Gelezen: Lichter dan ik door Dido Michielsen. Ik kocht het maandag in Breukelen. Heel mooi boek dat een paar weken terug de Boekhandelsprijs won. Het is het levensverhaal van haar Javaanse betovergrootmoeder. In de negentiende eeuw waren de Hollanders de baas in Indonesië maar parallel was er ook een hele Javaanse standenmaatschappij. Vrouwen speelden daarin een volstrekt ondergeschikte rol. Ze hoopten een positie zien te krijgen als bijvrouw, maar moesten zich vaak genoegen nemen als njai, huishoudster/minnares van een blanke man, zonder enige jurische of economische zekerheid. Isah, de hoofdpersoon en vertelster van dit boek groeit op in een kampong naast de verblijven van de sultan, en wordt op haar 15e uitgehuwelijkt wat ze niet wil. Ze vlucht en wordt njai van een Hollander met wie ze twee dochtertjes krijgt.
In die tijd wordt het Suez-kanaal gegraven en dat verkort de reistijd naar Nederlands Indië met enkele maanden, waardoor er meer Nederlandse vrouwen naar Indië komen. Zo laat haar toean haar zo vallen en de dochtertjes worden aan een bevriend stel gegeven, geadopteerd, en Isah mag hun baboe worden mits ze nooit zegt dat ze hun moeder is. En als ze als tieners uitgehuwelijt woren is ze ze alsnog kwijt.
Ach het is allemaal even afgrijselijk. Eigenlijk hebben heel veel - bijna alle - Indische Nederlanders zo’n achtergrond. Die stammoeders hebben vaak niet eens een naam. Er is wel veel over de overheersing g en het onrecht in de Nederlands Indische geschiedenis geschreven, maar nog nooit vanuit het perspectief van een ‘inlandse’ vrouw.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten