog ergens overnachten in Duitsland of rijden we door nach Hause? We reden door, met het uitzicht op een lege dag thuis. En nu komt dit gedicht ineens bovendrijven en lig ik in mijn kapelletjes bij te komen met de prachtige heldere sonates van Scarlatti.
Bobby heeft beloofd eerst mijn piano nog even weer in elkaar te knutselen, want die was ook mee naar Duitsland. En dan komt hij ook Scarlatti luisteren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten